Een agent mag alleen overgaan tot het preventief doorzoeken van kleding of een auto als daar in een concreet geval aanleiding voor is. Fouilleren enkel op basis van het stempel veiligheidsrisicosubject dat iemand vooraf en voor langere tijd krijgt, valt daar niet onder, oordeelt het hof.
In het kader van de opsporing van strafbare feiten mag een aangehouden verdachte aan zijn kleding en lichaam worden onderzocht. De enige uitzondering hierop is de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie. Voor een fouillering op basis van deze verdenkingen hoeft iemand niet eerst aangehouden te zijn.
De politie mag alleen preventief fouilleren in de daarvoor aangewezen veiligheidsrisicogebieden. Dit zijn gebieden met een hoog aantal wapenincidenten en/of een ernstige mate van (vuur)wapengebruik. In deze gebieden geldt ook een messenverbod.
Soms wordt mensen verzocht zich te laten fouilleren voordat ze ergens naar binnen mogen. Men is niet verplicht dit toe te staan, maar bij weigering kan wel de toegang ontzegd worden.
Beveiligers mogen alleen een privaatrechtelijke oppervlakkige veiligheidsfouillering (POV) uitvoeren. Een POV is het oppervlakkig aftasten van kleding na toestemming van de bezoeker om voorwerpen op te sporen die een risico vormen voor de veiligheid in een gelegenheid.
De bevoegdheid van de beveiliging om te fouilleren moet van tevoren gecommuniceerd zijn en worden meegenomen in de huisregels. Zo is het bijvoorbeeld toegestaan bij bezoekers van voetbalwedstrijden of festivals. Binnen het fouilleren is er een scheiding, namelijk veiligheidsfouillering en gerechtelijke fouillering.
In het kader van de politieopdrachten onderscheidt de wet drie soorten fouilleringen van personen, namelijk de veiligheidsfouillering, de gerechtelijke fouillering en de fouillering van een persoon voor deze in een cel wordt opgesloten.
De politie mag alleen aanhouden als u verdachte bent van een strafbaar feit. Er zijn wel uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een verdenking van terrorisme. Dan gaat het om zo'n ernstig strafbaar feit dat ook een aanwijzing genoeg is. Er hoeft dan nog geen duidelijk vermoeden te zijn.
Strenge regels rond bevoegdheid
Sommige bevoegdheden mag de politieagent zelf toepassen. Zwaardere opsporingsbevoegdheden, zoals een telefoon tappen, iemand observeren of een woning doorzoeken (huiszoeking) mogen pas worden toegepast na toestemming van de officier van justitie of de rechter-commissaris.
Een ambtenaar van politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is bevoegd tot het vorderen van inzage van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van personen, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak.
Ook mag de politie een woning binnen gaan om directe hulp te verlenen. Bijvoorbeeld als iemand gereanimeerd moet worden. De politie moet wel aan veel regels voldoen als ze een woning zonder uw toestemming binnen gaat. Zo moeten de agenten zich legitimeren en uitleggen waarom ze uw woning in willen.
Een burgemeester kan een gebied voor een bepaalde tijd aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. De officier van justitie kan binnen zo'n gebied opleggen dat de politie preventief mag fouilleren en vervoermiddelen en bagage mag doorzoeken op de aanwezigheid van wapens.
Preventief fouilleren is het fouilleren van personen in een gebied dat de burgemeester aanwijst. Dat gebied noemen we dan een veiligheidsrisicogebied. Er is op dat moment geen verdenking tegen de betreffende persoon.
U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht. U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht). U heeft het recht om vóór het (eerste) verhoor vertrouwelijk met een advocaat te praten. U heeft recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het verhoor om u bij te staan.
Een visitatie moet objectief en steekproefsgewijs worden uitgevoerd, bij voorkeur in een aparte ruimte en met nodige discretie. De te visiteren persoon laat zijn of haar eigendommen vrijwillig inkijken, maakt ze open en leeg en keert ze desnoods binnenstebuiten om de beveiliger de inhoud te laten zien.
doorzoeken (ww) : fouilleren. onderzoeken (ww) : fouilleren.
Tegenwoordig heerst er enige verwarring over wat men nou wel of niet mag zeggen tegen een agent. Een agent is een ambtenaar in functie en in beginsel is het strafbaar om deze te beledigen. Burgers mogen elkaar overigens ook niet beledigen, maar voor het beledigen van een agent geldt een hogere straf.
Als je de eer of goede naam van een politieambtenaar aantast wordt de straf met een derde verhoogt naar 8 maanden of globaal 11.000 euro boete. Lees meer over beledigen Artikel 261 Wetboek van Strafrecht, beledigen van ambtenaren Artikel 267 Wetboek van Strafrecht en hoogte geldboetes in Nederland.
Als de Officier van Justitie het een ernstige zaak vindt, mag deze een arts erbij vragen om je lichaam te onderzoeken op verboden spullen, net als bij fouilleren. De arts kijkt onder je kleding of doet in en aan je lichaam een onderzoek. Ook kunnen er röntgenfoto's worden gemaakt; Je mag niks meenemen.
Een burgerarrest of burgerarrestatie is het aanhouden van de verdachte van een strafbaar feit door een gewone burger (en niet door een politieagent of een andere wetshandhaver als onderdeel van zijn of haar taken).
Een agent kan je buiten zijn normale diensturen en als hij in burger is toch verbaliseren. Hij mag dit in gans België doen. Wil je een proces-verbaal van een politieagent betwisten, dan is dat niet zo eenvoudig. Zo'n PV heeft namelijk een bijzondere bewijswaarde als het tijdig aan jou werd bezorgd.
Zijn straf: een gevangenisstraf van vier maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 10 maanden (voor een misdrijf). Verder nog één maand hechtenis, een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van drie maanden en een geldboete van € 250,- (voor overtredingen).
Dit artikel geeft de politie de bevoegdheid om NA AANHOUDING een verdachte aan zijn kleding te onderzoeken (artikel 56 lid 4 Sv.). Daarnaast mag een officier van justitie bepalen dat de aangehouden verdachte aan of in zijn lichaam wordt onderzocht (art. 56 lid 1 en 2 Sv.)
De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.
strafrecht: in het belang van een strafrechtelijk onderzoek een persoon aan zijn kleding of lichaam onderzoeken.