Na zodanig ernstige beschadiging van een lichaamsdeel dat herstel niet mogelijk is moeten chirurgen het soms verwijderen. Bij snel voortschrijdende infecties (zoals koudvuur) kan het nodig zijn het aangedane lichaamsdeel af te zetten om het leven van de patiënt te redden.
Bij een amputatie wordt een deel van het lichaam afgezet, bijvoorbeeld een teen, voet, been, vinger of arm. Dit gebeurt alleen als er sprake van zodanige weefselschade dat niet amputeren levensbedreigend is. Met een amputatie zult u afstand moeten doen van een deel van uw lichaam.
De bij de amputatie doorgesneden zenuwen blijven prikkels doorgeven naar de hersenen alsof het geamputeerde lichaamsdeel er nog is. Het geamputeerde lichaamsdeel kan vreemd aanvoelen of pijn doen.
Vaak zult u de eerste tijd na de ingreep last houden van pijn. U mag pijnstilling innemen volgens afspraak. Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel van belang dat u actief blijft, maar uzelf niet overbelast. Het is daarom belangrijk om goed te luisteren naar de signalen die uw lichaam geeft.
Bij een beenamputatie wordt uw been of een gedeelte daarvan verwijderd van uw lichaam. Daarvoor kunnen verschillende oorzaken of redenen bestaan: Meest voorkomende oorzaak in ons land is vaatlijden. Een deel van uw been krijgt dan onvoldoende bloedvoorziening doordat uw bloedvaten verstopt zijn.
Als u weet welke factoren bij u de pijn beïnvloeden, kunt u hier rekening mee houden. Vlak na de amputatie komt fantoompijn heel veel voor. Meestal vermindert de fantoompijn in de loop van een jaar. Bij ongeveer één op de tien geamputeerden blijft de fantoompijn echter langer bestaan en soms zelfs altijd.
Fantoompijn is een normaal en veelvoorkomend verschijnsel na een amputatie. Na amputatie komt fantoompijn bij globaal 70% van de patiënten voor. Fantoompijn doet zich het meest voor in aanvallen die in ernst en frequentie kunnen verschillen, maar kan ook chronisch optreden en dus altijd aanwezig zijn.
De grote teen is een belangrijk deel van ons lijf. We wikkelen de voet ermee af, waardoor wee kunnen lopen. Hij zorgt voor het evenwicht. Zonder grote teen is het lopen moeilijk.
'Als we plat met onze voet op de grond staan, dan bewegen de tenen naar de grond toe, en zorgen ze voor een optimaal contact met die grond', legt Louwerens uit. 'We kunnen via de tenen balans houden. ' Gaan we aan de wandel, dan spelen je tenen ook een belangrijke rol.
Fantoompijn is pijn die iemand voelt in een geamputeerd lichaamsdeel. Fantoom betekent letterlijk 'spook' of 'hersenschim'. Je ervaart pijn, terwijl het pijnlijke lichaamsdeel er niet meer is. Het komt vaak voor.
Dit heeft drie redenen: Bescherming van de wond; Zoveel mogelijk stuwing (oedeem) in het onderbeen voorkomen zodat er zich een goede stomp vormt. Dit is belangrijk voor het aanmeten van een tijdelijke prothese, die zo snel gezet kan worden.
Ja, het is mogelijk om een geamputeerd lichaamsdeel of lichaamsweefsel mee naar huis te nemen. Men mag het ook laten begraven of cremeren, maar dat hoeft niet. Dergelijk menselijk 'afval' valt niet onder de Wet op de lijkbezorging.
Elk jaar zijn er in Nederland ongeveer 3.200 mensen die een amputatie van een arm of been moeten ondergaan. Een amputatie is in de meeste gevallen voor de geamputeerde, maar zeker ook voor zijn of haar directe omgeving een trauma ervaring.
Als uw vinger of hand moet worden geamputeerd, verwijdert de plastisch chirurg het beschadigde deel tijdens een operatie. Hierbij gaat hij voorzichtig om met de huid, spieren, pezen, botten en zenuwen. De chirurg bepaalt op welke plek hij uw vinger of hand amputeert.
De amputatie van een teen
De operatie duurt ongeveer 30 minuten. De operatie vindt plaats onder algehele narcose of onder regionale narcose, dit is tijdens het peroperatieve spreekuur besloten. Meestal sluit de chirurg de wond met een hechting. Een enkele keer blijft de wond open.
De operatie vindt plaats onder volledige narcose en duurt ongeveer 1 uur. Na de amputatie vouwt de chirurg de huid rond de wond dicht. Om de wond komt gips of hij wordt gezwachteld. Zo ontstaat een stevige stomp die goed in een prothese past.
Heb je aflopende tenen, dan houd je van structuur en ben je een stabiel en rustig persoon. Een lange tweede teen betekent dat iemand ambitieus is. Een forse grote teen vertelt dat je een sterk verbaal vermogen hebt. Ruimte tussen tenen betekent vertraging, weloverwogenheid.
Zoogdieren hebben vaak vijf tenen en vijf vingers. Ze stammen af van de eerste gewervelde dieren die aan land gingen. Deze alleroudste amfibieën leken op grote salamanders. Ze hadden vijf tot acht tenen per voet.
Het is in bijna alle gevallen beter om de kleine teen niet te amputeren. Als de kleine teen namelijk wel geamputeerd zou worden, ontstaat een zogenaamde 'schouder' aan de buitenkant van de voet (zie onderstaande foto's).
Functie. De tenen spelen bij de mens een belangrijke rol bij het lopen. Vlak voordat een mens zijn voet optilt bij het lopen, steunt hij op zijn tenen. Tenen corrigeren tevens het evenwicht bij het lopen.
Teenspreiders gaan frictie tegen en zorgen dat de tenen naast elkaar uitgelijnd worden. Ze kunnen ingezet worden bij voetpijn, een verminderde mobiliteit, zenuwinklemming, hamertenen, hallux valgus en hielspoor (fascitis plantaris). Maar teenspreiders houden ook gezonde voeten in topconditie.
Eén op de vijf mensen met diabetes krijgt voetproblemen. De helft hiervan krijgt een voetinfectie, die soms te langzaam geneest. Dit kan ernstige gevolgen hebben, bijvoorbeeld een amputatie. Jaarlijks worden er 2.500 amputaties gedaan bij mensen met diabetes.
Bij stomppijn is er pijn in het stompgedeelte. De pijn zit dus in de stomp zelf en niet in het fantoomledemaat. Bij fantoomgevoel wordt het geamputeerde lichaamsdeel gevoeld alsof het er nog is of er zijn warmtegevoelens, tintelingen of het gevoel dat het ledenmaat verkort of verlengd is.
Een groot deel van deze zenuwen functioneren als het ware als voelsprieten van je hersenen. Wanneer je ergens in je lichaam iets voelt, gaat er eerst een signaal van de plek waar het gebeurt, vanaf de zenuwuiteinden, via je ruggenmerg naar je hersenen. Voor pijn heeft je lichaam speciale sensoren in de zenuwuiteinden.
Deze aandoening wordt behandeld door een traumatoloog: een chirurg of een orthopeed, gespecialiseerd in de behandeling van letsel na een ongeval. Het specialisme traumatologie wordt daarom ook wel ongevalchirurgie genoemd. Vaak is er sprake van meerdere, complexe problemen.