Je kunt karpers onder andere vangen in slootjes, stadswateren, kanalen, rivieren en meren. Ze houden in het bijzonder van ondiepe plekken en zoeken graag de warmere waterlagen op. Die ondiepere plekken bevatten namelijk veel meer natuurlijk voedsel dan de diepe gronden.
Probeer eens tijgernoten, pellets, kaas, aardappel, brood, kikkererwten of mais. Ook kun je je aas een extra twist geven door gebruik te maken van flavours en dips. Je aas is hetgeen wat de karper uiteindelijk moet verleiden om toe te happen dus dit is een zeer belangrijke tip.
Durf diep te vissen! Twaalf meter en soms nog dieper is op sommige wateren heel normaal in de winter. De karpers voelen zich er veilig, het water is er iets warmer en stabieler qua temperatuur dan de bovenste laag en wanneer je dergelijke stekken aanvoert leert een karper al snel dat er wat te halen valt!
Karpers zijn liefhebbers van typische punten in een water en ze zijn hier met grote regelmaat te vinden. Deze kenmerkende gedeelten van een water bevatten de meeste soorten voedsel waar ze van leven en ze dienen ook als schuilplaats.
Naast boilies wordt er ook ander karper aas gebruikt bij het karpervissen. Zo is mais ook een erg populaire aassoort en zijn er vissers die zweren bij tijgernoten of hennep. Daarnaast kun je ook gebruik maken van pellets of pop ups en is er zelfs speciaal kunstaas te koop om karpers mee te vangen.
Een karper vang je door te gaan penvissen, statisch vissen, feeder vissen of drijvend vissen. Wel is het belangrijk dat je op de juiste plek aan het vissen bent en dat je met het juiste aas aan het vissen bent. Het beste kun je geurend aas gebruiken als mais.
Er zijn in hoofdlijn drie oorzaken van tegenvallende vangsten: 1) er zit geen vis op je stek, 2) de vis aast niet of 3) je pakt het gewoon verkeerd aan.
Op sommige plekken heeft een flinke bui tot gevolg dat er bodemdeeltjes vanaf het land in het water spoelen, waardoor het modderig en troebel wordt. Daardoor is het zicht van de vissen minder, en dus ook de kans dat ze het aas aan het haakje zien. Regen zal daarom in sommige gevallen tot een slechtere vangst leiden.
Zeker in het voorjaar, rond mei/juni verschijnen de karpers weer in ondiep water. Vanaf augustus gaan ze weer volop azen en zijn ze veelvuldig aanwezig in menige rivier. Dit is de aangewezen periode om karpers te gaan vangen.
Karper vissen in oktober. In het najaar karper vissen vergt andere technieken dan in het voorjaar. De karpers gaan namelijk op zoek naar voedsel om de winter mee door te komen en door het hoge zuurstofgehalte in het water door de wind zijn de karpers veel actiever dan in april.
In grote delen van Centraal-Europa, in het bijzonder Polen en Hongarije, wordt de karper wel gegeten. De vis wordt verwerkt in vissoep of in moten gepaneerd en gebakken. Ook in Oost-Azië is de vis populair.
Dit geeft ze nog meer het idee dat er massaal voedsel te verkrijgen is, wat ook weer wantrouwen wegneemt. Een ander belangrijk voordeel is dat na het vangen van een vis de volgende plek niet verstoord is, waardoor je op elke volgende plek een nieuwe kans hebt.
De beste visstekken vind je bij beschutte plekken als een brug, steiger of vlonder. Werp wat lokvoer in het water om de vissen aan te trekken. Bevestig een dobber en vishaak aan het einde van je lijn, hang aas aan de haak en gooi je hengel uit. Geluid schrikt vissen af, dus wees stil tijdens het vissen.
Tijdens de zomerperiode zijn de karpers vaak te vinden in de bovenste waterlagen. Op de meeste wateren laten de vissen zich zien, ze draaien en springen soms volop. Omdat wij ons haakaas vaak op de bodem presenteren is het dus belangrijk de karper te attenderen op de aanwezigheid hiervan.
Let op de regen
Lichte regen in combinatie met een hoge temperatuur is de beste combinatie. Door de lichte regen vertroebelt het water waardoor vissen je minder goed kunnen zien. Ook zorgt lichte regen ervoor dat insecten in het water terecht komen. Harde regen heeft een negatief effect op de vissen.
Bij het penvissen op karper is het uitpeilen van je dobber erg belangrijk. De karper aast op de bodem, dus je haakaas moet ook op de bodem liggen. Je kunt je dobber op twee verschillende manieren uitloden. Met een staande haak, dan rust je haak net op de bodem, of met een sleepje.
De karpers proberen door het springen de parasieten los te krijgen van hun huid. Onderwater doen ze dit ook door tegen stenen en andere ruwen oppervlakten aan te schuren. Door het springen ontluchten ze ook de zwemblaas waardoor ze sneller diep kunnen duiken.
In principe kunnen alle vissen met tanden bijten. In Nederland gaat het bijvoorbeeld om de snoekbaars, snoek en meerval. "Die laatste heeft heel kleine tandjes, die zie en voel je bijna niet." De tanden van snoekbaarzen en snoeken zijn wat groter.
Karpers liggen in de winter vaak op zeer rustige plekken uit de koude wind. Daarnaast is de kant die de meeste zonuren vangt zeker iets om niet te vergeten. Net als overhangende bomen of andere obstakels die in het water liggen. Hou ook altijd de watervogels in de gaten, die houden vaak op daar waar de karpers liggen!
Het overgrote deel van de vissen bevindt zich namelijk in een passieve toestand. We kunnen zelfs spreken van een soort winterslaap. In deze periode van het jaar nemen de karpers slechts weinig voedsel tot zich. De karpers begeven zich in de winter voornamelijk in diepere gedeelten van het water.
Boilies: 1100 tot max 1500 gram per dag is voldoende. In de praktijk had een grotere hoeveelheid geen extra effect. De belangrijkste reden is dat je niet meer karpers kan voeren dan er langskomen. Komen er niet genoeg karpers op de voerstek, dan kan het effect van teveel voer zelfs erg nadelig werken.
Vis je niet op de goede plek, dan is de kans ontzettend klein om er eentje te vangen. Natuurlijk zijn er factoren die de vangst behoorlijk kunnen beïnvloeden zoals het gebruikte aas en de juiste onderlijn, maar net als de locatie verschilt dit per water en per seizoen.
afhankelijk welke soort vis ( een karper bv kan uren overleven zolang de huid vochtig blijft , paling eveneens ) Maar je kan stellen dat de tijdspanne om je vis te verzorgen ( mits de nodige voorzorgen , natte doek etc..) niet belastend is en de gezondheid zeker niet gaat beïnvloeden.