U moet het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen vermelden naast de code(s) 1106/2106 van uw belastingaangifte. Het belastbaar onroerend inkomen is het geïndexeerde kadastraal inkomen (indexatiecoëfficiënt voor inkomsten 2018: 1,7863), verhoogd met 40 %.
Gebruikt u uw in het buitenland gelegen woning in het buitenland voor uzelf en/of verhuurt u ze aan particulieren? Vermeld het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen in uw aangifte bij code 1106/2106 (vak III, A. 2). Vermeld vervolgens de gegevens van uw onroerend goed in punt B van ditzelfde vak.
U moet het kadastraal inkomen van uw eigen woning aangeven naast de code 3100/4100 in functie van het eigendomsaandeel.
De niet verplicht aan te geven inkomsten, waarop al roerende voorheffing is ingehouden, moet u niet in uw belastingaangifte vermelden. Als u een heel laag inkomen heeft, kan het wel interessant zijn om die roerende inkomsten aan te geven omdat u dan mogelijk een deel van de roerende voorheffing kunt terugkrijgen.
Het kadastraal inkomen (KI) van het gedeelte van het onroerend goed dat men voor beroepsdoeleinden gebruikt, dient men in te vullen bij code 1105 op de aangifte van de personenbelasting. Vandaag wordt men hierop niet belast.
Federale en gewestelijke bevoegdheden
Denk aan de individuele levensverzekering, een hypotheeklening voor de niet-eigen woning, pensioensparen, kinderopvang, giften, … De gewesten zijn dan weer bevoegd voor de eigen woning, energiebesparende uitgaven, dienstencheques, sociale huurwoningen, enz. code 1061.
Leningen met betrekking tot niet-eigen woningen (buitenverblijven en opbrengstwoningen) gelegen in de Europese Economische Ruimte kunnen nog steeds recht geven op federaal langetermijnsparen (code 1358/2358) en gewone interestaftrek (code 1146/2146).
Code 1160 / 2160 van uw aangifte
Als u niet veel belastbare inkomsten hebt, bijvoorbeeld omdat u maar een laag pensioen geniet, is het mogelijk om de roerende voorheffing op uw inkomsten van kapitalen en roerende goederen volledig of deels te recupereren.
Hoe moet ik mijn onroerend inkomen aangeven? U moet het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen vermelden naast de code 1106/2106. Het belastbaar onroerend inkomen is het geïndexeerde kadastraal inkomen (indexatiecoëfficiënt voor inkomsten 2021: 1,863), verhoogd met 40 %.
Belastingvrij verdienen in 2020 en 2021. Ook 2020 en 2021 zijn interessante jaren voor belastingvrije inkomsten, omdat de heffingskortingen omhooggaan. De belastingvrije voet gaat naar een inkomen van €8.200 tot €8.750. Zonder arbeidskorting liggen deze bedragen ongeveer €600 lager.
De enige belasting die je voor je eigen woning moet betalen, is de onroerende voorheffing. Die moet je één keer per jaar betalen. Verder hoef je geen aanvullende personenbelasting te betalen. Het kadastraal inkomen van de eigen woning is immers vrijgesteld, en dus hoef je dat niet op je belastingaangifte te vermelden.
Voorbeeld: Het niet-geïndexeerd KI van een woning bedraagt 1.000 euro. In 2021 bedraagt het geïndexeerd KI 1.000 * 1,8630 = 1.863,00 euro. Er is geen afronding nodig. Het geïndexeerd kadastraal inkomen wordt bijvoorbeeld gebruikt als basis voor de berekening van de onroerende voorheffing.
De inkomsten uit onroerende goederen moeten worden aangegeven door: - de eigenaar - de bezitter - de erfpachter - de opstalhouder - de vruchtgebruiker. Wie een onroerend goed in blote of naakte eigendom heeft moet daarentegen niets aangeven.
Je verhuurt voor privégebruik
Je betaalt enkel de jaarlijkse belasting op het kadastraal inkomen (KI) van je vastgoed. Om het bedrag van de belasting te berekenen, wordt het KI met 40% verhoogd.
Huurinkomsten worden doorgaans niet belast, tenzij het om een gemeubileerde woning gaat. Op je belastingaangifte vermeld je enkel het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van je woning: datzelfde bedrag zal je elk jaar moeten aangeven (behalve bij een herziening van het kadastraal inkomen).
Hoe huurinkomsten aangeven? Het volstaat om enkel uw kadastraal inkomen aan te geven. De fiscus indexeert vervolgens zelf het K.I. overeenkomstig de jaarlijkse gepubliceerde indexeringscoëfficiënt (voor aanslagjaar 2018 bedroeg deze 1,7863).
De naakte eigenaar wordt niet beschouwd als de fiscale eigenaar van de woning. Dus niet uw kinderen, maar u, als vruchtgebruiker, moet het kadastraal inkomen van de woning in uw aangifte vermelden.
Voorwaarden voor kamerverhuurvrijstelling
Uw totale huuropbrengsten in 2022 zijn niet meer dan € 5.711. Voor 2021 was dit € 5.668. Dit is inclusief alle extra vergoedingen die met de verhuur te maken hebben. Bijvoorbeeld voor energiekosten of het gebruik van wasmachine en droger.
Veel mensen leven al van de huurinkomsten die ze binnen krijgen door een huis te kopen en verhuren. Het lijkt dan ook erg aantrekkelijk om uw spaargeld te gebruiken voor het verhuren van een huis. U moet erg oppassen bij het kopen van een huis, want niet ieder huis is rendabel.
De eerste schijf van 800 euro (aanslagjaar 2022, inkomsten 2021) moet u niet aangeven in uw belastingaangifte. (Aanslagjaar 2023, inkomsten 2022: 800 euro). De rest van de dividenden moet u wel verplicht aangeven.
Dividenden die u in 2021 hebt ontvangen, zijn vrijgesteld van roerende voorheffing (RV) tot een bedrag van 800 euro per belastingplichtige. In de veronderstelling dat er 30% RV werd afgehouden, betekent dat een belastingvoordeel van 240 euro.
Elk jaar moet u steeds weer in uw belastingaangifte vermelden dat u een buitenlandse rekening hebt. Praktisch? Het melden van de buitenlandse rekening in de belastingaangifte doet u onder de code 1075.
Het overschot van de kapitaalaflossingen komt niet in aanmerking voor een belastingvoordeel. De uitgaven voor de federale gewone interestaftrek vermeldt u in vak IX, rubriek II, B, 3, b) naast de code(s) 1146 en/of 2146.
Sociale uitkeringen die je als zelfstandige genoot en die werden uitbetaald door je sociaal verzekeringsfonds, moeten in de regel worden aangegeven in deel 1 van de belastingaangifte, in Vak IV, code 1271/2271.
Neen. Sinds 1 januari 2012 kunt u geen groene lening met fiscale voordelen meer afsluiten. De 'groene lening' was een tijdelijke maatregel die gold voor leningsovereenkomsten die afgesloten werden van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011.