In 1681 opperde zijn collega W. Winschoten dat de term bakboord te maken moest hebben met de plek waar de etensbak van de stuurman stond. Het roer, of de helmstok, van een schip zat vroeger niet aan de achtersteven, maar hing aan een leren ring aan de rechterkant van het schip (dat verklaart meteen de naam stuurboord).
Net als bij een rood stoplicht geeft de rode kleur de stuurman aan dat hij geen vrije vaart heeft – een uitwijkmanoeuvre kan nodig zijn. Ziet de stuurman daarentegen een groen licht, dan kan hij met een gerust hart koers houden, want het andere schip moet voor hem uitwijken.
Bakboord is de linkerzijde van een schip, en stuurboord is de rechterzijde, gezien in de normale vaarrichting (naar de boeg toe gekeken). Voor een roeier, die achterstevoren in de boot zit, zijn links en rechts namelijk omgekeerd, maar bakboord en stuurboord blijven altijd hetzelfde.
De navigatielichten op de zijkanten van een schip (en een vliegtuig) hebben verschillende kleuren: aan bakboord rood, aan stuurboord groen. Deze lichten helpen andere schippers de beweegrichting en bak- en stuurboordzijde van een naderend schip te bepalen in het donker.
Stuurboord heeft een extra 'r', en daarom is stuurboord rechts. Bakboord heeft deze extra 'r' niet en is daarom links. Op schepen wordt het ezelsbruggetje gras gebruikt.
Hoewel Japan geen vroegere kolonie van Groot-Brittannië is, rijdt het land ook links. Dat kwam doordat in 1872 de eerste Japanse spoorlijn werd geopend, gebouwd met Britse expertise. De trein reed links en dat bleef zo bij de verdere uitbouw van het Japanse spoor- en tramlijnnetwerk.
Transportkarren zonder bok
Toen eind zeventiende eeuw in Frankrijk en de Verenigde Staten grote vervoerskarren zonder bok gebruikt gingen worden voor het transport van landbouwproducten, was rechts rijden echter de meest logische keuze.
Het beste antwoord. Antifouling Door "fouling" veroorzaakte roest. Fouling is de ongewenste aangroei van microscopisch kleine organismen, mosselen en algen op de scheepsromp onder het wateroppervlakte. Om het schip hiertegen te beschermen gebruikt men een antifouling.
Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan moet het loefwaartse schip voorrang verlenen aan het lijwaartse schip.
De richting van het vaarwater
Laterale betonning zijn de rode en groene boeien die je op een rij op ongeveer gelijke afstand in het water ziet liggen. De markering kan ook als een walbaken op de oever staan. Ze geven de richting en breedte van het vaarwater aan.
Een roer van een vaartuig is een beweegbaar stuurvlak, dat dient om een schip op koers te houden of gecontroleerd van koers te doen veranderen.
De boeg is het voorste deel van een schip/boot. De boeg vormt de voorste punt in de voorsteven. Het merendeel van de boegen hebben als doel de scheepsweerstand te verminderen en stampen van het schip te verminderen.
Wie heeft voorrang op het water? Degene aan stuurboordwal (rechts) gaat voor. Kleine schepen moeten voorrang verlenen aan grote schepen (groter dan 20m), passagiersschepen, veerponten en sleepboten. Beroepsvaart gaat voor pleziervaart.
Aldus bakboord. Ten slotte: waarom gebruiken de Engelsen portside? Het roerblad moest vrij blijven bij aanleggen in de haven of port, waardoor men altijd met de kant aan de kade lag die als vanzelf portside ging heten.
Wat is stuurboordwal? Je spreekt alleen over stuur- of bakboordwal op een vaarweg. Dus, een rivier, kanaal of een betonde vaargeul. In principe is alle vaarwater rechts van het midden stuurboordwal.
Het toplicht moet officieel 1 meter boven of voor de boordlichten (stuur- en bakboordlicht) geplaatst zijn. Stuurboordlicht. Dit is een groen licht aan de rechterkant (stuurboordzijde) van het schip en schijnt naar voren en opzij. Heklicht.
Betekenis boeien
De markering die de recreatievaargeul aangeeft is herkenbaar aan de rood-witte en groen-witte strepen. Op grotere wateren als de Waddenzee, Westerschelde en de Noordzee worden gele boeien gelegd om de recreatiegebieden aan te geven. Dit doen we in verband met internationale regelgeving.
Het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) bevat de verkeersregels voor de Nederlandse binnenwateren. Zo staan hierin de borden en overige verkeerstekens vermeld, de te voeren verlichting, tekens en geluidsseinen voor vaartuigen, en de voorrangs- en uitwijkregels op het water.
In het RPR mogen alle kleine zeilschepen een rondom schijnend wit licht voeren en bij nadering een tweede wit licht tonen. In het BPR geldt dat alleen voor zeilschepen kleiner dan 7 meter. Een 'alleen varende bijboot' hoeft geen licht te voeren maar moet bij naderen van een ander schip wel direct een licht tonen.
Rood is officieel de snelste kleur.
Antifouling is een verf waar biociden en aangroeiwerende middelen aan zijn toegevoegd. Gemiddeld gaat een antifouling vijf jaar mee afhankelijk van de tijd dat de boot in het water ligt. Wordt een boot elk jaar op het droge gestald dan gaat de antifouling langer mee.
Voor langzaam varende boten (tot 25 knopen) is een zachte antifouling coating aan te raden. Vaart het schip harder dan 25 knopen of valt deze droog? Kies dan voor een harde antifouling coating (later meer over deze twee typen).
Het eerste besluit om aan de rechterkant van de weg te rijden in Zweden stamt al uit 1718. In 1734 werd echter Vänstertrafik (Zweeds voor links verkeer) ingevoerd. Toen de auto opkwam bleef men aan de linkerkant van de weg rijden. Desondanks werd er vooral in auto's gereden met het stuur aan de linkerkant.
Behalve in Engeland, is links rijden ook verplicht in Australië, Cyprus, Indonesië, Nepal, Namibië, Japan, Maleisië, Barbados, Zuid-Afrika, Bangladesh, Thailand, Schotland, Pakistan, India, Hongkong, Ierland, Oeganda en Sri Lanka.
Rijden onder invloed
In alle staten is het maximaal toegestane alcoholgehalte in het bloed 0,8 promille. Voor personen jonger dan 21 jaar geldt in alle staten een absoluut alcoholverbod. Het is verboden te rijden onder invloed van drugs.