Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
Regel 1: Laat het gaspedaal los en trap het koppelingspedaal vlot en geheel in. Schakel naar de 2e versnelling door de versnellingspook naar links te duwen en rustig naar achteren te trekken.
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
Als leidraad kun je aanhouden.
Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Het nut van de zesde versnelling: zuiniger rijden
Rij je 120 km/u, dan zal de motor in zesde versnelling minder toeren maken dan in vijfde versnelling. Het verbruik van je auto zal in dat geval lager liggen. De zesde versnelling maakt het mogelijk om zuiniger te rijden.
Vanaf 2.000 toeren kun je al naar de volgende versnelling schakelen. Te vroeg opschakelen, als de motor nog niet 'trekt', is niet handig. Dat kan de motor vervuilen en zo schade veroorzaken.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Volgorde van handelen bij het opschakelen:
Om te beginnen rijd je weg zoals je het hebt geleerd. Zodra je 20 km/h rijdt trap je je koppeling in en laat je je gas tegelijkertijd los. Schakel door naar de volgende versnelling. Bij 20 km/h is dat de 2e versnelling.
In 50 km/h-zone max in 3e versnelling
Welke versnelling het meest geschikt is als je 50 km/h rijdt hangt af van de grootte van je motor, maar in veel auto's is het mogelijk om 50 km/h in de derde versnelling te rijden zonder te veel toeren te maken.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
Terugschakelen naar een lagere versnelling zal de snelheid van je wagen meteen doen afnemen, al is het aangewezen om ook even de rempedaal te gebruiken. Dat zorgt voor extra remkracht én het is een stuk veiliger. Je achterligger merkt op die manier namelijk aan je remlichten dat je gaat vertragen.
Inderdaad, als je terugschakelt door een versnelling over te slaan en het toerental loopt te hoog op, ligt het risico op de loer dat je motor kapotgaat. Het is daarom het verstandigst om altijd in de juiste volgorde te schakelen, soepel en zonder haast.
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Tips bij het uitvoegen
Hou je richtingaanwijzer aan zolang je links naast je blokjes ziet. Na de laatste pijl houden de blokjes op en dan zet je het knipperlicht uit. Schakel altijd voor de (scherpe) bocht naar de juiste versnelling (meestal 3e of 4e versnelling).
U vraagt in welke versnelling je de auto het beste kan parkeren. In de eerste versnelling (of achteruit) is de auto het beste vergrendeld. In een hogere versnelling zou de motor gemakkelijker kunnen meedraaien als de auto een duwtje krijgt. Op hellingen blijft het advies om de parkeerrem cq handrem te gebruiken.
Chiptuning is een vorm van motortuning. Het is een relatief eenvoudige upgrade die je auto snel meer koppel en vermogen zal geven. Zonder dat daar een grote verbouwing voor nodig is. Het enige wat je nodig hebt is een microchip,in feite niets meer dan een klein stukje metaal.
Het is raadzaam om het koppelingspedaal alleen kort in te trappen wanneer dit echt nodig is. Het aanraken of licht intrappen van het pedaal leidt al tot hogere slijtage en een kortere levensduur.
Hoeveel brandstof verbruik je? Een snelheid van 70 tot 90 km per uur is het zuinigst. Brandstof werkt bij deze snelheid het best, waardoor er ook minder CO2, stikstof en fijnstof uit de uitlaat komt. In de stad verbruik je het meest, omdat je daar veel moet remmen en optrekken.
Rij niet te lage snelheden in een (te) hoge versnelling. Daardoor kunnen de zuigers in de cilinders een kantelende beweging gaan maken. Dit veroorzaakt schade in de cilinder. Laat de motor goed toeren maken als hij zwaar moet presteren.