Horden vogels verzamelen zich om naar het zuiden te vliegen. Dat doen de gevederde snavelaars omdat ze het klimaat daar prettiger vinden. Ook is er meer voedsel te vinden in de andere gebieden. Vogels die uitvliegen om te overwinteren worden trekvogels genoemd.
Vogels vliegen vaak in een V-vorm. Dat doen ze niet alleen omdat het zo leuk allitereert, maar om energie te sparen. Bij een vliegende vogel is de druk onder de vleugel hoger dan de druk erboven. Die lucht wil dus opstijgen en die stuwt de vogel omhoog.
In de ogen van vogels zit de stof chryptochroom, die hen in staat stelt het magnetisch veld van de aarde te 'zien'. Daarnaast baseren trekvogels zich op bakens in het landschap, die vanuit de lucht heel duidelijk zijn: kustlijnen, rivieren, kanalen, en zelfs snelwegen.
Vogeltrek. Trekt over een breed front van de Europese broedgebieden naar Afrika. Tapuiten uit Alaska trekken over Azië naar Afrika; vogels uit Oost-Canada, Groenland en IJsland trekken over de Atlantische Oceaan en de Britse eilanden naar Afrika. Het is de verst trekkende zangvogel voor zover bekend.
In de winter zijn ze in een warmer land dan in de zomer. Vogels die heen en weer reizen tussen een zomergebied en een wintergebied noem je trekvogels. Sommige vogels trekken een paar honderd kilometer weg, bijvoorbeeld van Nederland naar Zuid-Frankrijk. Andere vliegen wel duizenden kilometers, zoals naar Zuid- Afrika.
Helaas nemen duiven die taak voor ze waar. Wat eten betreft mogen het vliegende ratten lijken, qua poepen zijn het vliegende honden. Omdat poep en plas bij duiven tegelijkertijd uit dezelfde opening komen, bombarderen ze je met een tweecomponentenproduct dat door elke hoed of jas bijt.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Ze gaan net als veel andere dieren op zoek naar plekken waar ze betere kansen hebben om te nestelen en voedsel te vinden, of waar het klimaat dat seizoen prettiger is. Doordat ze kunnen vliegen, zijn vogels natuurlijk heel mobiel, en kunnen ze beter gebruikmaken van de seizoenswisseling.
Bij storm is schuilen natuurlijk het eerste wat de kleine vogels doen. Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer.
Als vogels slapen blijft er 1 hersenhelft wakker, om snel te kunnen reageren als er gevaar is, terwijl de andere hersenhelft slaapt. Waarschijnlijk werkt dat bij trekvogels ook zo als ze tijdens hun trektocht half slapend en half wakker vliegen, hoog in de lucht terwijl ze een dutje doen.
'Er komen constant indringers overvliegen en dan moeten die paren daarop reageren. Ze maken dan een hoop herrie om aan te geven dat het hún plek is en dat die andere ganzen moeten doorvliegen. Dat moet wel agressief overkomen en dus maakt het veel geluid', legt Majoor uit.
Zo'n grote zwerm vogels in de lucht valt op, ook bij soortgenoten. Daardoor weten ze elkaar te vinden en kunnen ze in een grote groep overnachten. Dat is veiliger voor de dieren. 'Het zou zelfs kunnen dat de dieren de voorstelling geven om roofdieren in de buurt af te schrikken', oppert radioverslaggever Laurens.
-W aarom vliegen vogels in de winter naar het zuiden? Ze vinden het te ver om te lopen.
De meeste groepen vliegen lager dan 1500 meter, toch zijn er meldingen van kleine vogels die 3000, 5000 en zelfs 6300 meter hoog vlogen.
In september en oktober is de vogeltrek in volle gang. Vogels trekken dan weg uit hun broedgebieden omdat het daar te koud is of omdat er geen voedsel meer is. Ze trekken dan naar het zuiden, om beter weer en voedsel te vinden.
De vogeltrek is best gevaarlijk. Het kan slecht weer zijn. De Middellandse zee moet overgestoken worden, en boven de Sahara komen soms zandstormen voor. Op veel plaatsen hangen elektriciteitskabels hoog boven het land.
Zonlicht kan de noordelijke gebieden dus langer bereiken. In landen als Nederland is er dus langer zonlicht in de zomer wat erg gunstig is voor de vogels. Daarom trekken ze altijd terug naar het noorden.
Trek van zeevogels
Gewoonlijk vliegen zeevogels daarom laag over zee, in tegenstelling tot landvogels. Zeevogels hebben minder vetreserves voor de trek dan landvogels. Dit heeft als voordeel dat ze lichter vliegen, wat weer energie bespaart. Bij zeevogels is de trek moeilijker vast te stellen dan bij landvogels.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Vogels poepen en plassen tegelijkertijd. Ze hebben niet als mensen een aparte urineblaas. Ze lozen alles in 1 keer en dat doen ze via dezelfde uitgang. Vogels hebben een cloaca.
Er zijn een aantal manieren waarop je vogels kunt weren of wegjagen uit je tuin. Zo kan je een groot net spannen waar ze altijd zitten of vogelpinnen plaatsen waar ze altijd landen. Ook hebben vogels een hekel aan sterke geuren van kruiden zoals peper bijvoorbeeld.
Omdat duiven niet kunnen poepen als ze vliegen, poepen ze alleen als zitten. Daar door raken dergelijke zitplekken al snel ernstig bevuild met uitwerpselen. Een duif produceert veertien kilo poep per jaar!
De rotgans heel vaak. Ik schat in dat de torenvalk iets minder vaak poept. Een paar keer per uur vermoed ik. Stel dat het twee keer per uur is, dan hebben we het nog altijd over een veertig tot vijftig keer per dag.
Het beste antwoord
Ik denk dus dat de gemiddelde vogel ieder kwartier/half uur een keertje poept, behalve als hij slaapt. Een huisvogel neemt het slaapritme van de mens meestal aan = zo'n 8 uur. Laten we er van uitgaan dat een vogel ieder uur 3x poept = dus 72 x Minus die 8 uur dat hij slaapt = 48x per dag.