Daarom moeten alinea's dus voldoen aan de twee hierboven genoemde voorwaarden: ze moeten een nieuw (sub)onderwerp aansnijden en ze mogen niet te lang of te kort zijn. Als alle alinea's zouden bestaan uit slechts één zin of uit ongeveer een hele bladzijde, dan verliest de alinea-indeling haar functie.
Een alinea is een minitekstje over een deelthema waarin één gedachte wordt uitgewerkt. Behandel één centraal idee of één facet van jouw onderzoeksvraag. Poneer dat idee in één zin die je verder uitwerkt in de rest van de alinea. Je kan die zin als eerste zin gebruiken of als laatste zin.
Hoe bouw je een alinea goed op? Zorg ervoor dat je in elke alinea één onderwerp bespreekt. Je geeft in een paar zinnen het antwoord op een van de vragen die je in je héle tekst gaat beantwoorden. Maak duidelijk welke vraag de alinea beantwoordt en ook hoe dat antwoord zich verhoudt tot de andere alinea's.
Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. Meestal herkent men het einde van een alinea (visueel) aan de kortere laatste regel ervan (de staartregel). Soms laat men de opening van een alinea inspringen of gebruikt witregels ter onderscheiding.
Een alinea is een verzameling zinnen die met elkaar samenhangen. Alinea's zijn als het ware de bouwstenen van je tekst: de kleinere eenheden binnen het geheel. Elke alinea stelt één onderwerp centraal. Elke alinea begint op een nieuwe regel (na een 'return').
Laat een alinea bij voorkeur niet meer dan zes à zeven zinnen tellen. Lange alinea's van meer dan tien regels tekst nodigen niet uit om te lezen. Maak alinea's ook niet te kort. Als u bij heel veel zinnen telkens op een nieuwe regel begint, hangt uw tekst als los zand aan elkaar.
De eerste alinea van een tekst wordt ook wel de inleiding of de lead genoemd. In de eerste alinea lees je waar de tekst over gaat. De belangrijkste informatie staat in de eerste of laatste zin van de alinea. De zin met de belangrijkste informatie wordt wel de kernzin genoemd.
Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Een paragraaf is een groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. De alinea's worden in een brief door een witregel gescheiden. Dat hoofdstuk bestaat uit vijf paragrafen.
Een alinea behandelt één onderwerp als hij bestaat uit tekst die inhoudelijk bij elkaar hoort.
Betekenis alinea
Dit is de belangrijkste informatie in de alinea: een soort hoofdonderwerp. Meestal vind je de kerngedachte in een kernzin: vaak de eerste zin of de laatste zin van de alinea. De rest van de alinea sluit hierop aan. Doordat je per alinea één onderwerp behandelt, zorg je voor structuur in je tekst.
Altijd een pagina-einde vóór een alinea afdwingen
Selecteer de alinea waarvoor u het pagina-einde wilt instellen.Selecteer het tabblad Regel- en pagina-onderbrekingen.Selecteer onder Paginationde optie Pagina-onderbreking vóór. Selecteer OK.
Er zijn vier manieren waarop het verband tussen alinea's kan worden aangegeven: door het gebruik van een signaalwoord; door herhaling; door overgangszinnen met een verwijzing; door aankondigende zinnen.
Een regel is de tekst die op één regel past. Het is dus geen zin, maar een lijn. Een alinea is een stukje tekst dat inhoudelijk bij elkaar hoort en minimaal uit één zin bestaat, maar in de meeste gevallen uit meer. Vaak volgt een lege regel voordat de nieuwe alinea begint.
Een alinea mag nooit langer zijn dan een pagina. De gewenste gemiddelde lengte is ongeveer zes à zeven zinnen. Bovendien hangt de acceptabele maximale lengte mede af van het teksttype en van de pagina- of kolombreedte.
De inleiding van een wetenschappelijke tekst bestaat in het geval van een korte tekst (werkstuk) uit één alinea, of uit twee: de eerste alinea of de eerste twee alinea's van de eigenlijke tekst.
Stel de paginamarges in op 2,54 cm voor alle zijden. Gebruik dubbele regelafstand voor alle tekst, inclusief koppen. Laat de eerste regel van iedere alinea met 1 tab inspringen.
Antwoord. Voor de nummering bestaan er twee basissystemen: 1. De hoofdstukken krijgen de cijfers 1 tot en met n; de paragrafen en eventuele subparagrafen krijgen diezelfde cijfers, gevolgd door een punt en een tweede of (bij een subparagraaf) derde cijfer enzovoort.
De laatste alinea van de brief noemen we de afsluiting. Deze alinea is bedoeld om het doel van je brief kernachtig samen te vatten. Bedenk dat (een deel van) de informatie waarschijnlijk nieuw was voor de lezer. Het kan dus geen kwaad om je doel aan het eind van de brief nog even te benadrukken.
1 Schrijf bij de informerende hoofdgedachte een inleiding van twee alinea's (samen minstens 100 woorden). Trek in de eerste alinea de aandacht van de lezer en introduceer in de tweede alinea het onderwerp.
Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere alinea's, elk met een eigen onderwerp. Waar elke alinea over gaat, noemen we het deelonderwerp. De verschillende deelonderwerpen waaruit een tekst bestaat belichten verschillende kanten van het onderwerp.
Het deelonderwerp is een deel van een tekst. Deelonderwerpen belichten verschillende kanten van een tekst. Een tekst over school gaat bijvoorbeeld vaak ook over leraren, schoolvakken en de plaats waarin de school gaat. Een deelonderwerp heeft dus wel iets met het onderwerp te maken.
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt geschreven is de hoofdgedachte van de tekst. De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: 'Wat is het onderwerp en wat wordt er over het onderwerp gezegd? '. Vaak kan de hoofdgedachte in één zin worden weergeven.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.