De kerstster of poinsettia (Euphorbia pulcherrima) is een plant uit de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae). De soort komt van oorsprong voor in Mexico maar wordt veel gekweekt om de sierwaarde. Hij wordt in de gematigde streken, waaronder de Benelux, voornamelijk gekocht voor de kerst.
Dit speelt zich af tijdens de late wintermaanden en in maart. In april wordt de plant in verse potgrond overgepoot en komt hij weer zichtbaar tot leven. Er verschijnen nieuwe scheuten en hij groeit mooi uit. Als de kerstster zo ver is kan hij in principe in bloei worden gebracht.
Ze kunnen wel een half jaar mooi blijven, dus tot ver na kerst heeft u zo kleur in de woonkamer. Kerststerren zijn 'kortedagplanten', wat inhoudt dat zij een periode lang minder dan 10 á 12 uur licht gehad moeten hebben om tot bloei te komen. Bij kwekers wordt dit proces aan het einde van de zomer ingezet.
De temperatuur moet minimaal 15 °C zijn. De kerstster houdt van een lichte standplaats, maar verdraagt tijdens de bloei geen direct zonlicht. Zorg voor voldoende vocht. De droge lucht van de centrale verwarming is vaak de oorzaak van voortijdig bladverlies.
Kerststerren zijn zeer gevoelig voor watertekort maar ook voor een overvloed aan water. Als de planten in een laag met water staan dan krijgen de wortels niet genoeg lucht en zullen ze afsterven. Te weinig water zorgt juist weer voor uitdroging waardoor de plant er veel minder lang mooi uit zal zien.
Kerststerren zijn een niet erg giftige soort kerstplanten. Meestal krijgen dieren er maag- en darmklachten van die vanzelf weer over gaan, zoals niet willen eten, braken, sloomheid … Medicatie kan soms verzachting bieden. Daarom is het aangeraden om toch een dierenarts te raadplegen indien uw dier ervan heeft gegeten.
Kerstster staat graag licht, zonder felle zon. De kluit mag altijd licht vochtig zijn. De plant kan niet tegen tocht of heel warme plekken, zoals boven de verwarming of pal naast een knapperend haardvuur.
Als een kerstster haar bladeren laat vallen, is dat meestal te wijten aan kou en tocht. De uit Mexico afkomstige plant heeft daar namelijk een hekel aan. Thuis heeft de kerstster graag een licht, tochtvrij plekje zonder direct zonlicht bij een temperatuur van 15 tot 22 graden.
De kerstster heeft weinig water nodig. Wanneer je te veel giet zal de plant haar bladeren laten vallen. Onder in de pot mag nooit water staan. Het is aan te bevelen om de wortels eens per week in lauwwarm water onder te dompelen tot er geen luchtbelletjes meer opstijgen.
Het beste moment om jouw Kerstster (Poinsettia) naar buiten te verplaatsen is zodra de kans op vorst helemaal voorbij is. Zoals hierboven al stond: deze plant groeit inheems in warme gebieden. De Kerstster kan absoluut niet tegen vorst. Bij het naar buiten verplaatsen van jouw plant kun je hem ook meteen terugsnoeien.
Je hoeft tijdens de bloei geen voedsel te geven. Kerststerren zijn niet winterhard, maart wel meerjarig. Je kunt ze dus in principe jarenlang hebben en verzorgen, maar meestal bloeien ze dan minder rijk dan wanneer je iedere herfst nieuwe koopt.
Ook bij kwekers kleurt de kerstster (Euphorbia pulcherrima) niet spontaan rood. De planten komen vormen hun gekleurde schutbladeren slechts nadat ze een periode ,,korte dagen'' hebben doorgemaakt. De nacht moet dan ongeveer 14 uur duren, de dag slechts 10.
Kerstrozen kunnen ook als potplanten binnenshuis worden gehouden. Zet ze dan wel in een ruime pot en op een koele plek, en zorg ervoor dat ze niet uitdrogen. Gebruik bij goede potgrond en vermeng deze met aarde uit de tuin, zodat de planten worden voorzien van de beste voedingsstoffen.
Deze tuinplant bloeit van november tot en met maart. De bladeren van de kerstroos zijn donkergroen en hebben een leerachtige structuur. De plant is winterhard en trekt zich niks aan van sneeuw of vorst. Je kunt de kerstroos in zowel de grond als in een pot planten.
Ten eerste verwijder je alle dode en zieke bladeren en takken. Daarna snoei je de hele plant terug. Hoe ver terug hangt af van hoe groot je hem straks wilt laten groeien. Als je een compacte Kerstster wilt kun je hem tot 15 centimeter terugsnoeien.
Hoeveel water je de plant geeft is afhankelijk van het jaargetijde. In de zomer geef je hem één keer in de 5 tot 7 dagen en in de winter één keer in de 10 dagen. Dat kan je doen door hem te vernevelen. De orchidee is in staat om zowel via de bloem, blad als wortel het vocht op te nemen.
De Pachira wijkt af in verzorging, ten opzichte van veel andere kamerplanten. Deze plant heeft eens in de 3 weken een flinke scheut water nodig. Omdat de Pachira water opslaat in de stam moet de grond uitgedroogd zijn, voordat er opnieuw water wordt gegeven. In de zomer mag de plant meer water krijgen dan in de winter.
De bananenplant bestaat voor 80% uit water, en heeft dan ook veel water nodig. Zorg ervoor dat de potgrond constant vochtig is, door regelmatig kleine hoeveelheden water te geven. Zo voorkom je ook dat er een laagje water onder in de pot ontstaat. Als de Musa te weinig water krijgt, zullen de bladeren slap gaan hangen.
Helleborus bloeit van januari tot in april. Het blad blijft het hele jaar aan de plant, maar wordt op den duur wel lelijk. In februari kun je al wat blad wegknippen, maar wacht met alles weg te knippen tot het nieuwe blad verschijnt!
Helleborus groeit het best op een licht beschaduwde plaats, onder bomen of heesters. Kalkrijke grond, kleigrond bijvoorbeeld, is ideaal. Meng compost of bladaarde door de grond, en sluit af met een handje kalk. Plant ze niet te diep, zorg dat de bloemknoppen boven de grond blijven.
De planten houden van een beschut, half beschaduwd plekje en kunnen hier jarenlang kunnen blijven staan. Alle helleborussen houden van humusrijke grond die wat kalk bevat. Qua verzorging alleen jaarlijks voorzien van extra voeding en verder met rust laten. Ze zullen dan steeds rijker gaan bloeien.
Welke planten kunnen tegen cv? In principe zijn er geen planten die echt fan zijn van de centrale verwarming, maar cactussen en vetplanten kunnen er best goed tegen. Die hoef je dus niet een hele speciale behandeling te geven in het najaar of de winter.