Als je een uitkering krijgt, heb je geen recht op de arbeidskorting. Je werkgever of uitkeringsinstantie verrekent deze heffingskortingen al met de loonheffing. De loonheffing wordt door je werkgever of uitkeringsinstantie ingehouden op je loon of uitkering. Je hoeft daar zelf dus niets voor te doen.
U heeft recht op arbeidskorting als u loon, winst uit een onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden heeft. De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. Voor mensen die werken stijgt in 2024 de arbeidskorting met € 115 voor inkomens rond het wettelijk minimumloon.
U vindt het bedrag aan arbeidskorting dan op uw jaaropgaaf onder Verrekende arbeidskorting.
Hoeveel loonheffingskorting je krijgt, hangt af van de hoogte van je salaris of uitkering. In 2023 was de maximale arbeidskorting die je kunt krijgen: €5.052 per jaar. Verdien je meer dan € 37.626 bruto per jaar, dan neemt de hoogte van de loonheffingskorting af.
Een WW-uitkering telt niet mee als inkomen dat bepalend is voor de hoogte van de arbeidskorting en van de IACK. Iemand die een WW-uitkering heeft en ziek wordt en daardoor een ZW-uitkering ontvangt, heeft op dat moment een hoger inkomen dat meetelt voor de bepaling van de hoogte van de arbeidskorting en de IACK.
Als je werkt, krijg je ook de arbeidskorting. Hoeveel arbeidskorting je krijgt, is afhankelijk van de hoogte van je inkomen uit je werk. Als je een uitkering krijgt, heb je geen recht op de arbeidskorting. Je werkgever of uitkeringsinstantie verrekent deze heffingskortingen al met de loonheffing.
Afbouw uitbetaling arbeidskorting
Tot 2023 gold dat wij de arbeidskorting uitbetaalden als u voldeed aan de volgende 2 voorwaarden: U betaalde weinig belasting over uw inkomen. U had meer dan 6 maanden een fiscale partner die voldoende belasting betaalde.
Hierdoor hoef je dus minder belasting te betalen over je salaris. Er zijn meerdere heffingskortingen, waar loonheffingskorting er één van is. De loonheffingskorting bestaat uit de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Arbeidskorting valt onder één van de heffingskortingen. Deze korting wordt door de Belastingdienst ingehouden op de inkomstenbelasting die je moet betalen. Dit wil dus zeggen dat je korting krijgt op je belasting. Iedereen die werkt heeft recht op deze korting, ongeacht de hoogte van het arbeidsinkomen.
U heeft recht op de arbeidskorting als u werkt, als u inkomsten heeft uit tegenwoordige arbeid. Als u een uitkering ontvangt heeft u (meestal) geen recht op arbeidskorting. De arbeidskorting is inkomensafhankelijk. Dit betekent dat de hoogte van deze 'belastingkorting' afhankelijk is van uw inkomen uit arbeid.
U vraagt de loonheffingskorting aan bij uw werkgever. Meestal als u start met uw nieuwe baan, maar het kan ook later. Hebt u een uitkering? Dan vraagt u de korting aan bij uw uitkeringsinstantie.
De groene tabellen worden toegepast op het loon uit vroegere dienstbetrekking. Hierbij is meestal sprake van een beëindigde dienstbetrekking. Dit loon is geen vergoeding voor het werk zelf, maar een vergoeding omdat de werknemer vroeger heeft gewerkt.
Je betaalt dus minder belasting over je loon, waardoor jij netto meer overhoudt. Je mag op één inkomen loonheffingskorting toepassen. Als je op meerdere inkomens loonheffingskorting toepast, krijg je teveel korting op je belasting en moet je dit achteraf terugbetalen aan de Belastingdienst.
Rekenvoorbeeld 1
Je inkomen uit loondienst is € 17.000. De arbeidskorting is dan: € 163 + 19,679% x € 17.000 – € 9010 = € 1735.
In 2020 heeft iedereen met een inkomen tot €68.507 iets meer recht op de heffingskorting. Bij een inkomen tot €20.711 bedraagt de algemene heffingskorting altijd €2.711. Voor AOW-ers is dit €1.413. Het omslagpunt van daling van de algemene heffingskorting begint bij een inkomen van €20.711.
2. Heffingskorting: Partners hebben ieder een eigen recht op de heffingskorting. De niet- of weinig verdienende partner kan deze heffingskorting alleen benutten als de werkende partner in Nederland belastingen en premie volksverzekeringen betaalt.
Heffingskorting 2020
Wie tussen 0 en 20.711 euro verdient, krijgt de volledige heffingskorting van 2.711 euro, en wie meer dan 68.507 euro verdient, krijgt geen heffingskorting. Tussen de 20.711 en 68.507 euro krijg je een korting die neerkomt op 2.711 - (5,672 procent van je inkomen - 20.711 euro).
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
Hebt u geen of een laag inkomen? Dan betaalt u geen of weinig belasting. Het kan zijn dat het bedrag aan heffingskortingen waarop u recht hebt, hoger is dan de belasting die u moet betalen. U kunt uw heffingskortingen dan niet volledig verrekenen met de belasting die u moet betalen.
Minister Van Gennip stelt vast dat een IVA-uitkering niet kwalificeert als inkomen uit tegenwoordige arbeid en dat arbeidskorting daarom niet van toepassing is. Van Gennip legt uit dat arbeidskorting een stimulans is voor arbeidsparticipatie en alleen (meer) werken daarmee zorgt voor dit belastingvoordeel.
Via de Belastingdienst kun je het teveel betaalde deel van je loonheffing terugvragen via je aangifte inkomstenbelasting. Dat doe je dus achteraf: aan het begin van het jaar over het jaar daarvoor.
Om erachter te komen hoeveel loonheffing je terugkrijgt, vul je jouw belastingaangifte in. Houd er rekening mee dat je niet altijd geld terugkrijgt, soms moet je ook geld betalen.
Arbeidskorting 2023: extra verhoging
In 2023 voert het kabinet extra verhoging van de belastingkorting door voor werkenden. Werkenden met een laag of middeninkomen profiteren het meest van deze verhoging van de arbeidskorting. Per jaar kun je hierdoor tot ruim € 500 per jaar extra krijgen dankzij arbeidskorting.