Is de schaal 1 : 50 dan is het model 50 keer kleiner dan in werkelijkheid. Wil je de maten van het model weten, dan deel je de echte maten door 50. Vandaar het deelteken. Omgekeerd zijn de werkelijke maten 50 keer groter dan die van het model.
Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid. Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid. Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
Methode. Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
Onder de tekening staat een schaal: 10 : 1. Dat betekent dat 10 centimeter op de tekening hetzelfde is als 1 centimeter in werkelijkheid.
Schaal 1:32 - Vroeger bekend als de standaardmaat en ooit zo gewoon voor speelgoedtreinen, auto's en soldaten. Het is ongeveer 5.5 inches (13,97 cm) lang.
Met een schaal bedoelen we hoeveel keer een miniatuur model kleiner is dan het model origineel. Bij 1:50 is de miniatuur dus 50 keer kleiner dan het oorspronkelijke voertuig. Hieronder een voorbeeld van een voertuig met een lengte van 4,50 meter.
1:55: De zogenaamde 3-inch-modellen. Deze schaal en ook 1:64, 1:72 en alles wat daartussen lag werd veel gebruikt voor speelgoedautootjes.
Bij vergrotingen of verkleiningen staat vaak een schaal weergegeven. Een schaal geeft aan wat de afmetingen van het beeld zijn ten opzichte van het origineel. Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld.
Dit schaalmodel is gemaakt op een schaal van 1:16. Dit betekent dat de lengte en breedte van het schaalmodel 16 keer kleiner is dan de originele tractor. Volgens TractorData is de originele John Deere 7930 5 meter en 71 centimer lang. Dit betekent dat het schaalmodel van Bruder (571 cm gedeeld door 16) 35,7 cm lang is.
Bijvoorbeeld: 1:100 maten op tekening zijn 100 x zo klein als in werkelijkheid; 1:33 maten op tekening zijn 33 x zo klein als in werkelijkheid; 2: 1 maten op tekening zijn 2 x zo groot als in werkelijkheid. Het gebruik van de schaalliniaal: kijk in welke schaal de tekening staat bv. schaal 1:100 .
Formule: werkelijke afstand = afstand op kaart x noemer van de schaal Berekening: Afstand op kaart van Zwevegem naar New York= 34,1 cm. Hoe groot is de werkelijke afstand tussen Mechelen en New York als de schaal van de kaart 1/15 800 000 is?
Deze schaal houdt in dat het schaalmodel 10 keer verkleind is. Schaal 2:1 zou betekenen dat het schaalmodel twee maal vergroot is.
Hij wordt onder andere gebruikt om technische tekeningen op schaal te maken, bijvoorbeeld wanneer een onderdeel veel groter is dan het vel tekenpapier. Hierbij wordt dan "1 : 10" op de tekening gezet om aan te geven dat het getekende onderdeel in werkelijkheid 10 keer zo groot is als de afbeelding op de tekening.
Het idee is dat de verhouding tussen “water” en “product” hetzelfde blijft. Dus als die verhouding “200 delen water” tegen “1 deel product” is, dan zeg je eigenlijk dat je 200ml water nodig hebt om 1ml product te verdunnen.
Deze schaal geeft aan hoe groot het model is ten opzichte van het origineel. Staat er bijvoorbeeld 1:18 bij vermeld, dan is iedere 18 cm van het origineel 1 cm in miniatuur.
Stap 1: Teken je woning op schaal
De meest gebruikte schaal is 1:50, dit betekent dat elke centimeter op papier in het echt 50 centimeter is. Zo wordt een muur van 4 meter in het echt, dus 8 cm op papier. Wil je wat groter werken? Dan zou je ook de schaal 1:20 kunnen gebruiken.
1:24 is kleiner dan 1:12!
In plaats van met een schaal kan je ook rekenen met een vergrotingsfactor. Een vergrotingsfactor van 3 betekent dat iets drie keer zo groot wordt.
Een breukschaal geeft de verhouding tussen de afstand op de kaart en de werkelijke afstand op het terrein. Als je 9,5 cm meet op je kaart dan heb je in werkelijkheid 475 m. Als je 1 cm meet op de kaart heb je werkelijkheid 10000 cm of 100 m. Als je 3 cm meet op de kaart heb je dan in werkelijkheid 300 m.
Met een schaallijn kun je de werkelijke afstand tussen twee punten bepalen. De afstand op de kaart vergelijk je met de schaallijn. Deze schaallijn heeft een lengte van 10 km. Iets wat op een kaart net zo lang is als de schaallijn is dus in werkelijkheid 10 km lang.
Schaalmodel auto's die een schaal hebben van 1:24 zijn 24 keer kleiner dan de oorspronkelijke auto's. Ondanks dat schaalmodel auto's met een schaal van 1:24 kleiner zijn dan die met een schaal van 1:18, kunnen ook bij deze miniatuur auto's nog voldoende details worden aangebracht.
De kaartschaal, kortweg vaak schaal, is de verhouding tussen een afstand op de kaart en de overeenkomstige afstand in werkelijkheid. De schaal kan worden weergegeven in een verhouding zoals 1 : 25.000.
De schaal van spoorbreedte Z is 1: 220, dus het normaalspoor in het model meet 6,5 mm. Ter vergelijking: de N-maat werkt met een schaal van 1: 160 - de standaardmaat meet 9 mm.