Een trilplaat wordt vaak gebruikt bij bestratingswerk om de ondergrond en de bestrating zelf goed aan te trillen. Dit zorgt ervoor dat de stenen stevig op hun plek liggen en dat de bestrating gelijkmatig verzakt. Het gebruik van een trilplaat helpt om de stabiliteit en duurzaamheid van de bestrating te garanderen.
De mate van inklinken kan variëren, maar meestal wordt verwacht dat het zandbed na het aan-trillen ongeveer 10% tot 20% inzakt. Dit betekent dat als je een zandbed van 8 centimeter dik hebt aangebracht, het na het aantrillen ongeveer 6,4 tot 7,2 centimeter dik kan zijn.
Kun je tuintegels leggen zonder trilplaat? Tuintegels kun je prima leggen zonder trilplaat. Sterker nog, keramische tegels kun je het beste helemaal niet aftrillen om breuk te voorkomen. Betontegels zou je kunnen aftrillen met een rubberen mat.
Droog zand is essentieel omdat het beter te verdichten is. Door het zand goed aan te trillen of te stampen, creëer je een stevige, stabiele ondergrond die de bestrating langdurig kan ondersteunen. Het vocht in nat zand maakt het moeilijker om deze verdichting goed uit te voeren, waardoor de ondergrond minder stevig is.
Als een vloer poreus is of van een materiaal is gemaakt met zo veel veel zuigkracht dat het vocht opneemt – beton bijvoorbeeld – dan is bouwfolie noodzakelijk. De folie dient als beschermlaag tussen het beton en de ondergrond. Doordat de bouwfolie het vochttransport tegenhoudt, hardt het beton ook niet snel uit.
Wat als je geen dampfolie aanbrengt? Wanneer je geen dampscherm plaatst, vergroot je het risico dat vochtige binnenlucht in de isolatie dringt. Dit kan vervolgens leiden tot schimmelvorming en een verminderde werking van de isolatie. Wil je zeker zijn van een kwalitatieve isolatie van je dak, muren, vloer…
Installeer nooit plastic onder een bestratingsproject
Meestal beginnen zaden bovenaan scheuren en groeien hun wortels naar beneden. Het gebruik van hoogwaardig polymeerzand en ervoor zorgen dat voegen tot 3 mm (1/8 inch) van het oppervlak worden gevuld, zijn de beste manieren om onkruidgroei te voorkomen.
Een trilplaat wordt vaak gebruikt bij bestratingswerk om de ondergrond en de bestrating zelf goed aan te trillen. Dit zorgt ervoor dat de stenen stevig op hun plek liggen en dat de bestrating gelijkmatig verzakt. Het gebruik van een trilplaat helpt om de stabiliteit en duurzaamheid van de bestrating te garanderen.
Afschot bepalen
Bestrating op afschot leggen betekent dat je je stoep, looppad, terras of oprit iets laat aflopen, zodat er minder water op blijft staan. Je kunt het water naar een gootje, border of gazon leiden. Gebruik per strekkende meter, 1 centimeter afschot. Een terras van 5 meter lang loopt dus 5 centimeter af.
Daarnaast laat wit zand veel beter water door, waardoor er dus minder plasvorming op de bestrating ontstaat en de tegels niet gaan “drijven”. Het is in Nederland niet mogelijk om één richtlijn voor de dikte van de laag wit zand te hanteren.
Je kunt bestrating op nat zand leggen. Geef het gewoon een paar dagen voordat je de definitieve verdichting uitvoert.
Veel hangt af van de ervaring en hoe je de stabilisé gespreid hebt. Voorbeeld : met kruiwagen en troefel zal de stabilise veel losser en meer inklinken dan uitgespreid met een wiellader van 0.5 ton. Begin je dan nog gelijk te leggen met een rotereg of kraan dan zal dat 1% inklinken.
De kosten voor het bestraten van uw tuin variëren van € 40,- tot € 80,- per m², inclusief stratenmaker, de bestrating en voegzand. Een stratenmaker kost gemiddeld € 14,- per m² en bestrating kost gemiddeld € 15,- per m² voor koppelstones tot wel € 65,- per m² voor natuursteen.
Mocht je geen trilplaat tot je beschikking hebben kan je het zand ook laten inklinken door het door en door nat te maken. Door het wegtrekken van het water in de grond zal het zand zich gaan zetten, en zichzelf verstevigen. Dit proces duurt natuurlijk wel veel langer dan het aantrillen.
Zelfs met de beste voorbereiding kan straatklinkers soms tekenen van verzakking of instabiliteit vertonen . Belangrijke indicatoren zijn onder meer oneffen oppervlakken, zichtbare openingen tussen straatstenen en waterophopingen op bepaalde plekken. Door deze problemen vroegtijdig aan te pakken, kunt u grotere schade voorkomen.
Bij het werken met een trilplaat treedt blootstelling op aan hand-armtrillingen met een trillingsintensiteit tot circa 15 m/s². De actiewaarde (2,5 m/s², gemiddeld over een werkdag) kan worden overschreden indien langer dan circa 1 uur per dag met een trilplaat wordt gewerkt.
10 tot 30 centimeter
In de regel wordt aanbevolen een zandbed aan te leggen van ten minste tien centimeter dik. Dit geldt dan voor plekken met een stevige ondergrond en waar de bestrating niet zwaar belast zal worden.
Het Bouwbesluit stelt dus geen eisen aan het afschot van daken. Feitelijk wordt er aangegeven dat bij oppervlakten die water moeten afvoeren een zodanig afschot is gerealiseerd dat ook bij de doorbuiging in de eindtoestand elk punt van de oppervlakte water kan blijven afvoeren naar de aanwezige afvoerpunten.
Gebakken bestrating moet tegen elkaar worden gelegd, zonder voeg. Strakke, gebakken bestrating mag nooit worden afgetrild. Wij adviseren om getrommelde gebakken bestrating wel af te trillen met een rubber mat. Gebakken bestrating kan het beste op maat worden gezaagd i.p.v. geknipt.
Stap 3: Afgraven: Verwijder de bovenste laag gras, onkruid en grote stenen. Graaf ongeveer 15-20 cm diep voor plantenbedden en 20 cm voor paden en terrassen met sierbestrating.
Aan te vullen hoogte in meters: Voor een zandbed van zand onder bestrating wordt een laagdikte gebruikt van 15-20cm (bij licht gebruik). Bij zwaarder gebruik moet de laagdikte 20-40cm zijn.
Plaats geen plastic onder de bestrating .
Overmatig water verzwakt mortels en beton, dus stijvere mengsels (lagere inzakking) kunnen worden gebruikt tijdens lichte regen of motregen om de extra vochtigheid van de omgeving op te vangen . Voor ongebonden leglagen is de gebruikelijke vuistregel dat het bed of de dekvloer niet verzadigd mag zijn of overtollig water mag bevatten.
Het is de beschermlaag tussen een betonnen oppervlakte zoals muur of vloer en de vochtige grond of lucht. Zo voorkom je dat vocht, zuren, schimmels, druk en plantwortels de fundering onder de grond kunnen beschadigingen.