Bij een molazwangerschap gaat er tijdens of kort na de bevruchting iets mis. Daardoor groeit er geen embryo in uw baarmoeder. Wel groeit de placenta door, waardoor het in het begin lijkt of u 'gewoon' zwanger bent. Ook uw buik wordt dikker.
Een mola-zwangerschap is een zwangerschap waarbij er (meestal) geen embryo aanwezig is, maar alleen groei van placentaweefsel plaatsvindt. Wanneer er bij of kort na de bevruchting iets misgaat, kan het gebeuren dat alleen de placenta doorgroeit.
Gemiddeld duurt het drie tot vier maanden voordat de bloeduitslagen normaal zijn. Soms daalt het hCG onvoldoende of blijft het te hoog. Dan is verdere behandeling nodig. Soms verdwijnen de mola-blaasjes niet uit de baarmoeder of groeien ze zelfs weer aan.
Een complete mola zwangerschap komt voor bij 1 op de 2.000 zwangerschappen. Bij 1 op de 20.000 zwangerschappen is er sprake van een partiële mola zwangerschap. Bij de bevruchting is een bevruchte eicel ontstaan met teveel genetisch materiaal.
Na die behandeling moet de hoeveelheid zwangerschapshormoon (HCG) in het bloed dalen. Wanneer dat het geval is, daalt de concentratie meestal binnen 8 weken naar normale waarden en blijft dan verder normaal. Vrouwen bij wie een mola is verwijderd, wordt geadviseerd 6 maanden niet zwanger te worden.
Bij een molazwangerschap hebt u last van de bekende zwangerschapsverschijnselen: vermoeidheid en misselijkheid zijn wel vaak aanwezig. U kunt zelfs extreem misselijk zijn. Opvallend is verder het snel dikker worden van uw buik. De concentratie zwangerschapshormoon in uw bloed is extreem hoog.
In Nederland komen per jaar zo'n 200-240 molazwangerschappen voor. Dit is ongeveer 1 op de 2.000 zwangerschappen. Bij ongeveer 15 % van de molazwangerschappen daalt het zwangerschapshormoon niet spontaan en ontwikkelt zich een persisterende trofoblastziekte. Per jaar krijgen zo'n 9 vrouwen een choriocarcinoom.
Je kunt zelf beslissen wanneer je weer zwanger probeert te worden na een miskraam. Je hoeft niet te wachten tot je ongesteld bent geweest. De meeste vrouwen worden 4 tot 6 weken na de miskraam weer ongesteld, sommige later.
Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is het zwangerschapshormoon meestal lager dan bij de zwangerschapsduur hoort. Daarbij stijgt het niet snel of daalt het langzaam. Bij uitzondering stijgt het HCG wel snel. Dat is als de buitenbaarmoederlijke zwangerschap zich als een normale zwangerschap ontwikkelt.
Het vermogen van het menselijk embryo om zich in te nestelen, is namelijk vrij zwak. Men vindt weinig redenen waarom de innesteling mislukt. Dat kan te maken hebben met anatomische factoren in de baarmoederholte of met immunologische factoren. In elk geval kan men ze moeilijk evalueren en afweren.
Wanneer op een echo een kloppend hartje is gezien (vanaf de 6e week), dan is de kans op een miskraam nog maar 1-3%! Vaginaal bloedverlies en/of buikpijn zijn meestal de eerste tekenen van een miskraam. Bij bloedverlies in het begin van de zwangerschap eindigt 50% van de gevallen ook in een miskraam.
Het bloedverlies kan na een miskraam twee tot vier weken aanhouden. Op deze manier kan je dus alweer zwanger worden in de eerste maand na het stoppen van het bloeden na een miskraam, afhankelijk van wanneer je eisprong plaatsvindt. De eerste menstruatie na een miskraam kan heftiger zijn dan normaal.
Wanneer je een urinetest neemt, wordt het hCG hormoon gemeten. Een waarde van dit hormoon van minder dan 5mlU/ml is een negatieve uitslag voor de zwangerschap, en een waarde van boven de 25mlU/ml is een positieve uitslag voor de zwangerschap.
Als op de echo gezien wordt dat het kindje niet meer leeft, maar de miskraam nog niet spontaan opgang is gekomen, spreek je van een missed abortion. Je kunt ervoor kiezen nog even af te wachten of je lichaam het kindje zal afstoten.
Adviezen in de eerste 2 weken na een miskraam: geen tampons gebruiken (wel maandverband) geen seks hebben (niks in de vagina) niet in bad gaan, niet zwemmen (douchen mag wel)
Wanneer je opnieuw zwanger raakt nadat je een baby hebt verloren, dan wordt het kind een 'regenboogbaby' genoemd. De regenboog ontstaat op de scheidingslijn tussen regenvlagen en zonneschijn en symboliseert zo perfect de plek van deze zwangerschap en dit kind.
1 tot 6 weken na de miskraam kun je nog wat bloedverlies en bruine afscheiding hebben. Na 4 tot 6 weken zijn de hormoonspiegels meestal weer normaal. Je menstrueert dan vaak ook weer. Het is verstandig met seks te wachten tot het bloedverlies over is.
Een zwangerschap buiten de baarmoeder kan weggehaald worden met een operatie. Dit gebeurt onder narcose. Meestal haalt de gynaecoloog de hele eileider weg waarin de bevruchte eicel zit. Soms alleen de bevruchte eicel (dan blijft de eileider zitten).
De arts kan zien of er een eisprong is geweest en of de voorwaarden voor een normale bevruchting en zwangerschap aanwezig zijn. Een prille zwangerschap zal steeds met een inwendige gynaecologische echografie worden bekeken. Vanaf de 5de week van de zwangerschap is een vruchtzak met dooierzak zichtbaar in de baarmoeder.
Een zwangerschap buiten de baarmoeder kan nooit doorgroeien tot een baby. Er zijn 3 behandelingen: afwachten tot het lichaam het zwangerschapsweefsel zelf afbreekt.
Als een vrouw zwangerschapssymptomen vertoont en gelooft dat zij zwanger is, maar niet écht zwanger is, dan heet dat schijnzwanger. Iemand die schijnzwanger is, kan zelfs een buikje krijgen en wordt niet ongesteld. Echter groeit er dan toch echt geen baby in de baarmoeder.
De aanwezigheid van een bijplacenta, die op ongeveer 300 be- vallingen één maal zou voorkomen, brengt voor de moeder gevaren mee wanneer deze, na de geboorte van de hoofdplacenta, in de baarmoeder achterblijft.
Zwangerschaps-vergiftiging (pre-eclampsie) is een ziekte tijdens je zwangerschap. Je hebt dan een hoge bloeddruk of te veel eiwitten in je urine (plas). Je kunt klachten hebben als hoofdpijn en misselijk zijn. Je wordt opgenomen in het ziekenhuis.