Kinderarbeid houdt armoede in stand.Het bestrijden ervan biedt duurzame ontwikkeling en betere kansen voor iedereen. Vanuit deze visie zet Stop Kinderarbeid zich wereldwijd in voor goed, formeel dagonderwijs voor kinderen en zeker inkomen voor volwassenen. Een wereld zonder kinderarbeid is mogelijk.
Deze vormen van arbeid vormen vaak geen gevaar voor de persoonlijke ontwikkeling en gezondheid van het kind of hebben geen invloed op school. Onder kinderarbeid verstaat UNICEF: het werk dat gedaan wordt door kinderen dat slecht is voor hun gezondheid, hun persoonlijke ontwikkeling of scholing in de weg staat.
Om kinderarbeid helemaal te stoppen zouden overheden, lokale gemeenschappen, organisaties en werkgevers moeten samenwerken en wetten moeten aangepast worden. De kinderen moeten uit de fabrieken worden gehaald en naar school gestuurd worden. Ook hun ouders moeten geholpen worden.
Oorzaken van kinderarbeid
Ervaring leert dat vastgeroeste opvattingen, sociale onrechtvaardigheid en politieke onwil de belangrijkste redenen zijn dat kinderen werken en niet naar school gaan. In sommige gebieden wordt het nog steeds normaal gevonden dat kinderen werken in plaats van naar school gaan.
Door de geschiedenis heen is kinderarbeid een normaal verschijnsel. Kinderen werken op het land, in de winkel of in de werkplaats. Dat wordt niet alleen nuttig gevonden – ze kunnen daar wat van leren – maar het is vaak ook pure noodzaak om het gezinsinkomen op peil te houden.
Het verbod van kinderarbeid
De Arbeidstijdenwet bepaalt dat kinderen in principe niet morgen werken. Hierop zijn een aantal uitzonderingen. Indien blijkt dat het verbod van kinderarbeid is overtreden riskeert de werkgever en de ouder/voogd een boete.
Artikel 32 - Het verbod van kinderarbeid en de bescherming van jongeren op het werk. Kinderarbeid is verboden.
Met 10 tot 12 uur werken met dag verdient een gezin van vier personen ongeveer 15 € per week. Te weinig om van te leven, te veel om van te sterven, zoals het gezegde luidt.
Kinderarbeid nam toe
"Als je kijkt naar de laatste cijfers van de ILO, de International Labour Organisation, kom je op 3,6 miljoen kinderen in Europa." Die werken, vertelt ze, in de agrarische sector, bouw of de industrie. Of ze bedelen.
De Wet zorgplicht kinderarbeid verplicht bedrijven om kinderarbeid in hun keten op te sporen, te voorkomen en aan te pakken. Bedrijven moeten verklaren dat zij zorgvuldig werken om te voorkomen dat hun goederen of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand komen.
Kinderarbeid bestaat al net zolang als de mensheid bestaat. In de prehistorie gingen kinderen vaak mee op jacht of hielpen ze bij het verzamelen van voedsel om te overleven. Bij de eerste boeren hielpen ze op het land, in huis en bij het verzorgen van de dieren.
De leerplicht is ruim 100 jaar geleden ingevoerd om te voorkomen dat kinderen moesten werken. Het was een wet ter bescherming van de kinderen. Tegenwoordig zijn er ook andere wetten die het werken van kinderen tegenhouden en wat dat betreft is de leerplicht overbodig.
Kinderen werken in een textielfabriek in de Verenigde Staten, 1912. Vroeger hielpen kinderen al veel mee thuis. De kinderen moesten dit doen omdat anders het gezin te weinig eten hadden om te kunnen overleven.
Een wet die bepaalde dat kinderen tussen de twaalf en veertien jaar niet langer dan vijf uur per dag in de landbouw mochten werken werd pas in 1955 aangenomen.
Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Met name in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie. Kinderen werken ook in de mijnbouw. Zo is in Peru 20 procent van de arbeiders in de goudmijnen tussen de 11 en 18 jaar.
Het begin van kinderarbeid situeert zich in de achttiende eeuw in Engeland en in de negentiende eeuw in België en andere Europese landen. Het was de overgangsperiode van het feodalisme naar het kapitalisme.
Rond 1860 werkten een half miljoen Nederlandse kinderen in fabrieken. De liberalen die in de regering zaten, waren voorstanders van kinderarbeid, ondanks de slechte werkomstandigheden. Het was namelijk zo dat kinderen minder loon kregen, wat zorgde voor minder kosten voor de werkgever.
Er is geen minimumloon vastgelegd voor 13-jarigen. Het verschilt per baantje wat je verdient. Meestal het zal rond de €2,50 per uur liggen. Als je folders rondbrengt verdien je, afhankelijk van de hoeveelheid folders, soms wel €3 à €4 per uur.
Er is nog geen minimumloon voor 14-jarigen, dus hoeveel je per uur verdient hangt af je baas, je baantje en hoe hard je werkt. Gemiddeld verdien je voor een uurtje folders lopen €3 à €4 euro en met een uur vakkenvullen €2,50 of meer.
Kinderen die kinderarbeid verrichten, lopen het risico lichamelijke en geestelijke schade op te lopen. Kinderarbeid brengt het onderwijs van kinderen in gevaar, wat nadelig is voor hun toekomstperspectief. In Sub-Sahara Afrika werkt 23,9% van de kinderen.
Ontheffing Nederlandse Arbeidsinspectie
Kinderen onder de 13 jaar mogen nog niet werken. Daarom hebben zij toestemming van de Nederlandse Arbeidsinspectie nodig als zij meedoen aan een uitvoering. Deze toestemming komt in de vorm van een ontheffing op het verbod op kinderarbeid.
Op initiatief van de liberale politicus Samuel van Houten wordt de eerste wet in Nederland aangenomen die een einde moet maken aan kinderarbeid. De wet heet Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen, maar wordt beter bekend als het Kinderwetje van Van Houten.
Kinderen mogen dan helpen bij licht, niet-industrieel werk. Niet-industrieel werk betekent dat de kinderen niet mogen werken in een fabriek of met (of bij) machines. Ze mogen wel bijvoorbeeld parkeergarages vegen of afwassen in de keuken van een verzorgingshuis. Ook kan het gaan om een leerproject.