De ingreep wordt gebruikt om de persoon te kunnen laten ademhalen, veelal als dit via de mond en neus niet gaat of wanneer langdurige beademing nodig is. Als het buisje geplaatst is, spreekt men van een patiënt met een tracheacanule.
Een tracheotomie is een operatie waarbij een tracheacanule in de luchtpijp wordt geplaatst. Een tracheacanule is een krom kunststof buisje dat via een opening in de hals de adem rechtstreeks naar de luchtpijp brengt, zonder eerst door de mond of neus te gaan. Hierop is het beademingsapparaat aangesloten.
Een tracheotomie is een gaatje in de huid van de hals tot in de luchtpijp. De ademhaling gaat dan via deze open verbinding tussen de luchtpijp en de buitenlucht.
slikklachten, zoals moeilijk kunnen slikken, pijn bij het slikken of vaak verslikken. veel slijm in de keel. het gevoel dat er iets blijft hangen in de keel. klachten aan 1 of beide oren, zoals dichte oren, slecht horen, pijn die van de keel naar de oren straalt.
Er zijn verschillende redenen om een tracheostoma te plaatsen: Er wordt verwacht dat iemand langere tijd kunstmatig beademd moet gaan worden; Het ontwennen van de beademing verloopt moeizaam en duurt langer; Slijm wordt onvoldoende of niet opgehoest.
Eten en drinken met een tracheostoma
Met een tracheostoma is eten en drinken vaak mogelijk. Een voorwaarde is dat de patient zelf kan slikken en hoesten. De logopedist beoordeelt in hoeverre de patiënt zonder kans op verslikken, kan eten en drinken.
Praten. Omdat de lucht via het tracheostoma de longen ingaat en er dus geen lucht via de mond en keelholte langs de stembanden gaat, kunt u in het begin niet praten. Sommige patiënten met een tracheostoma krijgen alleen 's nachts beademing.
Stress of angst kan ervoor zorgen dat je (onbewust) de spieren in de hals en keel aanspant. Dit kan een brokgevoel in de keel veroorzaken. Sommige mensen slikken heel bewust speeksel en slijm door dat gedurende de hele dag geproduceerd wordt. Door dit bewust slikken, de hele dag door, kan ook een brokgevoel ontstaan.
Mogelijke klachten kunnen zijn: het gevoel van een slijmprop in de keel die niet weggeslikt kan worden; een gevoel dat er een graat of een korreltje in de keel zit; een branderige, pijnlijke of geïrriteerde keel.
Als het slijmvlies uitdroogt, kan er een gevoel van een droge keel ontstaan. Vaak zit dit gevoel ter hoogte van het strottenhoofd, waarbij iemand ook de neiging kan hebben om vaker te slikken of te schrapen. Ook kan er een brokgevoel in de keel ontstaan en een droge mond. Vaak verdwijnt de klacht vanzelf.
Dysfagie betekent een stoornis in het slikproces. Hierbij geraakt het voedsel niet verder dan de mond of keelholte, of komt het vast te zitten in de slokdarm na het slikken. Het is niet hetzelfde als het gevoel hebben dat er een brok in de keel zit, zonder verband met voedsel of slikken.
Tumoren met veel celverlies groeien langzaam. Groei van een tumor die in drie maanden in volume verdubbelt. Vanaf het ontstaan tot het moment waarop de tumor wordt ontdekt, kan een periode van 10 jaar liggen.
Een poliep is een gladde, bolvormige, meestal rode zwelling op de stemband. Meestal zit een poliep op één van de twee stembanden. Poliepen zijn de meest voorkomende stemband beschadiging, en komen het meest voor bij mannen tussen 30 en 50 jaar.
Als het gevoel van slijm in de keel niet verdwijnt of als er klachten bijkomen, maak dan een afspraak bij een KNO-arts. Er kan soms namelijk wel een lichamelijke oorzaak zijn voor uw klachten. De KNO-arts kan op eenvoudige wijze de keel bekijken met een fiberscopie: Zie voor meer informatie: keelonderzoek via de neus.
Neuriën en water drinken. Een slokje water drinken of zuigen op een snoepje is volgens KNO-artsen de beste methode tegen een vervelend gevoel in uw keel. Daarnaast kan neuriën en stevig slikken ook helpen. Dit zorgt er namelijk voor dat de slijmvliezen in uw keel vochtig worden, waardoor zij minder slijm aanmaken.
Globus (een brokgevoel in de keel) komt vaak voor. Veel patiënten zijn hierover ongerust, maar over het algemeen is het een onschuldig probleem. Het globusgevoel zit meestal ter hoogte van het strottenhoofd. Hierdoor ontstaat de neiging steeds te schrapen, te kuchen of vaak te slikken.
Stikken als gevolg van slijm gebeurt echter heel zelden. De behandeling bestaat uit adviezen van de fysiotherapeut over het hoesten, het slijm dunner maken met medicijnen zodat het makkelijker opgehoest kan worden en/of de hoeveelheid slijm minderen met medicijnen.
Als je goed rechtop zit zal er veel minder spanning op je keel zijn. Ook massage van de nek en keel spieren kan helpen om de spieren te ontspannen. Daarnaast is bewust en ontspannen gapen ook een ideale manier om de spieren in de keel los te laten.
Trachea is het Latijnse woord voor 'luchtpijp' en tomie voor 'een opening maken'. Tracheostoma geeft precies aan wat er gedaan wordt. Er wordt onder het strottenhoofd (adamsappel) via de hals een tijdelijke opening gemaakt in de luchtpijp. Door deze opening wordt een buisje (tracheacanule) in de luchtpijp geschoven.
Beademing is geen behandeling op zich maar geeft de tijd om van de aandoening of verwonding te genezen. Het is nooit volledig te voorspellen hoe lang iemand kunstmatig beademd moet worden. Het kan enkele uren of dagen zijn maar er zijn ook patiënten die nooit volledig van de beademing af komen.
Na de operatie voor strottenhoofdkanker heb je geen stembanden meer. Je kunt niet meer praten zoals je gewend bent. Maar ook zonder stembanden kun je praten. Om dat te leren, krijg je spraakrevalidatie.
Een tracheotomie en een tracheostoma zijn beide manieren om buiten de normale weg van de neus, keel en het strottehoofd te ademen1. Bij een tracheotomie is dat via een snede in de hals, bij een tracheostoma via een opening in de hals waarin de luchtpijp is gehecht.
Bij het uitzuigen van een canule mag de omvang van de katheter niet meer bedragen dan 2/3 van de diameter van de (binnen) canule1. Het uitzuigen van de trachea kan voor of nadat de binnencanule verwisseld/schoongemaakt is. Zuig nooit uit via de buitencanule.