Het verschil tussen SIGNI en IALA betonning is de richting. De SIGNI betonning wordt gelegd uit de richting van de bron van de rivier naar de zee. Dus met de rug naar de bron, daarbij komt dan dat de rechter oever ROOD en de linker oever GROEN is gekleurd. De nummering is oplopend richting de bron.
Binnen de Europese vaarwateren kennen we twee systemen van vaarwegmarkering: het Signi-betonningssysteem: voor alle binnenwateren (uitgezonderd Waddenzee, Westerschelde en Eems-Dollard); IALA-A Maritiem Betonningsstelsel: voor zee, Waddenzee, Eems-Dollard en Westerschelde.
Het SIGNI betonningssysteem is een systeem op het binnenwater.Er is hierbij sprake van laterale en kardinale betonning. Laterale betonning wil zeggen de betonning aan de rand van de vaargeulen en kardinale betonning wil zeggen dat het een wrak, zandbank of een obstakel aangeeft.
Rode boeien in het water staan voor laterale betonning en geven dan de richting van het vaarwater aan. Als het gaat over met de stroom mee dan zie je de rode boeien rechts liggen. Groene boeien in het water staan voor laterale betonning en geven dan de richting van het vaarwater aan.
Als je in de betonningsrichting vaart liggen de: Rode boeien rechts. Groene boeien links.
Cardinale betonning heeft een geel-zwarte kleur en geeft afzonderlijk gevaar aan, bijvoorbeeld wrakken, ondieptes, zandbanken en rotsen in het water. Deze markering wordt als een kompas gebruikt. De boeien liggen ten noorden, westen, zuiden en oosten van het gevaar.
Je vaart dus altijd “kleur op kleur” een haven in. Aan stuurboord hebben we een groen boordlicht (en groene boeien) en aan bakboord een rood boordlicht (en rode boeien). Een ander ezelsbruggetje is “Een zeeman verlaat met bloedend hart de zee.” Zijn hart zit links en hij kleurt de linker boeien rood.
De markering die de recreatievaargeul aangeeft is herkenbaar aan de rood-witte en groen-witte strepen. Op grotere wateren als de Waddenzee, Westerschelde en de Noordzee worden gele boeien gelegd om de recreatiegebieden aan te geven. Dit doen we in verband met internationale regelgeving.
De geel/zwarte betonning geven een obstakel of een ondiepte aan. De officiële benaming is cardinale betonning.
Signalisation des Voies de Navigation Intérieure (SIGNI) is een Europees betonningssysteem voor binnenwateren en sluit naadloos aan op het IALA-systeem (Regio A). Binnen het SIGNI-systeem is het van belang te weten hoe de oevers van een vaarweg worden benoemd en wat de betonningsrichting is.
Er bestaan verschillende soorten boeien. Zo spreekt men onder andere van laterale boeien, die een vaargeul of begrensd vaarwater aanduiden en van kardinale boeien, die ondieptes of obstakels in zee aanduiden, zoals scheepswrakken, bochten of splitsingen in de vaargeulen.
Hoofdvaarwater zijn de vaargeulen welke duidelijke betonning hebben en de hoofdroutes vormen op bijvoorbeeld een meer of rivier. Het nevenvaarwater zijn aansluitende vaarwateren, als men hiervandaan een hoofdvaarwater op wil of dat wil kruisen moet men voorrang verlenen aan het verkeer op het hoofdvaarwater.
Betonning is het met behulp van markeringen aangeven van vaarwegen in relatief ondiep water. Dit gebeurt door het plaatsen van tonnen, boeien en bakens. De wijze waarop dit gebeurt, is internationaal vastgelegd door de IALA in het IALA Maritiem Betonningsstelsel en binnen Europa door de SIGNI voor binnenwateren.
Het nevenvaarwater is eigenlijk een zijstraat of parallelweg wanneer je het vergelijkt met het land. De hoofdvaarwegen hebben voorrang en deze nevenwateren komen daarop uit. De splitsing in een hoofd- of een nevenvaarwater wordt aangegeven met een scheidingston.
Rivier die verandert
De IJssel is in de loop van de tijd meer en meer in steen ingebed, legt hij uit. Daardoor is er in het midden een vaargeul ontstaan die door het stromende water steeds verder wordt uitgediept.
Dat mag, Rijkswaterstaat legt uit hoe. BENEDEN-LEEUWEN - Vanwege de droge periode deze zomer zijn de waterstanden van Nederlandse rivieren uitzonderlijk laag. Ook de diepste rivier van Nederland, de Waal, heeft een laag waterpeil.
Varen moet je leren, het vergt vaardigheden en ervaring. Je moet kunnen aanleggen, met wind, golven en stroom weten om te gaan. Je schip in de hand kunnen houden in havens, sluizen en bij bruggen. Weten wat borden en boeien betekenen, en wat je moet doen als je andere schepen tegenkomt.
De getijdentabel meldt ons een hoogwaterstand van +173 cm (LAT). Er is een verlaging van zo'n 10 cm. Dus de hoogwaterstand is +163 cm (LAT). Conclusie: de maximale diepte wordt: 163 cm plus 10 cm --> 173 cm.
Het rode navigatielicht zit aan bakboord en groene aan stuurboord. Een eenvoudig ezelsbruggetje is GRAS ofwel Groen Rechts Aan Stuurboord. Op de wal of in het water staan of liggen vaak lichtboeien, tonnen of staken. Ook deze worden gekenmerkt door rode en groene boeien, tonnen of staken.
Het handige van mooringboeien is dat ze hetzelfde doen als een anker. Deze, vaak oranje, boei die je ziet liggen op het water is bevestigd door middel van een ketting of dik touw aan een zwaar betonblok op de bodem van zee. Zo lig je goed vast voor de nacht en hoef je geen 'ankerwacht' te houden.
Als een jongere roept: 'Boeien! ' betekent dat: 'waardeloos, niet interessant'. 'Ik heb nul geld. ' 'Ik heb er nul zin in.
Ze liggen met een touw en een gewicht losjes verankerd op de bodem of drijven soms in het water (ze kunnen dan verplaatsen door stroming).
Het beste is een steun waar je een optonic (elektrische beet verklikker) aan kan bevestigen die een signaal geeft als je beet hebt. Vervolgens plaats je de boei in het water. Wanneer je de boei wilt plaatsen neem je een touw dat lang genoeg is en knoop je een gewicht (b.v. een steen) aan het uiteinde van het touw.
Normaal gesproken moeten schepen op een rivier of kanaal stuurboordswal houden, dat is in vaarrichting gezien de rechterzijde. Elkaar in tegengestelde richting passerende schepen passeren elkaar dan bakboord op bakboord (in vaarrichting gezien de linkerzijde van het schip).