Rechtshandelingen zijn handelingen waarvan degene die die handeling verricht, het rechtsgevolg beoogt. Denk bijvoorbeeld aan het sluiten van een koopovereenkomst om een auto te kopen of het opsteken van je hand op een veiling.
Een overeenkomst is steeds een twee-of meerzijdige rechtshandeling en onderscheidt zich hierdoor van de eenzijdige rechtshandeling, zoals bv. een aanbod of een testament, waarbij één wilsuiting voldoende is. Een overeenkomst is ofwel wederkerig ofwel eenzijdig.
Een rechtsgevolg is het ontstaan, tenietgaan of gewijzigd raken van een juridische relatie. Voorbeelden van rechtshandelingen zijn het sluiten van een koopovereenkomst of een arbeidsovereenkomst. Een onrechtmatige daad is bijvoorbeeld geen rechtshandeling, want hierbij is geen rechtsgevolg beoogd.
Een rechtshandeling voer je uit als je graag een bepaalde juridische relatie wil laten ontstaan, wijzigen of beëindigen. Waar je aan kan denken bij een juridische relatie is bijvoorbeeld een huurcontract. Het opzeggen maar dus ook het wijzigen of ondertekenen van dit huurcontract zijn rechtshandelingen.
Natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen rechtshandelingen verrichten. Dit is een (feitelijke) handeling waarbij men een bepaald (rechts)gevolg beoogt. Bijvoorbeeld de koop van een auto, het sluiten van een contract of een schenking.
Een feitelijke handeling is een menselijke handeling die niet gericht is geweest op het intreden van een bepaald rechtsgevolg terwijl het rechtsgevolg wel ontstaat. Een rechtshandeling is een handeling die juist wel gericht is geweest op het intreden van een bepaald rechtsgevolg.
Moment waarop de rechtshandeling tot stand komt De rechtshandeling komt tot stand op het moment waarop de wilsverklaring haar werking krijgt. Hierbij geldt de genuanceerde ontvangsttheorie art. 3:37 lid 3 BW: - De verklaring werkt vanaf het moment waarop zij degene tot wie zij is gericht heeft bereikt.
Voorbeelden. Een voorbeeld van een eenzijdige rechtshandeling is het aanvaarden of verwerpen van een erfenis. Een voorbeeld van een meerzijdige rechtshandeling is een overeenkomst.
Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
De woordgroep om niet (vroeger uit weldadigheid, in België uit vrijgevigheid) is een term uit het verbintenissenrecht waarmee bedoeld wordt dat bij een verbintenis geen tegenprestatie bedongen is. De term is afkomstig uit het Napoleontische recht.
Bij het inroepen van de actio pauliana, wordt een verschil gemaakt tussen de rechtshandeling om niet (dat wil zeggen: er is geen tegenprestatie, denk aan de schuldenaar die zijn auto wegschenkt) en de rechtshandeling anders dan om niet (wél een tegenprestatie, denk aan de schuldenaar die zijn auto goedkoop verkoopt).
Art. 3:32 lid 1 B.W. begint met te bepalen, wie “bekwaam” is rechtshandelingen te verrichten: iedere natuurlijke persoon, behoudens wettelijke uitzonderingen (bvb.minderjarigen). Iemand die “bekwaam” is rechtshandelingen te verrichten is volgens de wet iemand, die juridisch in staat is rechtshandelingen te verrichten.
Bevestiging is een eenzijdige rechtshandeling.
Op grond van artikel 3:39 BW en artikel 3:40 BW kan een rechtshandeling nietig zijn. Als een rechtshandeling niet in de voorgeschreven vorm is verricht, is deze nietig. Ook als een rechtshandeling door zijn inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, is deze nietig.
Eenzijdige rechtshandelingen zijn rechtshandelingen die door één partij die bij de overeenkomst is betrokken worden gedaan. Voorbeelden van eenzijdige rechtshandelingen zijn: het beëindigen van het huurcontract of het ontslag van een werknemer.
Genoemd onderscheid is in het bestuursrecht van belang om te bepalen op welke wijze men zich tegen een bepaald overheidsoptreden kan verweren. Een rechtshandeling is een handeling waarmee een bestuursorgaan beoogt een rechts-gevolg tot stand te brengen. Bij een feitelijke handeling bestaat dit oogmerk niet.
Een ongerichte eenzijdige rechtshandeling wordt niet jegens een specifieke andere persoon gedaan. Een voorbeeld daarvan is het maken van een testament.
Het opmaken van een testament is een ongerichte eenzijdige rechtshandeling. Een testament bevat een uiterste wil van slechts één persoon.
Verbintenissen uit de wet De onrechtmatige daad is verreweg de belangrijkste bron van verbintenissen uit de wet (art. 6: BW). Dit type verbintenissen worden verbintenissen uit de wet genoemd, omdat de wet aan een bepaald rechtsfeit rechtstreeks een of meer rechtsgevolgen verbindt.
Een meerzijdige rechtshandeling is een rechtshandeling die door minstens twee personen wordt verricht, bijvoorbeeld een huwelijk of een koopovereenkomst.
Ontbinding en het gevolg
Buitengerechtelijke ontbinding is een eenzijdige rechtshandeling en daarom heeft u hiervoor geen rechter nodig. Het gevolg van ontbinding is dat de situatie weer teruggebracht moet worden als ware er geen overeenkomst heeft plaatsgevonden.
Een tweezijdige rechtshandeling is een rechtshandeling waarvoor twee afzonderlijke partijen samen hun wil moeten uiten om te kunnen bestaan (contract …).
De meerzijdige rechtshandeling is een rechtshandeling die door meer dan een persoon wordt verricht. Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, omdat die tot stand wordt gebracht doordat de ene persoon een aanbod doet dat door een andere persoon wordt aanvaard.
6.De schenking is een meerzijdige rechtshandeling – in het bijzonder een eenzijdige overeenkomst – en komt tot stand door aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW).