Na een studie aan de universiteit mag u de titel Bachelor of Master gebruiken. Na een hbo-opleiding kunt u ook de titel Associate Degree hebben. Als u gepromoveerd bent mag u de titel doctor voeren.
Een medisch hulpverlener werkt onder supervisie van- of in directe samenwerking met een medicus. Een uitzondering daarop is de sector ambulancezorg; daar werkt een bachelor medisch hulpverlener (BMH) zelfstandig, volgens het daarvoor geldende Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA).
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Een havo-opgeleide heeft in vergelijking met een gediplomeerde mbo'er in de regel inhoudelijk breder onderwijs genoten. Het taal- en wiskundeleerplan ligt op een hoger niveau dan dat van het mbo. De landelijke kwaliteitseisen (eindtermen) van het havo zijn bovendien geborgd in een Centraal Examen.
Je slaagt voor het eindexamen havo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor een van de kernvakken. Daarnaast mag je voor maximaal 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Op het vwo was een combinatie van de profielen Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid met 36 procent het meest gekozen profiel.
Vwo-plus is in Nederland een aanvulling op het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het vwo+ bestaat meestal uit meer (minimaal twee) vakken dan het reguliere vwo en beslaat vaak vijf in plaats van zes jaar. Vwo+ is daarmee een zwaardere opleiding dan het reguliere vwo (atheneum en gymnasium).
In een montessoriklas (onderbouw, middenbouw of bovenbouw) zitten twee of drie leeftijdsgroepen leerlingen door elkaar. Volgens Maria Montessori is dit essentieel voor een harmonische ontwikkeling. Ook in een gezin is een kind omringd met oudere en jongere kinderen.
Doel en uitwerking van adaptief onderwijs
De leerling te laten leren door informatie dusdanig aan te bieden dat het bij de leerling past met als visie dat de leerling beter leert als de leerstof op de leerling is afgestemd en op zo'n manier wordt aangeboden dat het de interesse van de leerling heeft.
U kunt uw kind aanmelden voor de basisschool als het 3 jaar is. Uw kind mag vanaf 4 jaar naar de basisschool. Vanaf 5 jaar moet uw kind verplicht naar school. Vanaf 3 jaar en 10 maanden mag uw kind naar de wendagen.
basisonderwijs: niveau 1F; vmbo, mbo-1, mbo-2 en mbo-3: niveau 2F; havo en mbo-4: niveau 3F; vwo: rekenen niveau 3F en taal niveau 4F.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1).
Voorheen had men het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo), het lager beroepsonderwijs (lbo), het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) en sommige vormen van voortgezet speciaal onderwijs. Het vmbo is een samenvoegsel van deze leervormen.
Deze schoolsoort is de opvolger van de mulo, of ulo. Mavo 3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo 4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is de mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Uit de eindtoets komt altijd een meervoudig advies, de enige uitzondering is vwo. De adviescategorieën van de eindtoetsen zijn: pro/vmbo bb.
Op het vwo was een combinatie van de profielen Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid met 36 procent het meest gekozen profiel.
Na de invoering van de mammoetwet hebben veel lycea hun naam behouden, maar de term heeft geen unieke betekenis meer: scholen die verschillende soorten voortgezet onderwijs combineren, dragen sindsdien ook andere namen, zoals scholengemeenschap of College.
Associate degree opleiding hbo
Deze hbo opleiding is onder andere bedoeld voor mbo-4 studenten en voor werkenden. Ook met een havo- of vwo-diploma ben je toelaatbaar voor de associate degree. Je kunt na het behalen van het Ad-diploma direct of op een later moment instromen in een hbo-bacheloropleiding.
Met een mbo-diploma niveau 4 kunt u doorstromen naar een hbo-bacheloropleiding of naar een Associate degree. U kunt ook gaan werken, in Nederland of in het buitenland.
Voorwaarden mbo-niveau 2
Je hebt een diploma entreeopleiding of basisberoepsopleiding (niveau 2). Je hebt een bewijs dat je de eerste 3 leerjaren van de havo of het vwo goed hebt doorlopen. Dit bewijs heeft de overheid erkend.
Deze schoolsoort is de opvolger van de mulo, of ulo. Mavo 3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo 4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is de mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Kinderen tussen 5 en 16 jaar: leerplicht
De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Maar zij vallen dan nog niet onder de leerplicht. De leerplicht begint op de 1e dag van de nieuwe maand nadat het kind 5 is geworden.
Als uw kind 5 jaar is, moet uw kind ingeschreven zijn op een school. Uw kind is dan leerplichtig. Soms kunt u vrijstelling aanvragen. Dit moet u vóór 1 juli doen, bij de leerplichtambtenaar.
Leerlingen die ouder zijn dan 18 hoeven niet meer verplicht naar school. Maar als een leerling tussen 18 en 23 jaar van school gaat zonder startkwalificatie, meldt de school dit wel bij de gemeente. De gemeente geeft de melding door aan het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC).