Voor iedereen die in 2022 een inkomen in de hoogste schijf heeft én aftrekbare kosten. Zoals persoonsgebonden aftrekposten (bijvoorbeeld alimentatie en zorgkosten), aftrekbare kosten van de eigen woning, ondernemersfaciliteiten en/of andere aftrekbare kosten.
De Belastingdienst richt zich in 2021 op vier fraudethema's: btw-fraude, turboliquidaties, onverklaarbare uitgaven en fraude met steunmaatregelen. Daarnaast verandert er het een en ander in het toezicht.
Loon- en inkomstenbelasting
In 2023 wordt het basistarief van 37,07% verlaagd met 0,14 procentpunt naar 36,93%. Het basistarief geldt in 2023 voor een inkomen tot en met € 73.031.
Dit betekent dat per 2023 weer een groot aantal belastingmaatregelen wijzigt. Belangrijke wijzigingen zijn het verhogen van de arbeidskorting, het verlagen van het tarief in de eerste schijf in de inkomstenbelasting, de verhoging van het opstaptarief van de vennootschapsbelasting en de verhoging van de vliegbelasting.
Aftrekposten. Het tarief voor aftrekposten daalt in 2022 naar 40% (was 43%). Hogere inkomens (hoger dan € 69.398) gaan hierdoor minder voordeel hebben van aftrekposten zoals de hypotheekrenteaftrek, zelfstandigenaftrek en persoonsgebonden aftrekposten.
Hypotheekrenteaftrek omlaag
In 2022 gaat die van 43 naar 40 procent. Hier heb je alleen last van als je een inkomen hebt dat in de tweede belastingschijf valt (boven de 69.398), want dan krijg je minder van je betaalde hypotheekrente terug van de Belastingdienst.
Een werknemer gaat er per 1 januari 2023 minimaal €85 netto per maand op vooruit. Dit bedrag is berekend op basis van de nieuwe belastingcijfers voor 2023. Vanaf januari 2023 gaat iedere werknemer er minimaal €85 netto per maand op vooruit.
Met stip op één: de energieprijzen. Met ingang van 1 januari 2023 geldt er een energieplafond. Dat betekent dat je tot een bepaald verbruik een vast bedrag per kilowattuur aan elektriciteit en kubieke meter gas betaalt, ongeacht de tarieven van je energieleverancier.
Op 1 januari 2023 lopen de laatste versoepelde maatregelen in het kader van de tijdelijke werkloosheid af. Vanaf 1 januari 2023 moet je je werknemers, die tijdelijk werkloos zijn, dus opnieuw een C3.2A bezorgen. Dat moet ten laatste gebeuren op de eerste effectieve werkloosheidsdag van elke maand.
Op 1 januari 2023 kwam er een prijsplafond voor energie, waardoor er een maximumtarief was voor gas en stroom. Dit verdwijnt in 2024. Hierdoor zijn huishoudens niet meer beschermd tegen stijgende energieprijzen. Wel wordt het Tijdelijk Noodfonds Energie deze winter weer opengesteld.
Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen.
U mag aardig wat spaargeld hebben zonder dat uw zorgtoeslag in gevaar komt. U kunt in 2023 zorgtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2023 niet hoger is dan € 127.582. Hebt u een toeslagpartner? Dan mag het vermogen op 1 januari 2023 van u samen maximaal € 161.329 zijn.
Banken zijn wettelijk verplicht om rekeninginformatie van klanten te delen met binnen- en buitenlandse belastingdiensten. Voor u als consument betekent het dat u makkelijker aangifte kunt doen, vanwege de vooraf ingevulde aangifte (VIA).
Voor iedereen die in 2023 een inkomen in de hoogste schijf heeft én aftrekbare kosten. Zoals persoonsgebonden aftrekposten (bijvoorbeeld alimentatie en zorgkosten), aftrekbare kosten van de eigen woning, ondernemersfaciliteiten en/of andere aftrekbare kosten.
Wij controleren álle 12 miljoen aangiftes die elk jaar bij ons binnenkomen. Controleren behoort namelijk tot onze kerntaak. Door dat zorgvuldig te doen, zorgen we ervoor dat we juist en volledig belastingen kunnen heffen. Bovendien waken we erover dat iedereen het juiste bedrag aan belasting betaalt.
In juni 2023 betaalde een gemiddeld huishouden met een gemiddeld energieverbruik 2.320 euro per jaar aan energie, wat 630 euro (of 37 procent) meer is dan in juni 2022. De hogere energieprijzen en hogere belasting voor energie hebben de rekening met 670 euro verhoogd ten opzichte van juni 2022.
In 2023 is de energiebelasting ongeveer 59 cent per m3 gas en 15 cent per kWh stroom (bedragen inclusief 21 procent btw).
Bij een gelijkblijvend jaarverbruik, stijgt de energierekening tussen juni 2022 en juni 2023 met 670 euro. Deze prijs van energie steeg vooral doordat de vermindering op de energiebelasting kleiner werd. In juni 2022 was die nog 825 euro, in 2023 was dat 597 euro.
Op 1 januari 2024 gaat het wettelijk minimumloon omhoog met 3,75%. Het wettelijk bruto minimumuurloon voor werknemers van 21 jaar en ouder bedraagt dan € 13,27 per uur. Het gaat om een reguliere indexatie, elk half jaar stijgt het minimumloon mee met de cao-lonen.
Nettoloon gaat omhoog
Het percentage gaat van 37,07% naar 36,93%. Concreet betekent dit dat er minder belasting wordt ingehouden op je bruto salaris waardoor je onderaan de loonstrook netto meer overhoudt. Je valt in de eerste schijf met een inkomen tot €73.071 per jaar.
Het netto maandsalaris van werknemers met een modaal inkomen in 2023 (3.086 euro) stijgt per 1 januari 2024 met 67,42 euro. Dat is een stijging van 2,58 procent. Medewerkers die in 2023 twee keer modaal verdienen (6.172 euro), krijgen er volgend jaar netto 70,59 euro per maand bij. Dat is een stijging van 1,69 procent.
De snelste manier om te zien of u belasting terugkrijgt, is door de aangifte in te vullen. U kunt de gegevens gebruiken die wij daarin vooraf invullen. Controleer alle gegevens en verbeter ze als dat nodig is. Vul uw aangifte verder helemaal in en u ziet meteen wat u terugkrijgt.
Er zijn verschillende situaties waarin je mogelijk loonheffing terugkrijgt: Je gaat naar school en hebt een bijbaan of een vakantiebaan, of je loopt stage. Veel werkgevers en stagebedrijven houden automatisch belasting in, terwijl je jaarlijks €8.750,- belastingvrij mag verdienen.
Uw werkgevers hebben in 1 jaar € 10.800 aan loonheffing ingehouden op uw loon. Uit uw belastingaangifte blijkt dat u in totaal € 10.200 inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen moet betalen. Het verschil van € 600 krijgt u terug. De berekening is dus als volgt: € 10.800 - € 10.200 = € 600 te ontvangen.