Houdbaarheid en hygiëne
Goede hygiëne is heel belangrijk bij gebruik van sondevoeding. De voeding in het pack of de fles, de sonde en de hulpstukken zijn gevoelig voor groei van bacteriën. Te veel bacteriën kunnen misselijkheid of diarree veroorzaken. Houd daarom de houdbaarheidsdatum op de verpakking aan.
Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
Belangrijk: bepaal niet binnen een uur na het geven van voeding of medicatie de pH. Zorg dat er in de sonde geen voeding of medicatieresten zitten voordat u vocht opzuigt (zo nodig doorspuiten met 1-3 ml lucht, zodat de sonde vrij van voeding is).
Pak de sonde tussen duim en wijsvinger vast en duw hem twee tot drie centimeter naar binnen. Dit noemen we dompelen. Heeft u een PEG-sonde dan draait u de sonde helemaal rond. Heeft u een PEG(J)-sonde dan mag u deze niet ronddraaien.
Schuif tijdens de slikbeweging de sonde rustig door totdat de markering op de sonde bij de neus zit. Controleer daarna of de sonde in de maag ligt. Als de sonde goed zit, plak deze dan meteen goed vast op de wang. Dan kan deze er niet meer uit glijden.
☞ Wanneer de sondevoeding continu wordt toegediend, moet het toedieningssysteem tot aan de sonde na maximaal 96 uur worden vervangen. ☞ De voeding via de sonde of de PEG-katheter wordt binnen 24 uur toegediend, hetgeen inhoudt dat de zak of fles met voeding niet langer dan 24 uur mag aanhangen.
Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links- en 180 graden rechtsom). Twee keer per week de sonde “Dompelen” (plan hiervoor vaste dagen): Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.
Let op: ook al gebruikt u de PEG-sonde (tijdelijk) niet, spuit hem dan toch minimaal 1 keer per dag door. De PEG-J -sonde moet 4-6 keer daags doorgespoten worden met 20 ml lauwwarm water. De buitensonde minimaal 1 keer per week. Een goede verzorging van de PEG-sonde voorkomt problemen.
Het toedienen van sondevoeding mag alleen door een verpleegkundige verzorgende gedaan worden die daarvoor bevoegd en bekwaam is: dit is namelijk een voorbehouden handeling. Deze cursus geeft kennis en inzicht die nodig zijn om veilig sondevoeding of medicatie toe te dienen.
De verpleegkundige zal een kleine hoeveelheid van de opgetrokken vloeistof op het pH-indicatiepapier druppelen. Als de pH-waarde 5,5 of lager is, ligt de sonde op de juiste positie in de maag.
over een periode van 12 tot 24 uur wordt de sondevoeding druppelsgewijs toegediend (max. 200 ml/uur) met behulp van een toedieningssysteem. Intermitterend: een voorgeschreven portie (vaak 200 à 500 ml) wordt verscheidene malen per dag, met een vooraf bepaald interval, toegediend met behulp van een toedieningssysteem.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Daarnaast is het belangrijk dat de sondevoeding op kamertemperatuur is en dat u uw toedieningsmaterialen, zoals spuiten en de pompset/toedieningssysteem iedere 24 uur vervangt. Verder kan diarree ontstaan doordat u te weinig vezels binnen krijgt. Mogelijk kan een sondevoeding met vezels de oplossing zijn.
De neusmaagsonde is een dun buigzaam slangetje. Een maag darm en leverarts plaatst die via de neus en slokdarm in de maag. Het materiaal van de sonde heet polyurethaan (PUR) en kan ongeveer 6 tot 8 weken blijven zitten.
Er zijn twee soorten medische voeding: drinkvoeding en sondevoeding. Drinkvoeding wordt onder andere toegepast bij gebrek aan eetlust of doordat je niet goed kunt slikken of kauwen. Sondevoeding wordt toegepast wanneer je door een operatie, ziekte, behandeling of medicijn niet genoeg voedingsstoffen binnen krijgt.
Als het niet lukt om via de mond uw voeding binnen te krijgen, is de PEG J-sonde een goed hulpmiddel. Via de PEG J-sonde wordt voeding direct in de dunne darm gebracht. Als drinken via de mond ook niet kan, dan kan via de PEG J-sonde ook vloeistof in de dunne darm worden gebracht.
Open de verpakking van de pomp-set; Zet de fles of zak sondevoeding met de opening naar boven; Sluit de pomp-set aan op de sondevoeding. Bij sommige toedieningssystemen schroeft u het toedieningssysteem op het pak of op de fles sondevoeding.
- Breng de sonde over de neusbodem in tot de keelholte wordt bereikt. Laat de zorgvrager nu slikken, eventueel met water indien toegestaan (zo nodig met een rietje), en breng de sonde verder in tot de vastgestelde lengte is bereikt. Als de zorgvrager niet kan slikken, laat dan het hoofd naar voren buigen.
Het juiste antwoord is A: een pH-waarde van 5,5 of minder geeft aan dat de neusmaagsonde in de maag ligt. – Sommige deskundigen en richtlijnen houden liever nog een pH van 5 aan. Dan kun je er zeker van zijn dat de tip van de neusmaagsonde in de maag zit en niet in de slokdarm of de longen.