Let er wel op dat je geen open water op zoekt!Vanaf windkracht 4/5 kunnen er hoge golven ontstaan op open water, dit kan zorgen voor onaangename situaties en schade aan de sloep.
Maar wanneer kan je nu wel en wanneer kan je niet veilig varen? Onze stelregel is dat we boven windkracht 5 niet meer met een kleine boot het water op gaan.
Voor sommigen kan windkracht 3 of 4 al te zwaar zijn voor het fietsen, anderen ervaren pas problemen bij windkracht 7 of 8. Blijf bij twijfel thuis en kies een ander moment om te gaan fietsen.
Bij zwakke wind en onder normale omstandigheden voert men altijd vier volle zeilen en zijn alle steekborden geplaatst. Wanneer de molen voor de prins draait en de wind zwak is voert men onder normale omstandigheden vier volle zeilen.
3 (Zachte bries): Bladeren en kleine takjes zijn constant in beweging; lichte vlaggen uitgespreid. Windsnelheid is 12-19 km/u, of 7-10 knopen . 4 (Matige bries): Doet stof en los papier opwaaien; kleine takken beginnen te bewegen; wind strekt lichte vlag uit. Windsnelheid is 20-28 km/u, of 11-16 knopen.
Een zeemijl is precies 1,852 kilometer. De snelheid van het schip drukken we uit in 'knopen'. Een knoop is 1 zeemijl per uur. Een schip dat 1 knoop vaart heeft dus een snelheid van 1 zeemijl per uur.
Windsnelheid wordt gemeten in knopen, die gebaseerd zijn op zeemijlen. Windsnelheden van vijf knopen of lager zijn nauwelijks merkbaar en u zou kalme zeeën en ideale vaaromstandigheden moeten hebben. Bij tien knopen kan het oppervlak choppy worden, wat meestal oké is voor varen langs de kust.
De ideale windkracht om te zeilen hangt af van het type boot en hoe ervaren je bent. Voor een beginner in een kleinere boot is windkracht van 2 tot 3 Beaufort perfect. Als je meer ervaren bent en meer controle hebt over de boot is een windkracht van 4 Beaufort perfect.
Onder geen beding zullen zij een landing inzetten die niet veilig is! Wanneer een crosswind hoger is dan windkracht 5 (maximaal 20 knopen), worden de vliegtuigen naar een andere baan gestuurd met minder crosswinds. Is de wind te sterk? Dan worden de toestellen zelfs aan de grond gehouden om de veiligheid te waarborgen.
Een wind van 20 mph is genoeg om kleine bomen te laten slingeren en is heel duidelijk te zien op de fiets. Het is zelden gevaarlijk op zich, maar als het je een onveilig gevoel geeft, laat de fiets dan thuis. Bij 30 mph maakt de wind het fietsen behoorlijk moeilijk, zelfs voor de meer ervaren fietser. Winden van meer dan 40 of 50 mph zijn stormen .
Althans, was het maar zo makkelijk. Misschien wel het allerbelangrijkste voor jou als fietser zijn de wind en temperatuur. Een matige tot vrij krachtige wind, windkracht 3 tot 5, maakt jouw fietstocht al gauw tot een bikkeltocht. Als het ook nog eens bloedheet is met de krachtige zomerzon op je lichaam…
Windkracht 5 brengt een vrij krachtige wind met zich mee. De golven op het water worden aanzienlijk groter met veel schuimkoppen. Bomen wiegen heen en weer en takken kunnen breken. Op zee is het matig golvend met schuimstroken.
Door te dragen of te tacken . Piraten hadden geen magische of geheime manier om tegen de wind in te zeilen. Omdat zeilschepen niet in het oog van de wind kunnen varen, maar ze kunnen wel in een hoek ten opzichte van de wind zeilen. Ze varen tegen de wind in een reeks zigzagbewegingen.
Bijvoorbeeld als je gaat zeilen: Kielboot I Personen met het CWO-diploma Kielboot I beheersen de beginselen van het zeilen en kunnen onder gunstige omstandigheden; een rustig vaarwater en een matige wind tot en met 3 Beaufort, zeilen met een zeilboot.
Passagiers van een veerpont kunnen letselschade oplopen wanneer er bijvoorbeeld een aanvaring met een ander schip plaatsvindt. Een veerpont kan ook tegen een kade of meerpaal terechtkomen of zelfs omslaan door zwaar weer.
5-7 knopen (5,75-8,10 mph ): De minimale windsnelheid die nodig is om zeil te zetten. 8-10 knopen (9,21-11,51 mph): Lichte bries en kleine golfjes; over het algemeen worden deze winden gezien als de gemakkelijkste zeilwinden.
Alle zeilen bijzetten
Qua windsnelheid zit je altijd goed tussen windkracht 3 en 5.
Een zeilboot kan niet tegen de wind in zeilen. Maar hoe verder de masten naar achteren hellen, hoe 'dichter het schip naar de wind toe kan varen'.
Het weer is droog, de wind is ergens tussen de 5 en 15 knopen , en er is geen deining of stroming. Als vuistregel geldt dat dit de beste zeilomstandigheden oplevert, op de meeste boten. Het type schip waarop u zich bevindt, maakt echter een groot verschil.
Voor de wind is een term uit het zeilen die de richting van de boot t.o.v. de wind aangeeft. Bij een voordewindse koers komt de wind recht van achteren. Wanneer men voor de wind vaart, komt de wind via de achtersteven binnen (tussen de 170 en 190 graden). Op de fiets zou het wind mee heten.
Knoop Oorsprong
De chip log was in principe een houten paneel met een touw eraan vastgemaakt. Er werden knopen in het touw gelegd. Elke knoop werd iets meer dan 47 voet uit elkaar geplaatst. Om de snelheid te bepalen , zou een zeeman het touw overboord halen en de knopen door hun vingers laten glijden.
Een knoop is een zeemijl (1852meter) per uur. Een knoop is dus een snelheid van 1,852 km/h of 0,5144… m/s.