Zout zorgt ervoor dat je pasta smaakvoller wordt en dit komt je pastagerecht ten goede. Gebruik ongeveer 10 gram zout per 3 liter water. Voeg het zout aan het water toe zodra het water aan de kook is. Kook de pasta vervolgens totdat deze gaar is.
Het zout in het water brengt je pasta namelijk op smaak. Dat kan écht het verschil maken tussen een flauw en een heerlijk pastagerecht. Je brengt niet enkel de pasta zélf op smaak, je doet dat bovendien al helemaal in het begin van het kookproces.
Zout brengt smaken in balans
Een snufje zout zorgt er echter voor dat de smaak van de suiker gebalanceerd wordt. Zout wordt dus niet alleen gebruikt om gerechten zouter te laten smaken, maar ook om de andere smaken in een gerecht te onderstrepen.
Zout wordt ook wel degelijk voor de smaak in het water gedaan, maar ook om ervoor te zorgen dat eventuele minerale zouten van de groenten in de groenten zelf blijven.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Dit smelt allemaal samen met de pasta tot een heerlijke zachtheid en de smaak wordt vele malen rijker. Het water helpt om ieder stukje pasta te bedekken in saus terwijl het zetmeel ervoor zorgt dat de saus goed aan de pasta hecht. Kook zoals een Italiaanse mamma kookt en niet meer weggooien voortaan!
Olie is hydrofoob en mixt niet met water maar blijft erop drijven. De olie die je toevoegt aan het pastawater voorkomt daarom níet dat de pasta aan elkaar plakt tijdens het koken. Wel geeft het een zacht aroma af. Bij het afgieten zal er wel wat olijfolie aan de pasta blijven kleven - en plakt de pasta minder.
Tijdens het pasta koken kun je het beste geen deksel op de pan doen. Het deksel zorgt er vaak voor dat het water gaat schuimen en dat er water over de rand van de pan heen loopt. Ook heb je net kunnen lezen dat je de pasta goed in beweging moet houden, zonder deksel gaat dit natuurlijk ook een stuk makkelijker!
Tijdens het koken gaat pasta namelijk een klein beetje stuk. Daardoor lekt er zetmeel in het water. Dat zorgt ervoor dat de pasta aan elkaar gaat kleven. Als je ruim water gebruikt is er voldoende vocht om het zetmeel in op te lossen en heb je dit probleem niet.
Zout toevoegen voor het sneller koken van pasta
Je hoort het vaak: door zout toe te voegen aan het water, verhoog je het kookpunt waardoor de pasta sneller gaar wordt. Alleen moet je ongeveer 360 g zout toevoegen aan 1 liter water om het kookpunt met 6 graden te verhogen.
Zout neemt uit de lucht heel makkelijk water op en kan dan klonteren. De rijstkorrel onttrekt het water aan het zout en houdt het daardoor droog en strooibaar.
Wil je geen gaatje prikken in je ei of wil je er 100% zeker van zijn dat je ei niet gaat barsten? Voeg dan wat zout aan het kookwater toe! Het zout zorgt er voor dat er minder druk op het ei komt te staan. Daardoor breken de eieren niet tijdens het koken, of stolt het eiwit snel waardoor het niet uitloopt.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Hier zijn maar een paar eetlepels pastawater voor nodig, dus wat doe je met de rest van het pastawater? Als je het pastawater invriest als ijsblokjes kun je deze later nog gebruiken om soep, jus of sauzen te binden en de juiste textuur te geven.
Het water waar je net de tagliatelle of de ravioli in hebt gekookt, is niks meer of minder dan heet water met een beetje zout en wat bloem. En dat is juist het geheim: een lepeltje van dat pastawater tilt je pastasaus naar een hoger niveau. De saus bindt een beetje, krijgt een beetje zout en vooral een hoop smeuïgheid.
Olijfolie vormt een glad laagje om de pasta
Ja want de pasta plakt na het afgieten niet echt meer aan elkaar.
Gebruik per 3 liter water ongeveer 10 gram zout.
De hoeveelheid zout komt dus ongeveer tussen de 10 en 20 gram voor een normale hoeveelheid water. Je zal 10 tot 20 gram zout vast als een hele hoop vinden klinken. Maar maak je niet druk, want er blijft veel zout achter in het water.
Als de pasta te lang doorgekookt is, kan ie sponzig en een beetje slijmerig aanvoelen. Maskeer dat door juist niet (zoals gewoonlijk wél lekker is) met wat pastawater elke sliert of elk stukje een 'jasje' van vocht en saus te geven, want dat jasje heeft ie al en het is niet de goede.
Hoe weet je of de pasta klaar is? Om te weten of je pasta perfect al dente is, is er één simpele vuistregel: proef! Je pasta is klaar als de buitenkant gaar is en de binnenkant nog ietsje stevig aanvoelt. Kook je 'm langer dan dit punt, dan is je pasta te ver waardoor hij plat en plakkerig wordt.
De beste techniek om te zorgen dat je kliekje pasta niet te klef of te droog wordt tijdens het opwarmen is door dit gewoon in de pan te doen. Voeg hier een scheutje water aan toe en kook dit op middelhoog vuur tot het meeste water is verdampt. Zo krijgt de pasta zijn volle, romige structuur weer terug.
spaghetti met vork en lepel eten.
Italianen rollen hun pasta op de vork tegen de rand van het bord en gebruiken dus geen lepel.
Pasta eet je alleen met een vork. Stop je vork in je spaghetti of tagliatelle en draai. Zelfs lasagne eet je alleen met een vork: gebruik de zijkant om de lasagne te 'snijden'. Pasta na het afgieten spoelen met koud water is echt not done: zo spoel je al het zetmeel weg.