Kies voor kleding en schoenen zonder metaal. Als er toch iets van metaal in de kleding zit, krijgt u van ons een soort pyjama. Vaak zit er metaal in schoenen, neemt u daarom alstublieft slippers of sneakers mee zodat u van het kleedhokje naar de onderzoekskamer kunt lopen op uw eigen slippers of sneakers.
In vrijwel alle gevallen is tijdens het onderzoek één laag (onder)kleding toegestaan. Er mogen geen metalen sluitingen, of andere kleine metalen voorwerpen in de kleding zijn verwerkt. Alle sieraden dient u voor het MRI-onderzoek te verwijderen of kunt u beter thuis laten.
Vóór een MRI-scanprocedure zal uw zorgspecialist u vertellen wat u wel en niet moet dragen. Enkele tips over het onderwerp kunnen als volgt worden opgesomd: Het wordt aanbevolen om jeans, joggingbroeken, T-shirts en andere comfortabele kleding te dragen . Kleding met metalen knopen, gaten of ritsen wordt afgeraden.
Tijdens het onderzoek mag u een T-shirt of jogging aanhouden, op voorwaarde dat er geen metaal in zit: geen metalen ritssluiting, gespen, knopen, enz.
Het is wel belangrijk dat je tijdens het onderzoek kleding draagt waar geen metaal in is verwerkt. Het liefst een shirt met lange mouwen en een lange jogging- of pyjamabroek om huid-op-huid contact te voorkomen tijdens eventuele opwarming door het apparaat.
Het is voor u en voor onze medewerkers prettig wanneer u kleding aan hebt waarin u zich makkelijk kunt bewegen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken. Over het algemeen hoeft u zich niet uit of om te kleden voor het onderzoek. Alleen sieraden, piercings, bh-beugels, ritsen of knopen moeten soms uit of af.
In de MRI scan kan het warm worden, daarom zetten de medewerkers de ventilator in de tunnel aan. Sommige mensen vinden het niet prettig om in de tunnel te liggen.
De spier 'werkt' dus tijdens deze opnemen. Daarom kan er na de MRI een 'moe gevoel' zijn. Het kan geen kwaad, maar als het alleen maar tijdens bepaalde opnemen optreedt, en ze erg hinderlijk zijn, kan je overwegen juist deze opnamen niet te maken en kijken of ze door andere vervangen kunnen worden.
Make-up bevat metalen bestanddelen. Bij onderzoeken van het hoofd wordt u daarom verzocht geen make-up te gebruiken.
U trekt een operatiejas of een gewaad aan. Om een veilig onderzoek te garanderen, moet alle kleding worden verwijderd, evenals het volgende: Alle bovenkleding, inclusief schoenen . BH's of ondergoed met metaal zijn niet toegestaan .
Claustrofobie (angst in kleine ruimten)
Als u niet in kleine ruimtes durft, bijvoorbeeld in een lift, kan de MRI moeilijk zijn. Als u denkt last te hebben van claustrofobie, meldt dit dan aan uw behandeld arts. De behandeld arts kan dan eventueel een medicijn (oxazepam) voorschrijven.
Draag comfortabele kleding, want u zult waarschijnlijk ten minste een deel ervan moeten uitdoen . Afhankelijk van het gebied dat wordt gescand, wordt u mogelijk gevraagd een ziekenhuisjas te dragen en mag u misschien geen ondergoed dragen. U moet al het metaal verwijderen voor een CT-scan, inclusief riemen, alle sieraden en ritsen.
MRI-beelden zijn daarom zeer gedetailleerd in het vertonen van de verschillende weefsels, maar een nadeel is dat het bot zelf niet zichtbaar is (wel het beenmerg), omdat het bot bijna geen water bevat. Met de MRI kan de aard van het weefsel nader worden onderzocht met behulp van spectroscopie.
Maandverband, tampons, siliconen menstruatiecups en -schijven zijn allemaal prima om te dragen tijdens uw scan . Als u van plan bent om absorberend menstruatieondergoed te dragen, controleer dan het etiket en zorg ervoor dat deze geen antimicrobiële metaalvezels bevatten.
Hoe lang duurt een MRI-scan? “Dat hangt een beetje van het lichaamsdeel af dat we moeten onderzoeken. Gemiddeld genomen duurt een MRI-scan tussen de 15 en 30 minuten. Stel dat we iets meer informatie willen, dan kan het zijn dat we wat meer beelden maken.
Omdat je in een sterk magneetveld komt te liggen, mogen er geen metalen voorwerpen mee naar binnen: doe gemakkelijk zittende kleren aan. Voor je veiligheid is het belangrijk dat je kleding draagt die armen en benen geheel bedekken. Er mogen geen metalen delen in de kleding zitten zoals ritsen, knopen en versierselen.
Het grootste deel van de radiogolfenergie die tijdens het scannen in het lichaam wordt gebracht, wordt door het lichaam geabsorbeerd in de vorm van warmte . Het lichaam verspreidt de warmte vervolgens om de normale kerntemperatuur van het lichaam te handhaven. In zeldzame gevallen kan er echter warmte in de weefsels opbouwen en kunnen er brandwonden ontstaan.
Voor verder onderzoek naar NAH maakt de arts vaak gebruik van een MRI-scan van de hersenen en van een neuropsychologisch onderzoek. Met behulp van het MRI-onderzoek kunnen pezen, spieren, hersenweefsel, kraakbeen, tussenwervelschijven, organen of bloedvaten zichtbaar worden gemaakt.
Voor het MRI-onderzoek moet u vanaf twee uur voor het onderzoek nuchter blijven. Dit betekent dat u niets meer mag eten, drinken en ook niet mag roken. Medicijnen mag u met een beetje water innemen. Er zijn onderzoeken waarvoor u langer nuchter moet zijn.
Uw lengte en gewicht worden eerst geregistreerd . Vervolgens wordt u naar de MRI-kamer gebracht en comfortabel op de scantafel gelegd. Er worden vier ECG-leads op uw borst geplaatst (niet als u een scan anders dan die van het hart ondergaat) om uw hartritme te bewaken en de scans dienovereenkomstig te verkrijgen.
In de verbeterde MRI-groep rapporteerde 38% van de patiënten een symptoom, terwijl 20% van de patiënten dit in de controlegroep deed. Misselijkheid, duizeligheid, buik-/koliekpijn en diarree werden significant vaker gerapporteerd in de verbeterde MRI-groep.
Wat gebeurt er tijdens de scan? Afhankelijk van het gebied van uw lichaam dat we moeten scannen, wordt u mogelijk gevraagd om u uit te kleden en een ziekenhuisjas aan te trekken . Als u losse kleding draagt die geen metaal bevat (zoals ritsen, gespen of knopen), hoeft u mogelijk geen ziekenhuisjas te dragen.
Over het algemeen verloopt de CT-scan als volgt: U wordt gevraagd alle kleding, sieraden en andere voorwerpen die de procedure kunnen verstoren, af te doen .
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.