Ze zijn goed in knutselen en handvaardigheid. Beeldenkers hebben vaak een goed ruimtelijk inzicht. Beelddenkers kunnen goed de strekking van een zin onthouden. Maar als ze moeten voorlezen, lezen ze vaak iets heel anders dan er staat.
Kenmerken van beelddenken: Houdt van ingewikkelde ideeën en opdrachten en voert ze goed uit maar faalt vaak bij eenvoudige zaken. Kan slecht tegen harde onverwachte geluiden. Heeft zwakke aandacht om te luisteren, lijkt vaak niet te luisteren.
Beelddenkers denken in beelden en gebeurtenissen en niet in woorden en begrippen. Beelddenken is een fundamenteel andere manier van denken! Beelddenkers zijn visueel, maar daarnaast ook ruimtelijk ingesteld. Ze werken het liefst met hun ogen en hun opgedane ervaringen.
Beelddenken is een leerstijl, een manier van léren. Een beelddenker dénkt echt in beelden, in 3D-beelden. Om te kunnen vertellen wat hij denkt, moet hij eerst zijn beelden omzetten in taal. Dat omzetten naar taal gebeurt dus áchteraf en het kost de beelddenker veel tijd en energie.
Dit heeft ook te maken met de lesstof. Het onderwijs in de onderbouw van het voortgezet onderwijs bestaat voornamelijk uit reproductie onderwijs. In de bovenbouw bestaat het lesgeven veel meer uit inzicht en doorzicht onderwijs. Inzicht en doorzicht onderwijs past beter bij een beelddenker.
Beelddenken is geen stoornis, maar een manier van 'anders leren' en 'anders denken' die soms voor problemen zorgt. In plaats van te denken in woorden en begrippen, doen beelddenkers dat in beelden en gebeurtenissen, met alle zintuigen tegelijk: horen, zien, proeven, ruiken en voelen.
Een beelddenker moet aanleren eerst het totaalbeeld te overzien (1), vervolgens de lesstof terug te beredeneren (2), om uiteindelijk de lessen in de klas te kunnen volgen. Dit noem je topdown leren. De lesstof vertalen naar beelddenken betekent dus visualiseren en topdown leren.
Iedere hersenhelft heeft zijn eigen specifieke talenten/eigenschappen. Beelddenken is altijd erfelijk. Dat wil zeggen dat als jij een beelddenker bent, minimaal één van je ouders ook een beelddenker is. Dit geldt ook voor je broers en/of zusjes, opa's, oma's, ooms en tantes, neven en nichten.
Albert Einstein, beelddenker
Toen hij zijn relativiteitstheorie ontwikkelde, deed hij dat niet in een laboratorium maar in zijn eigen hoofd. Hij stelde zich voor dat hij op een lichtstraal zat en beeldde zich in welke reis hij ging ondernemen. De resultaten van verbeelding zijn overal om ons heen terug te vinden.
Vijf procent van de bevolking is een beelddenker. Dit wil zeggen dat vijf procent van de mensen denkt in beelden in plaats van woorden en zinnen. Beelddenken is niet alleen aangeboren, het is ook erfelijk. Vaak gaat beelddenken hand in hand met taalproblemen en dyslexie.
Bij de geboorte is ieder mens voor 100% een beelddenker.
Hij ziet alleen maar beelden. Gaandeweg de ontwikkeling leren kinderen praten en worden klanken gekoppeld aan beelden. De boom die het kind ziet, worden gekoppeld aan de klanken b-oo-m. Het kind leert wat er wordt bedoeld bij het uitspreken van woorden en zinnen.
Naast meer visueel ingesteld zijn, hebben beelddenkers meer vaardigheden tot hun beschikking! Bijvoorbeeld meerdere oplossingen hebben voor een probleem, out-of-the-box kunnen denken en snel kunnen schakelen of ruimtelijk (3D) voorstelling maken. Het tegenovergestelde van beelddenken is woord of begripsdenken (talig).
90% van de informatie die ons brein verwerkt is visueel, vanwege de dominantie van het zintuig 'zien'. De gemiddelde consument onthoudt 80% van wat ze zien, versus 20% van wat ze lezen. Het gemiddelde brein verwerkt afbeeldingen 60.000 keer sneller dan tekst.
Een beelddenker denkt in beelden en een woorddenker denkt in woorden. De ene maakt dus gebruik van het primair denkproces en de ander van het secundair denkproces. Grof ingedeeld is 90% van de bevolking woorddenker en 10% van de mensen een beelddenker. De oorsprong van de verschillen ligt in de hersenen.
Als iemand visueel is ingesteld denkt hij vooral in beelden. Hij ziet als het ware de plaatjes voor zijn geestesoog. Zo iemand praat snel en maakt veel gebruik van armbewegingen en mimiek om iets uit te duiden. Hij drukt zich ook uit in termen waarin het gericht zijn op beelden duidelijk hoorbaar is.
Beelddenken is het denken en leren in beelden. Het verschijnsel en de ermee verbonden theorie zijn wetenschappelijk omstreden. Beelddenken wordt wel door onderwijzers gebruikt. Verwante termen zijn 'visueel leersysteem' en in het Engels 'visuospatial memory', 'visuospatial thinking' en 'visuospatial learning'.
Beelddenken is een gave: een creatieve, driedimensionale manier van denken. Deze manier van denken is 30 keer sneller dan denken in woorden! Een beeld zegt meer dan 1.000 woorden is een bekend gezegde. De kracht van beelddenken ligt in het denken in beelden in plaats van in woorden.
De visuele leerstijl is de manier van denken en informatie opnemen, die voortkomt uit een dominante rechter hersenhelft. Bij deze manier van denken, maak je minder gebruik van taal en heb je een voorkeur voor het opnemen en verwerken van informatie via beelden, beleven, aanraken en emotie.
Niet goed geluisterd? Een ander probleem waar sommige beelddenkers tegen aan lopen is dat ze anderen verkeerd begrijpen. Iemand geeft de beelddenker een opdracht en hij doet vervolgens iets totaal anders. De ander denkt dat hij zijn eigen plan trekt.
Een VRL met een zwak auditief-sequentieel verwerkingsproces voelt zich alsof hij leeft in een vreemd land met een eerder beperkte kennis van de taal. Wanneer zij op een auditieve manier informatie voorgeschoteld krijgen, moeten zij deze informatie eerst omzetten naar hun visuele manier.
Veel mensen zijn visueel ingesteld en we weten allemaal: één beeld zegt meer dan duizend woorden. Als je beeld gebruikt, blijft een tekst beter hangen en is de boodschap beter te begrijpen. Daarnaast breken afbeeldingen een tekst, waardoor de tekst aantrekkelijker is om te lezen.
Visuele informatie onthoudt je beter. Gedachten, ideeën en plannen kun je zichtbaar overbrengen. Complexe informatie wordt eenvoudiger. Meer betrokkenheid en onderling begrip.
Visuele content geeft tekst meer kracht, mensen onthouden je boodschap beter en het is een stuk aantrekkelijker om naar te kijken. Onderzoek toont aan dat mensen slechts acht seconden de focus hebben of aandacht geven voor het beoordelen van content of deze interessant genoeg is om verder te lezen.
Bij het horen van het woord 'bloem' zien de meeste kinderen de letters van dit woord in hun hoofd, maar voor een kleinere groep kinderen werkt dit anders. Deze groep noemt men beelddenkers; bij het denken aan het woord 'bloem' zien deze kinderen geen letters, maar een beeld van een bloem.
Visuele content marketing verwijst naar het gebruik van beelden om waardevolle informatie in een aantrekkelijk visueel formaat over te brengen. Je vraagt je misschien af wat het doel van deze strategie is. Goede visuele content marketing moet binnen enkele seconden de aandacht van de gebruikers trekken.