Het kind moet voorgelezen worden en er moet samen worden gelezen. Door de tekst samen te lezen en uit te spreken, kan het kind leren decoderen: herkennen wat de letters zijn en welke klanken daarbij horen. Wanneer het kind doof is, is leren lezen op deze traditionele manier niet mogelijk.
Uit Nederlands onderzoek onder tachtig volwassen doven en slechthorenden blijkt dat rond de 70 procent van hen laaggeletterd is en dus onvoldoende kan lezen en schrijven om helemaal mee te doen in de samenleving. Ter vergelijking: onder de gehele volwassen Nederlandse bevolking ligt dat percentage op 18 procent.
Kinderen die kunnen horen proberen dat te immiteren door te brabbelen. Dove kinderen immiteren de bewegingen die ze zien. Op het begin zal dit nog niet zo goed gaan, denk maar aan een horend kindje dat wil leren praten, maar na een poosje kunnen ze hele gesprekjes voeren met alleen maar bewegingen.
Gebarentaal is geen taal waarin je kunt schrijven. Doven die communiceren in de Nederlandse Gebarentaal (NGT) schrijven daarom in het Nederlands. De NGT lijkt echter helemaal niet op het Nederlands. Het heeft zijn eigen grammatica en woordenschat, die flink van het Nederlands verschillen.
De meeste kinderen leren lezen dankzij klanken. Voor dove kinderen werkt dit niet. StorySign leert hen lezen door gebruik te maken van gebarentaal. Een kind leren lezen is een proces van vallen en opgaan.
Deze mensen hebben als hoofdtaal (in Nederland) de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In medische (audiologische) zin kunnen we vrijwel nooit van volledige doofheid spreken. Elke dove hoort wel iets en kan wel enigszins spraak herkennen.
“Gebarentaal, wat leuk, is dat nou een internationale taal?” Het is de meest gestelde vraag door horende mensen die niet bekend zijn met gebarentaal. Het antwoord is nee: gebarentaal is niet universeel. Er zijn zeker 137 verschillende gebarentalen wereldwijd.
Dat is niet waar. Gebarentalen zijn in principe net zo geschikt om over elk onderwerp te praten als gesproken talen. De gedachte ontstaat vaak doordat mensen denken dat je met je handen alleen over concrete zichtbare dingen zou kunnen praten, misschien wel omdat er zo veel iconische, beeldende, gebaren zijn.
Tussen 1910 en 1980 was het verboden onderwijs te geven in gebarentaal, omdat op een conferentie in Milaan in 1880 was besloten dat doven beter konden leren liplezen. Wat uit de geschiedenis van gebarentalen vooral blijkt, is dat mensen zich niet door wetten laten weerhouden om te communiceren.
"Gebarentaal kun je zien als de moedertaal van dove mensen. De taal heeft een eigen grammatica en een woordenschat in gebaren, maar dat kunnen ook bewegingen zijn, lichaamstaal. In de Nederlandse gebarentaal kennen we, wat wij noemen, zeven articulatoren.
Slechthorendheid of doofheid kan veel oorzaken hebben. Gehoorverlies is soms erfelijk, maar kan ook komen door gehoorschade, het gebruik van medicijnen, een ziekte of syndroom, een geleidingsprobleem of ouderdom. Soms is de oorzaak niet te achterhalen.
NGT is momenteel een levende taal, die in steeds meer situaties gebruikt wordt. Dus ja, je kunt alles in gebarentaal zeggen, sterker nog: het is een krachtige visuele taal, waarin bijvoorbeeld ook de prachtigste gedichten gemaakt worden.
Natuurlijk vinden wij doven het fantastisch als horende mensen gebarentaal zouden leren, want iedereen kan een gebaar leren zoals nu het gebaar LET-OP-ELKAAR.
Bovendien moet je leren om met je handen te praten. Voor de hbo-opleiding gebarentolk staat vier jaar, maar dan moet je daarna nog veel werkervaring opdoen om het echt vloeiend te kunnen.” Er is nog een alternatief: Nederlands praten en spraakondersteunende gebaren maken.
Je handen zijn levende spiegels die je persoonlijkheid, behoeften en drijfveren reflecteren. Ze vormen je unieke autobiografie; die niet alleen inzicht geeft in het verleden, maar ook hints geeft voor de toekomst. Je lot ligt dus letterlijk in je handen.
Mensen die met hun handen praten worden gezien als energievol, warm en aangenaam. En die energie komt vooral tot uiting in je enthousiasme die je overbrengt als je een verhaal vertelt. Als jij namelijk enthousiast bent over iets, dan wil graag dat anderen nét zo enthousiast zijn.
Mijn persoonlijke naamgebaar
Mijn naamgebaar is al ontstaan op de dovenbasisschool, toen ik al een enorme kletskous was. Het gebaar maak je daarom, door de letter 'c' te maken met je hand, en dan te doen alsof de hand veel praat (vingers en je duim naar elkaar toe bewegen).
Tenzij je wil rocken, moet je snel naar de volgende stap gaan! Richt je duim op. De wijsvinger en duim vormen nu de letter 'L' en de pink en de duim maken de letter 'Y'. Doe alle stappen tegelijkertijd en zeg 'ik hou van je!
In Nederland wonen 1,5 miljoen mensen die doof of slechthorend zijn. Volgens Smeijers is die groep heel divers. Het grootste deel van de groep wordt op latere leeftijd doof of slechthorend. 1 op de 1000 mensen wordt doof geboren, en 1 op de 1000 mensen wordt doof op kinderleeftijd.
Waarom geen ondertiteling? Omdat gebarentaal belangrijker is dan je misschien dacht. Voor doven is de gebarentaal namelijk een moedertaal. Een Nederlandse ondertiteling kan volgens NPO Focus dus echt voelen als een tweede of zelfs derde taal.
Doofheid kan niet genezen worden. Als er sprake is van slechthorendheid, kan er vaak wel gezorgd worden dat het gehoor beter wordt. Bij jonge kinderen kan wel gebruik gemaakt worden van een oorimplantaat om horen mogelijk te maken of gemakkelijker te maken.
Is deze ziekte erfelijk? Ja, vaak is doofheid erfelijk. Dan kun je de doofheid op verschillende manieren erven. Je kunt de aandoening erven als één van je ouders de afwijking in de genen heeft.
Horende mensen kunnen zo'n 400.000 geluiden horen. Oren kunnen kapot gaan als je hard valt of een harde knal hoort. Baby's kunnen ook slechthorend of doof geboren worden. Sommige dove en slechthorende kinderen gaan naar een gewone school.
Een tolk gebarentaal is er alleen voor dove mensen
Nee, een tolk is er óók voor horende personen die geen gebarentaal beheersen. Een tolk gebarentaal zorgt ervoor dat dove en horende mensen elkaar kunnen begrijpen.
Dan is een opleiding Doventolk een goede eerste stap. Op die manier leer je de gebarentaal van de taal waarin jij als gebarentolk aan de slag wilt gaan. Een dergelijke opleiding Doventolk kan alleen gevolgd worden aan de Hogeschool Utrecht (HU). De opleiding is een volledige voltijd opleiding en duurt 4 jaar.