De das ziet geen kleuren, alleen maar in zwart-wit en grijstinten, en kan alleen binnen een relatief korte afstand scherp zien. Contrasten ziet hij des te beter. Hij ziet een silhouet al op 50 meter afstand. De das kan goed horen, de lage tonen ongeveer net zo goed als een mens, maar de hoge tonen vele malen beter.
Hij verdedigt een territorium waarin hij het gehele jaar door voedsel kan vinden. De grootte hiervan varieert van 50 tot 150 hectare.
Dassen hebben wel een enorme hekel aan vee dat over de dassenburcht loopt. De holen worden dan vertrapt en de das weet niet van wie de voetstappen afkomstig zijn die hij onder de grond hoort. Hierdoor komen de dassen zeer laat naar buiten en kunnen zelfs bij langdurige verstoring de burcht verlaten.
Het voedsel bestaat voor een belangrijk deel uit regenwormen die ze 's nachts in weilanden en open gebieden opsporen. Hierbij prefereren ze kort gras, omdat hier het stapelvoedsel (regenwormen) het gemakkelijkst te vinden is. Tussen hoog gras lukt het een das niet om de regenwormen snel te pakken te krijgen.
Meld deze dode das zo spoedig mogelijk door te bellen naar 06-48279968 (dag en nacht bereikbaar). Let op uw eigen veiligheid in het verkeer en houdt u zich aan de verkeersregels. Als u zelf niet veilig en verantwoord bij de doodgereden das kunt komen heeft u gewoon pech gehad!
De das heeft in Nederland geen natuurlijke vijanden meer. Van oorsprong is de wolf een vijand van de das. De hond is een ver familielid van de wolf, daarom is het niet wenselijk dat honden de burcht betreden.
De kans dat je overdag een das ziet, is extreem klein. Hij is namelijk in de schemering en nacht actief, dan verlaat hij zijn burcht. Dassen verkennen de omgeving en gaan op pad voor een urenlange zoektocht naar eten.
Een das is niet gevaarlijk, valt u niet aan, maar bijt wel stevig van zich af bij ongewenste intimiteiten. Dassen zijn vriendelijke, schuchtere dieren, die zich bij eventuele confrontaties met mensen snel uit de voeten maken.
Slapen. 's Winters verblijven dassen veel langer in hun burcht. Ze teren dan grotendeels op hun vetreserves die ze in de herfst hebben opgebouwd. Ze houden geen winterslaap, maar slapen vaak wel dagen achtereen in hun riante ondergrondse onderkomens.
Dassen graven een gat met hun voorpoten en poepen dan in dit gat. Dit wordt een latrine genoemd. Dassen hebben plekken binnen hun territorium waar er veel van dit soort putjes bij elkaar zijn, maar dit was een enkel gat met een drol erin.
Meestal blijven de dassen tot na zonsondergang in hun hol. In de herfst kunnen dassen tot wel tien uur van hun burcht wegblijven. Dassen houden geen winterslaap maar van november tot februari komen ze minder vaak naar buiten.
Regenwormen, kevers, rupsen en larven staan op het menu. Naargelang het seizoen, is de das verlekkerd op kersen, pruimen en andere vruchten, die van de bomen vallen. Gras, graan en maïs lusten ze ook en wanneer ze toevallig jonge muizen of vogeleieren vinden, smullen ze hier beslist van.
Het beste lokmiddel voor Marters, dassen en wasberen is de Damarol. Hiermee kun je de schuwe diersoorten makkelijker in de vangkooien lokken. Door gebruik te maken van een lokmiddel stijgen uw kansen aanzienlijk. Damarol kunt u druppelsgewijs toepassen in vangkooien.
Kanalen met steile oevers vormen lange, onneembare hindernissen voor dassen. Wanneer ze er in springen, komen ze er niet meer uit.
Hij kan dan een snelheid bereiken van 25 - 30 km per uur. Dit houdt hij echter niet lang vol. Dassen kunnen goed zwemmen maar vermijden liever een nat pak. Ze zwemmen op dezelfde wijze als een hond.
Dassenburchten bestaan meestal uit verschillende lagen (verdiepingen). Dit kan tot wel 4 meter diep zijn. Bij gevaar door bijvoorbeeld stropers die de burcht uitgraven, of een hondje dat in de burcht indringt, kunnen de dassen zich diep in de dassenburcht terugtrekken zodat ze hun veilige hol niet hoeven te verlaten.
In de zomer, als de zon laat ondergaat, komen dassen in rustige gebieden soms al voor zonsondergang tevoorschijn. Als je over de burcht loopt horen de dassen onder de grond de trilling, en de geur blijft lang hangen. Als ze al naar buiten komen, zijn ze zo weer weg en zie je ze de hele avond niet meer.
Een mannetjes das kan wel 17 kg zwaar worden en gedurende de herfst bouwt de das nog extra gewicht op om de winter goed door te kunnen komen. Een mannetjes das noemt men een 'beer' een een vrouwtje een 'zeug'.
Dassen maken een aantal verschillende geluiden. Van een 'tjirp' (een zacht vogelachtig geluid), een spinnend 'purr' (van een moeder naar haar kleintjes) tot de herhalende kreet die we via de beelden van Molenaar hoorden.
Het gezichtsvermogen van de das is beperkt, zijn neus en oren zijn echter uitstekende hulpmiddelen om zijn terrein te verkennen en prooi of onraad te bespeuren. Klimmen kan een das wel, maar niet zo goed. Zwemmen kan hij ook, maar dat doet hij niet graag vrijwillig.
Waarom graven dassen gangen onder het spoor? Wat het spoor vooral aantrekkelijk maakt, is dat het een droge, hoge plek onder de grond is. De dieren hebben een voorkeur voor een plek ver weg van het grondwater.
De stevige achter- poten zorgen voor sprongen tot 1,20 meter hoog en wel 4,5 meter ver!
De dassensoort in ons land is de Europese das: het is het grootste (land)roofdier van Nederland. Ze hebben een gemiddelde lengte van 68-80cm (hoofd en lichaam). De staartlengte is vrij kort, 12-17cm. Dassen kunnen snel rennen en goed zwemmen.
De das houdt geen winterslaap, maar is tijdens koudere periodes veel minder actief en soms blijft hij dan dagenlang in de burcht. Dassen zijn alleseters. Ze zijn slechte jagers en eten wat ze tegenkomen. Ze eten voornamelijk regenwormen die ze 's nachts in weilanden en open gebieden opsporen.