Je mag een hbo-opleiding volgen als je een havo-, vwo- of mbo 4-diploma hebt. Sommige hbo-opleidingen hebben echter een numerus fixus. Dit betekent dat er een maximaal aantal studenten wordt toegelaten tot de opleiding.
Als je in het bezit bent van een havo-, vwo- of mbo 4-diploma ben je in principe toelaatbaar tot een hbo-opleiding. Maar sommige opleidingen stellen daarnaast nog aanvullende eisen, bijvoorbeeld aan je vakkenpakket of aan je fysieke gesteldheid.
Of heb je geen zin om na de havo nog vier jaar te studeren? Dan is een associate degree-opleiding misschien iets voor jou. Dit is een hbo-studie die meestal twee jaar duurt. Het niveau ligt iets lager dan dat van een bachelor en iets hoger dan dat van een mbo4-opleiding.
Met een havo-diploma op zak sta je voor een moeilijke keuze. Eigenlijk kun je alle kanten op. Je kunt gaan werken, je kunt een baan zoeken gekoppeld aan een interne opleiding, je hebt de capaciteiten om door te gaan naar het VWO om later te studeren, of je kiest voor een MBO of HBO studie.
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Het tempo ligt op het hbo dus echt wel hoger. Daarnaast worden de teksten en dingen die je moet leren niet zo vaak herhaalt als op het mbo. Zodra iets is behandeld, dan wordt er van je verwacht dat je het ook hebt onthouden. Dat is soms lastig, met name als de studieboeken ook moeilijker zijn.
Met je diploma kun je direct aan het werk. Maar de havo bereidt je ook voor op het hoger beroepsonderwijs. Zoals de hts (technisch onderwijs), het heao (economisch en administratief) of de pabo (leraar worden in het basisonderwijs). Ook kun je met je havo-diploma overstappen naar de vijfde klas van het vwo.
Door Hermien Miltenburg. Havo en vwo zijn goede opleidingen als voorbereiding op een vervolgopleiding. Na de havo kun je naar het mbo of het hbo. Na het vwo kun je naar het hbo of de universiteit.
De afkorting havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs en duurt 5 jaar. Qua niveau kun je deze middelbare opleiding zien als op één na hoogste. Daarmee bevindt de havo zich net onder het vwo. Feitelijk gezien kun je dus stellen dat havo makkelijker is dan vwo.
Het gaat niet goed met de havo. Havisten blijven het vaakst zitten, het lukt bovengemiddeld veel leerlingen niet om binnen vijf jaar een diploma te halen en er zijn relatief veel havo-afdelingen op middelbare scholen die zwak presteren.
Je kunt al starten met een mbo-opleiding als je een overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4 hebt. En je houdt zicht op een hbo-diploma: als je je mbo-diploma hebt gehaald, kun je doorstromen naar het hbo.
Om toegelaten te worden met een HAVO diploma, dien je eerst een HBO propedeuse te behalen in combinatie met de VWO deelcertificaten of universitaire testimonia. Heb je geen VWO diploma en geen HBO propedeuse en ben je ouder dan 21 jaar? Dan kom je in aanmerking voor een Colloquium Doctum.
Wat als je je propedeuse op het hbo niet haalt? Als het je niet lukt om in je eerste jaar voldoende studiepunten te halen of je propedeuse niet binnen twee jaar, moet je dus in de meeste gevallen stoppen met je studie. Je moet dan op zoek naar een andere bachelor en vaak ook naar een andere hogeschool.
Momenteel is wiskunde verplicht voor een bachelor hbo-communicatie. Voor studiejaar 2020-2021 wordt de wiskunde-eis zeer waarschijnlijk afgeschaft. Het omgekeerde kan ook gebeuren: opleidingen kunnen besluiten voortaan een bepaalde eis te stellen.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
De cijfers die de leerlingen halen voor toetsen dalen gemiddeld met 0,5 – 1 cijferpunt, en dat is aanzienlijk. Veel HAVO-leerlingen blijken moeilijk in staat deze teruggang in cijfers om te buigen, en blijven daardoor zitten, of stromen af naar de MAVO.
Niveau havo
Het havo duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Maar sommige leerlingen stromen na hun eindexamen door van havo naar vwo. Er is ook een kleine groep die zich inschrijft voor een mbo-opleiding. Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo.
Een havo-opgeleide heeft in vergelijking met een gediplomeerde mbo'er in de regel inhoudelijk breder onderwijs genoten. Het taal- en wiskundeleerplan ligt op een hoger niveau dan dat van het mbo. De landelijke kwaliteitseisen (eindtermen) van het havo zijn bovendien geborgd in een Centraal Examen.
In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo. Tien jaar eerder ging het om respectievelijk 21,7 procent en 20,7 procent.
Het havo duurt 5 jaar en is eigenlijk een voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). Het vwo duurt zes jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het wo (wetenschappelijk onderwijs).
Soms gelden aanvullende toelatingseisen. Mensen die ouder zijn dan 21 jaar, kunnen ook middels een toelatingstest worden toegelaten op sommige hbo opleidingen (21+ regeling). Met een hbo diploma kan je hogere functies bekleden binnen de overheid of in het bedrijfsleven.
Minister Slob (Basis- en voortgezet onderwijs) gaat de wet wijzigen om ervoor te zorgen dat havo-scholieren het recht krijgen om door te stromen naar het vwo. Zo krijgt iedere leerling met potentie een eerlijke en gelijke kans om door te stromen. Op dit moment hanteren scholen verschillende toelatingseisen.