Redenen voor een verlengd kleuterjaar zijn bijvoorbeeld: Nog niet toe zijn aan de cognitieve eisen van groep 3. Een zwakke werkhouding: het kind speelt nog erg graag. De motorische, emotionele en sociale vaardigheden van het kind zijn nog onvoldoende 'gerijpt' (Bouwman, 2016)
Rond deze tijd van het jaar (april-mei) valt voor sommige leerlingen van groep 3 of 4 het D-woord: doubleren of blijven zitten. (doubleren is het franse woorde voor dubbelen). Waarom lost zittenblijven zelden wat op? Als een kind goed schoolrijp is als het naar groep 3 gaat, is het toe aan leren lezen en schrijven.
Wie bepaalt of mijn kind blijft zitten of overgaat naar de volgende groep of klas? De school beslist of uw kind overgaat naar de volgende groep of klas. Hier bestaan geen wettelijke regels voor. In de schoolgids staat hoe de school omgaat met overgaan en zittenblijven.
Zittenblijven heeft ook voordelen
Als je blijft zitten kun je je vaardigheden in de vakken verbeteren. Je staat daarna vaak steviger in je schoenen. Sommige vervolgopleidingen kijken niet alleen naar je eindexamencijfers, maar ook naar de cijfers in de jaren ervoor.
Manipuleren met klanken, bijvoorbeeld een klank weglaten en dan het overgebleven woord zeggen lukt moeizaam. Letters benoemen verloopt traag. Teksten worden traag gelezen. Klanktekenkoppeling wordt onvoldoende beheerst.
Effecten van zittenblijven
Zittenblijven blijkt in het algemeen minder gunstig dan leer- krachten doorgaans denken. Vooral op langere termijn heeft het een negatief effect op de schoolse prestaties en school- loopbaan van de zittenblijvers, tenzij ze een ruim pakket aan extra ondersteuning krijgen en doorstromers niet.
Een keertje zittenblijven is in Nederland vrij normaal: bijna de helft van de leerlingen blijft een keer zitten op de basisschool of op de middelbare school. Maar een jaar doubleren op de basisschool is volgens wetenschappelijk onderzoek zelden zinvol.
In 2016 bleef 7,4 procent van de jongens in havo 3 zitten, tegen 4,7 procent van de meisjes. Havo 4 kent de meeste zittenblijvers: 15,3 procent van de jongens en 11,6 procent van de meisjes. Ook in het vmbo en het vwo bleven vooral meer jongens zitten in de klassen voorafgaand aan het examenjaar, vanaf de derde klas.
Zij leren bijvoorbeeld nieuwe woorden tijdens een rollenspel in de themahoek. Of tijdens liedjes zingen in de kring. En hun ruimtelijk inzicht ontwikkelen zij bijvoorbeeld in de bouwhoek of tijdens gymles. Omdat kleuters vooral leren door te doen, is er concreet materiaal in de klas aanwezig.
Ontwikkelingsachterstand. Volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet lopen kinderen die te vroeg doorstromen naar groep 3 het risico een ontwikkelingsachterstand op te lopen. Dit komt doordat zij biologisch gezien nog niet klaar zijn om zich bezig te houden met taal en rekenen.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Een kind is een vroege leerling als hij is geboren tussen oktober en december. Word je kind geboren tussen januari en maart, dan is hij een late leerling. Alles daartussen zijn de reguliere leerlingen.
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.
Wettelijk gezien kan een kind les volgen in twee scholen. De leerling wordt dan bijvoorbeeld vrijdagavond uitgeschreven in de ene school, en maandagochtend ingeschreven in de andere school, een systeem dat zich wekelijks herhaalt.
Zittenblijven in het primair onderwijs heeft in het algemeen geen positief effect op de (cognitieve) leerprestaties, ook niet op langere termijn. Onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen laat zowel positieve als negatieve gevolgen zien.
Zittenblijven kost de schatkist jaarlijks circa 500 miljoen euro, ofwel 3% van de uitgaven aan het PO en VO. Daarnaast zijn er indirecte kosten. Doordat zittenblijvende leerlingen later de arbeidsmarkt betreden, missen zij inkomen. Hierdoor derft de overheid ook belasting- en premie-inkomsten.
In het schoolreglement van de meeste scholen staat dat leerlingen: maximaal 1 keer mogen blijven zitten in dezelfde klas; 1 keer mogen zakken voor het examen; of 2 keer mogen blijven zitten in verschillende klassen.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Het gevolg van zittenblijven is dat een leerling een jaar langer doet over de schoolloopbaan. Een leerling in het basisonderwijs stroomt een jaar later door naar het voortgezet onderwijs. Een leerling in het voortgezet onderwijs stroomt een jaar later door naar het mbo, hbo of wo.
' In de wet staat niet wanneer en hoe vaak leerlingen mogen doubleren. Wel staat in de wet dat leerlingen de basisschool verlaten aan het einde van het schooljaar waarin zij veertien jaar zijn geworden (Art. 39 lid 4 WPO).
Basisscholen behouden de bevoegdheid om voor een leerling tot zittenblijven te beslissen. Vanaf 1/9/2014 moeten scholen deze beslissing nemen na overleg met het CLB en moeten ze de beslissing schriftelijk motiveren en mondeling toelichten aan de ouders.
Jaarlijks blijven in het voortgezet onderwijs bijna 45.000 leerlingen zitten. Op basis van deze gegevens.
Zittenblijven of doubleren is het moeten overdoen van een schooljaar. De reden hiervoor is meestal dat de leerling de in het afgelopen schooljaar gedoceerde vaardigheden onvoldoende meester is. Ook worden sociaal-emotionele motieven soms aangedragen als reden voor doubleren.
Zittenblijven komt vooral voor in de eerste jaren van de basisschool. In groep 1 en 2 wordt zittenblijven ook wel 'verlengd kleuteren' genoemd. In het voortgezet onderwijs is zittenblijven de laatste jaren toegenomen tot bijna 6 procent in 2019.