In een normale zin komt de persoonsvorm na het onderwerp. Als je in een zin de volgorde van onderwerp en persoonsvorm omdraait, spreek je van inversie. Je mag inversie alleen gebruiken in vraagzinnen, in zinnen die beginnen met een ander zinsdeel dan het onderwerp of in zinnen die beginnen met een bijzin.
Het verschijnsel betreft zinnen waarin een ander zinsdeel dan het onderwerp op de eerste plaats staat, en ja/nee-vragen waarin de persoonsvorm vooropstaat. Voorbeelden van zinnen met inversie: (1) Morgen ga ik naar de markt. (2) De vuilniszakken heeft hij vanochtend op de hoek van de straat gezet.
Inversie is de omkering van de gewone woordvolgorde 'onderwerp - persoonsvorm' in hoofdzinnen. Bij inversie staat de persoonsvorm dus vóór het onderwerp. Dat wordt gewoonlijk veroorzaakt doordat een zin begint met een zinsdeel dat niet het onderwerp of de persoonsvorm is. Ook in ja-neevragen is er inversie.
Een foutieve inversie is een fout in de woordvolgorde van de zin. De volgorde is meestal onderwerp + persoonsvorm + de rest van de zin. Bij een foutieve inversie verwissel je het onderwerp en de persoonsvorm van plaats, terwijl dit niet zou moeten.
"Ghi ghevet" (= jullie geven). Na verloop van tijd kreeg "du" concurrentie van "ghi". Steeds vaker werd "ghi" nu ook in het enkelvoud gebruikt, waarna heel geleidelijk het voornaamwoord "du" uit het Nederlands verdween.
Deze wordt als de eerste beschaving ter wereld gezien. In 3300 v. Chr. werd hier het schrift uitgevonden, en er ontstonden de eerste stadstaten.
Voordat er geld was uitgevonden bestonden er al functies als stamhoofd, jager en medicijnman. Later ontwikkelden zich beroepen als krijger/soldaat, priester, landbouwer, visser, koopman. Concentratie van rijkdom, maakte het mogelijk dat beeldende kunstenaars en musici van hun kunst hun beroep konden maken.
De toegenomen moeilijkheid om visuele stimuli te leren herkennen die normaal op een bepaalde manier worden weergegeven, als ze ondersteboven worden aangeboden.
Als er bij een samentrekking geen sprake is van dezelfde betekenis, dezelfde grammaticale functie en dezelfde plek in de zin, dan gaat het om een foutieve samentrekking. Enkele voorbeelden daarvan zijn: Hij heeft een diploma en daar hard voor gewerkt.
Foutieve samentrekking betekenis
In een zin met een foutieve samentrekking laat je woorden weg die je niet kunt weglaten. Als je een samengestelde zin schrijft, kun je vaak een woord of een paar woorden weglaten. Dit noemen we een samentrekking.
Inversie. Bij inversie draai je je onderwerp en je werkwoord om. Een zin als "tu vas au foot" wordt dan "vas-tu au foot?". Zoals je kan zien, komt er tussen het werkwoord en het onderwerp een liggend streepje, in het Frans "tiret" genaamd.
Ook wordt er aangegeven hoe het werkt in de directe rede of indirecte rede. Est-ce que = Wat (aan het begin van een vraagzin, betekent letterlijk "is het dat", wordt niet in het Nederlands vertaald. Est-ce que tu as faim?
Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat.
De congruentiefout, ook wel incongruentie, genoemd, is een stijlfout die wij heel vaak tegenkomen in scripties en verslagen. De congruentiefout wordt gemaakt wanneer het onderwerp en de persoonsvorm in een zin qua 'getal' niet met elkaar overeenkomen.
Incongruentie definities
naamw. (v.) Uitspraak: [ɪnkɔnxry'wɛn(t)si] Verbuigingen: incongruentie|s (meerv.) feit dat dingen niet goed bij elkaar passen, niet goed overeenstemmen Voorbeelden: `In taal is incongruentie tussen onderwerp en persoonsvorm...
Bij alle soorten samentrekking kan zowel voorwaartse als achterwaartse samentrekking plaatsvinden. Bij voorwaartse samentrekking wordt het gezamenlijke deel genoemd in het eerste deel van de samentrekking, en weggelaten in de daaropvolgende delen.
Reacties. 1 samentrekking in werkwoorden Je mag pas samentrekken in werkwoorden, als die : - dezelfde betekenis hebben; - hetzelfde getal hebben; - tot dezelfde soort behoren (zw, hww of kww); - in dezelfde tijd staan (PV, VD, INF of OD). Niet voldoen aan deze voorwaarden leidt een foutieve samentrekking.
Een weglatingsstreepje geeft aan wanneer een deel van het woord is weggelaten. Als er dus geen deel is weggelaten hoef je het streepje ook niet te plaatsen. Met andere woorden alleen als het oorspronkelijke woord aan elkaar werd geschreven schrijf je een streepje, waren het losse woorden, dan komt er geen streepje.
Luchtverontreiniging. Het nadeel van een inversielaag is dat de luchtkwaliteit sterk achteruit gaat. Door weinig wind en het zogenaamde “deksel op de pan” kan de uitstoot van schadelijke stoffen niet weg en blijft als een deken onder de inversielaag hangen. Smog is hierdoor het gevolg.
Eversie is de beweging van de voetzool van het mediane vlak vlak af, dus naar lateraal (pes valgus). De tegenovergestelde beweging is inversie (pes varus). Inversie en eversie worden niet respectievelijk supinatie en pronatie genoemd, analoog aan de bewegingen van de hand.
Temperatuurinversies komen vaak voor wanneer een warme, minder dichte luchtmassa beweegt over een dichte, koude luchtmassa. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de lucht nabij de grond snel warmte verliest tijdens een heldere nacht.
Stronttonnetjesscheppers, omroepers, lantaarnopstekers en ijsdragers: wie kent ze nog? Ook telegrambestellers en kolenboeren zul je niet snel meer tegenkomen. Veel beroepen zijn intussen zeldzaam geworden of simpelweg verdwenen en vergeten.