Waarom deze richting kiezen? Studies Latijn dragen bij tot de algemene vorming van de leerlingen. Ze hebben tot doel inzicht te verwerven in taal en letterkunde, de kunst en cultuur, de maatschappij en de mentaliteit van de Grieken en de Romeinen.
Door de kennis van de Latijnse spraakkunst krijg je meer inzicht in de manier waarop een taal is opgebouwd. Die kennis en vaardigheden kun je ook gebruiken bij het leren van andere talen. Het lezen van Latijnse teksten vraagt van jou een grote nauwkeurigheid, die nuttig is in andere vakken.
Met Latijn kan je later nog alle richtingen uit in het hoger onderwijs. Uit cijfers van het VVKSO blijkt trouwens dat studenten die tijdens hun middelbaar een studierichting hebben gevolgd met een klassieke taal, meer kans hebben om te slagen in het hoger onderwijs. In deze richting volg je een minimumpakket wiskunde.
Voor de hand liggende keuzes zijn onderwijs, verpleegkunde, logopedie & audiologie, toegepaste taalkunde, … Voor de hand liggende keuzes zijn geschiedenis, taal- & letterkunde, rechten, ... Meer info over deze richting en de vervolgopleidingen in hoger onderwijs zijn te vinden op www.onderwijskiezer.be.
Voor de hand liggende keuzes zijn geschiedenis, geneeskunde, farmaceutische wetenschappen, ingenieurswetenschappen, rechten, biomedische wetenschappen, wiskunde, fysica en sterrenkunde, informatica, industriële wetenschappen, ingenieurswetenschappen, architectuur, …
Humane Wetenschappen is een ASO richting. Je volgt dus algemene vakken zoals wiskunde, talen, geschiedenis, aardrijkskunde, enz., maar ook twee typisch humane wetenschapsvakken: Gedragswetenschappen en Cultuurwetenschappen. Je kan deze richting ook combineren met sport.
Het is zo dat wanneer je dokter wil worden een aantal Latijnse woorden moet kenne, zoals voor een bepaald lichaamsdeel of een bepaalde aandoening. Hoewel dat zo is, is het niet noodzakelijk om specifiek Latijn te studeren.
Volgens sommigen is het Latijn nog steeds een levende taal. Zo leeft het Latijn voort in de katholieke liturgie en communicatie in het Vaticaan, of zelfs in moderne Romaanse talen zoals het Italiaans, Spaans of Frans.
Bij het vak Latijn leer je allereerst veel woordenschat. Meestal moet je in het eerste middelbaar zo'n tien woordjes per dag leren. Je leert hierbij dus niet alleen de Latijnse woordenschat op zich, maar je leert ook om de leerstof bij te houden.
Ook in de wetenschappelijke en medische wereld zit je goed als je Latijn hebt gedaan. Denk maar aan woorden als cardio-vasculair, aan Latijnse benamingen van planten, en aan woorden als astrolabium. Ook voor de studie rechten is Latijn een handig duwtje in de rug.
De teksten zijn erg gevarieerd: epos, geschiedschrijving, toneel, welsprekendheid, lyriek, filosofie – of je nu Latijn of Grieks kiest, je komt met al die genres wel een keer in aanraking. Tijdens de Griekenlandreis of de Romereis zie je opeens hoe belangrijk die klassieken zijn geweest in latere tijden.
Bij leren voor Latijn ga je het hardste vooruit als je veel leest. Je slaat automatisch veel tekst op en je woordenschat schiet omhoog. Zorg dat je van school goede literatuur krijgt om zoveel mogelijk teksten te gaan vertalen. Het helpt al heel erg als je deze teksten interessant vindt.
In Latijn bestudeer je poëtische, historische, retorische en juridische teksten. Dit geeft je inzicht in de literatuurgeschiedenis en draagt bij tot de ontwikkeling van je literaire smaak. De lectuur van Latijnse auteurs brengt je tevens in contact met een beschaving die één van de pijlers is van de Westerse wereld.
Volgens een onderzoek van Paul Bernard Diederich van the University of Chicago Press, bestaat het Latijn uit ongeveer 194,387 woorden, exclusief eigennamen.
Eigenlijk zijn ze allebei niet uitgestorven, alleen veranderd. Dat is normaal, want talen veranderen in de loop van de eeuwen altijd. In dat veranderingsproces heeft het Latijn nieuwe namen gekregen, maar het Grieks niet. Het Nieuwgrieks lijkt ook nog wel op het klassieke Grieks, maar de verschillen zijn groot.
In de medische wereld wordt vaak gebruik gemaakt van Latijn, dit is een taal die bekend is over de hele wereld dat is dus makkelijker communiceren met anderstalige doktoren en ziekenhuizen.
Afgezien van diakritische tekens bestaan de meeste Latijnse alfabetten uit de volgende 26 letters. De Nederlandse namen van de letters zijn, op een enkele uitzondering na, niets anders dan de letters zelf.
Er zijn wel mensen die het moeilijk vinden maar dat is omdat je vaak heel veel moet lezen en dat dan ook nog allemaal uit je hoofd moet leren. Maar als je daar goed in bent, en je kunt ook nog een beetje logisch na denken valt het allemaal wel mee.
Het vak wiskunde B is het meest geschikt voor scholieren die een bèta vervolgstudie willen gaan volgen zoals natuurkunde, econometrie of biologie. Binnen wiskunde B werk je vooral veel met grafieken en algebra.
'Wetenschappen-wiskunde wordt vandaag in de markt gezet als de moeilijkste richting. Grieks moet er dus toch ergens in slagen om de talenten die de leerlingen al hebben, verder aan te scherpen en te verdiepen. Maar om die magische formule te ontrafelen, is grondig onderzoek nodig. '
Studierichting "Humane wetenschappen"
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO. Alle studierichtingen van het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) bereiden enkel voor op verder studeren in het hoger onderwijs.
Het beste antwoord
Toegevoegd na 1 minuut: Je kunt na je studie economie of humane wetenschappen altijd nog geneeskunde gaan studeren.