Als je liggend op je rug bevalt, maak je het je baby moeilijker om in te dalen en te draaien, waardoor de bevalling langer kan duren. Liggend bevallen is vaak pijnlijker doordat je minder goed overweg kunt met de kracht van de weeën.
Op handen en knieën bevallen
Wanneer je last van je rug of van aambeien hebt, is dit de meest prettige houding omdat je zo de druk op je onderrug, stuitje en anus zo laag mogelijk houdt. Terwijl je op je knieën zit, steun je op je handen of je leg je je armen op bed of om de heupen van iemand die op bed zit.
Het grote voordeel van staand bevallen is dat je tijdens het persen veel bewegingsvrijheid hebt. Het is wel erg prettig wanneer je je hierbij aan iets of iemand kunt vasthouden om je weeën op te vangen.
De latente fase: 1-3 centimeter ontsluiting
Als de weeën beginnen kan dat direct al regelmatig en pijnlijk zijn, maar meestal duren de weeën nog kort, komen ze onregelmatig en zijn ze nog niet zo pijnlijk.
'Zo'n snelle bevalling noemen we wel een stortbevalling', vertelt verloskundige en Ouders van Nu expert Karlijn Janssen. 'Er bestaat geen harde definitie voor, maar ik zou spreken van een stortbevalling als de bevallingsduur bij een eerste kind minder is dan zo'n drie tot vier uur', zegt ze.
Elke vrouw hoopt natuurlijk op een vlotte bevalling. De bevalling van de Australische Mary Gorgens voltrok zich echter wel héél snel: binnen slechts twee minuten zette ze haar vijfde kindje op de wereld. De moeder lijkt daarmee een heus record te hebben behaald.
De voorweeën gelden nog niet als bevallingstijd. Een gemiddelde bevalling duurt ongeveer 12 tot 24 uur.
Als de baarmoedermond helemaal open is (volledige ontsluiting = 10cm) kan het hoofdje er pas door en komt het in de vagina. De wanden van de vagina zijn zeer rekbaar en vormen geen echte belemmering voor de geboorte. Als het hoofdje onder het schaambot door is ondervindt het alleen nog last van de bekkenbodemspieren.
Persen (de uitdrijving)
Dit kan liggend (op je zij of rug) op bed, maar ook op een baarkruk, handen en kniën, staand of in een bevallingsbad. Bij een eerste kindje duurt het persen gemiddeld een uur en mag maximaal 2 uur duren. Bij een volgend kindje gaat dit meestal een stuk sneller en mag dit maximaal 1 uur duren.
Weeën zijn samentrekkingen van je baarmoederspieren. Letterlijk betekent wee pijn. Tijdens een wee spannen de spieren van je baarmoeder aan, dat voel je aan de buitenkant van je buik doordat je buik heel hard wordt.
Om vochtophoping te voorkomen, wordt vaak gezegd een harde stoel te gebruiken om op te zitten. Het is beter voor je om op een zacht (dons)kussentje te zitten op de stoel. Het kussentje bolt dan wat op onder het perineum en ondersteunt je bekkenbodem en geeft zo tegendruk.
Het algemene advies is dat je weer mag beginnen met sporten (nog niet hardlopen!) na zes weken, als je een vaginale bevalling hebt gehad.Voor hardlopen na een keizersnede geldt acht weken.
Het eerste herstel van uw lichaam na de bevalling duurt zes tot acht weken.Volledig herstel duurt echter drie tot vier maanden. Veranderingen in uw lichaam en in uw omgeving vragen veel energie.
Zittend persen, op een baarkruk bijvoorbeeld, of hurkend, of op handen en voeten, kan voor sommige vrouwen aanzienlijk helpen de bevalling sneller te laten verlopen en minder pijn te voelen. De zwaartekracht helpt namelijk in dit soort posities goed mee, waardoor de weeën effectiever worden.
0-2 weken. ▸ De eerste dagen na de bevalling is het advies: rusten, rusten en nog eens rusten. Blijf vooral veel plat liggen omdat op die manier de bekkenbodem goed kan herstellen. ▸ 4 dagen na de bevalling mag je starten met kraambedoefeningen.
De ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat je baarmoedermond ver genoeg open gaat (tot uiteindelijk 10 cm) om je kindje geboren te laten worden. Voor de ontsluiting zijn sterke weeën nodig. Ze duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën en komen regelmatig, zo om de 3 tot 5 minuten.
Als het persen, om wat voor reden dan ook, niet lukt kan het zijn dat de gynaecoloog een tangverlossing voorstelt. De tangverlossing wordt tegenwoordig alleen nog gebruikt als het hoofdje een verkeerde stand heeft, die m.b.v. de tang beter kan worden bijgedraaid.
10% van de bevallingen begint met het breken van de vliezen, nog voordat er weeën zijn. De vliezen breken meestal 's nachts. Je merkt dit doordat je opeens vocht verliest.
De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte pijn kunnen doen. Als je baby geboren is, houden de weeën op. Je voelt nog een paar krampen om de placenta los te maken.
Vaak zijn de weeën nog relatief goed te doen en nog niet zo heftig, maar dit is voor iedereen verschillend. Vanaf 4-5 cm ontsluiting spreken we van de actieve fase en vordert de ontsluiting gemiddeld met 1 cm per uur. Dit is ook vaak het moment waarop de weeën sterker gaan worden, je raakt dan meer in jezelf gekeerd.
Als je pijnstilling tijdens je bevalling wilt en de verloskundige of gynaecoloog verwacht dat het nog een paar uur duurt voordat je gaat persen, kan een ruggenprik een goede pijnbestrijder zijn. Meestal is het te laat om nog een ruggenprik te krijgen na 7 à 8 centimeter ontsluiting.
Zolang de weeën nog goed te doen zijn is het verstandig je nog af te leiden, probeer een klusje te verzinnen, maak een wandelingetje of probeer (in ieder geval tussen de weeën door) te slapen of rusten. Door de afleiding kan het baringsproces zich in alle rust ontwikkelen. Je zult merken dat je beter kunt ontspannen.
De eerste fase, de ontsluitingsfase, duurt meestal het langst en is ook weer in te delen in drie fases. Als het om je eerste kind gaat, duurt de ontsluitingsfase gemiddeld zo'n 12 tot 14 uur. Bij een volgend kind gaat het meestal sneller.
Al dagen tot weken voor je bevalling kun je beginnen met “rommelen”. Hiermee bedoelen wij dat je regelmatig harde buiken hebt die soms ook echt wel een beetje pijn kunnen doen. Met deze harde buiken is je lichaam zich aan het voorbereiden op de bevalling. Je baarmoeder is een spier en die spier is aan het oefenen.