Dyslectici blinken vaak uit in: out-of-the-box ideeën, big picture denken, story telling, empathie, ruimtelijk inzicht. Dit zijn vaardigheden die we hard nodig hebben in onze snel veranderende samenleving.
Dyslectische personen hebben een groter vermogen om te leren door ervaringen en kunnen informatie efficiënter herinneren , ongeacht of ze deze ervaringen daadwerkelijk hebben meegemaakt of zich ze alleen maar hebben ingebeeld. REDENERING: Patronen begrijpen, mogelijkheden evalueren of beslissingen nemen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Dyslexie beïnvloedt vaak het functioneren van gesproken taal . Getroffen personen kunnen moeite hebben met het vinden van de juiste woorden, kunnen stotteren of kunnen pauzeren voordat ze directe vragen beantwoorden. Dit brengt hen in het nadeel als ze de adolescentie ingaan, wanneer taal centraler wordt in hun relaties met leeftijdsgenoten.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
In werkelijkheid zijn de twee – dyslexie en intelligentie – niet gerelateerd . De misvatting dat kinderen met dyslexie niet intelligent zijn, komt voort uit een paar factoren: Misinterpretatie van prestaties: aangezien dyslexie voornamelijk lezen en schrijven beïnvloedt, kunnen kinderen met dyslexie moeite hebben met academische taken.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Dyslectische mensen moeten echter harder werken dan anderen om dagelijkse uitdagingen te overwinnen. Onze hersenen werken harder als ze al een verminderd verwerkingsvermogen hebben en dit kan ons fysiek en mentaal uitgeput achterlaten .
Veel van de emotionele problemen die door dyslexie worden veroorzaakt, ontstaan door frustratie over school of sociale situaties . Sociale wetenschappers hebben vaak waargenomen dat frustratie woede produceert. Dit is duidelijk te zien bij veel kinderen met dyslexie. Woede is ook een veelvoorkomende uiting van angst en depressie.
Je hebt bij dyslexie en dyscalculie zó veel moeite met lezen, schrijven of rekenen dat lezen of rekenen moeilijker gaat dan voor andere mensen. De problemen zijn zo erg dat bijles of andere begeleiding met lezen of rekenen vaak niet helpt.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
De meeste dyslectische kinderen hebben sterke visuele en ruimtelijk redeneervaardigheden. Hierdoor begrijpen ze wiskundige concepten die via manipulatieve of visuele strategieën worden aangeleerd, doorgaans beter . Problemen met het begrijpen van concepten als tijd en volgorde kunnen echter nog steeds een barrière vormen.
Bij dyslexie gaat het vaak om beelddenken of conceptueel denken: denken via plaatjes, beelden of filmpjes in je hoofd die soms razendsnel leiden tot een idee, een conclusie, een ontwerp. Oplossingen vóór je zien, terwijl anderen nog over het probleem praten.
Een van de meest voordelige kwaliteiten van veel dyslectische mensen is hun vermogen om out of the box te denken . Ze komen met uitstekende, onorthodoxe ideeën die niet alleen fris zijn, maar ook lucratief. Kritische denkers: Een andere eigenschap die sommige dyslectici bezitten, is hun vermogen om logisch te redeneren.
Dyslexie brengt uitdagingen met zich mee bij het verwerken van informatie. Deze worden verergerd wanneer mensen gestrest zijn . Hierdoor wordt het moeilijker om taken uit te voeren, is het moeilijker om zich te concentreren en worden copingstrategieën minder effectief.
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Een recent onderzoek wees uit dat kinderen met ADHD en mensen met dyslexie een hogere mate van slaperigheid overdag hadden dan kinderen zonder ADHD . Waarom Slaapstoornissen veroorzaakt door ADHD zijn om een aantal redenen over het hoofd gezien.
Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
1 van Nederlands bekendste YouTube-sterren is Jordi van den Bussche, beter bekend als Kwebbelkop. Het feit dat hij dyslectisch is, heeft hem er nooit van weerhouden dingen uit te proberen.
Dyslexie kan zich uiten in een langzaam leestempo, moeite met woordherkenning en spelling. Het is helaas niet te genezen, maar tijdens een dyslexiebehandeling gaat een kind aan de slag met de koppeling tussen letters en klanken. Door veel te oefenen met deze verbindingen wordt het lezen en spellen makkelijker.
Zowel moeders als vaders kunnen dyslexie doorgeven aan hun kinderen als een van de ouders het heeft . Er is ongeveer 50% - 60% kans dat een kind dyslexie ontwikkelt als een van de ouders het heeft.
Hoewel we de precieze oorzaak dus niet weten, is wel duidelijk dat dyslexie een neurologische basis heeft. Dit houdt in dat afwijkingen in de hersenen leiden tot verstoringen in het opnemen van talige informatie. Het gaat dan vooral om de verwerking van klanken en letters, dat zich uit in moeite met lezen en spellen.
1 Ze zien de wereld anders
Dyslexie is veel meer dan alleen moeite met lezen, schrijven en cijfers. Ze zien de wereld op een heel andere manier, communiceren anders en hebben moeite om dingen te organiseren.