Katheteriseren is het leeg maken van de blaas met een katheter. Als u het zelf doet, noemen we dit zelf katheteriseren. Zelf katheteriseren leert u als u niet meer spontaan kunt plassen (dit heet retentie) of niet meer uw blaas helemaal kunt leegplassen (dit heet residu).
Uw uroloog kan bepalen dat u vaker moet katheteriseren. Als de hoeveelheid achtergebleven urine 's ochtends èn 's avonds minder is dan 100 ml., mag u stoppen met zelfkatheterisatie na overleg met de uroloog. De techniek van zelfkatheteriseren Het zelfkatheteriseren gebeurt in staande houding.
Als u voor het eerst begint met zelfkatheterisatie kan het ongemakkelijk aanvoelen. Probeer te ontspannen, adem een keer diep in en probeer het nog een keer. Als het ongemak aanhoudt of als u pijn ervaart, moet u uw arts of verpleegkundige onmiddellijk hiervan op de hoogte stellen.
Bij sommige aandoeningen is geen spontaan herstel mogelijk. Dan moet u zelfkatheterisatie de rest van uw leven toepassen. De katheter Een katheter is in principe 24 uur te gebruiken. U dient er wel voor te zorgen dat u de katheter in de verpakking bewaart en u de katheter niet op de grond laat vallen.
Zo worden infecties voorkomen. Een overvolle blaas kan zelfs leiden tot nierbeschadiging. Katheteriseren doet geen pijn maar kan raar aanvoelen. De eerste paar keer kunt u een branderig gevoel ervaren, dit komt omdat het slijmvlies wat geïrriteerd is.
Het optreden van een erectie tijdens het katheteriseren kan ontstaan door een relex en is niet vreemd. Als deze reflexmatige erectie weggaat, is het moeilijker hier vlak na weer een erectie te krijgen. Wanneer u een reflexerectie stimuleer kan u deze erectie gebruiken voor het vrijen.
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Het inbrengen van de katheter is niet pijnlijk, maar kan wel een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt de ballon via het slangetje langzaam met water gevuld. Het inbrengen van de katheter duurt ongeveer tien minuten. Daarna heeft u een gesprek met de verpleegkundige.
Door het inbrengen van een blaaskatheter kun je last krijgen van verschillende complicaties, zoals: Urineweginfecties. Blaaskramp. Lekkage of verstopping van de katheter.
Als het niet lukt om de blaas goed leeg te plassen, blijft er urine in de blaas achter. Dit heet blaasretentie. Doordat je blaas niet goed doorspoelt, kan er een blaasontsteking ontstaan, die zelfs tot een ontsteking van de nierbekkens kan leiden.
Omschrijving. Het inbrengen van blaaskatheters is een veel uitgevoerde handeling in de gezondheidszorg. Dit mag alleen door een arts, verpleegkundige of verzorgende gedaan worden die daarvoor bevoegd en bekwaam is: het katheteriseren van de blaas bij mannen is namelijk een voorbehouden handeling.
Een goede toilethouding is dus belangrijk, goed zitten en rustig wat bekken kantelen aan het einde van het plassen kan helpen (of zelfs een keer even gaan staan en weer gaan zitten). De bekkenbodemspieren een keer aanspannen en weer loslaten helpt ook.
Als het niet lukt de katheter in te brengen, probeer dan eerst te ontspannen. Het is dan vaak de sluitspier die de doorgang belemmert. U kunt bijvoorbeeld een paar keer hoesten of wat lichte druk uitoefenen op de katheter zodat de sluitspier zich ontspant en u de katheter voorbij de sluitspier kunt schuiven.
Zelfkatheterisatie is nodig als u uw blaas niet meer spontaan kunt legen door te plassen (retentie). Of als u uw blaas niet meer volledig kunt legen (residu). Er blijft dan teveel urine in uw blaas achter waardoor u vaak kleine beetjes moet plassen of erg nodig moet plassen.
Breng de katheter rustig in de plasbuis tot in de blaas, als de urine begint te lopen zit de katheter in de blaas. Schuif de katheter nu nog een klein stukje verder. en vervolgens weer naar beneden brengen (tekening 5). Ter hoogte van de overgang van de sluitspier naar de blaas kan de sluitspier wat aangespannen zijn.
Inbrengen van de katheter
Houd met één hand je penis omhoog om de kromming van de urinebuis te verminderen. Breng met je andere hand voorzichtig de katheter in de plasbuis tot deze de blaas bereikt en de urine begint te stromen. Ervaar je weerstand bij het inbrengen? Breng dan je penis iets naar beneden.
Over het algemeen geldt: Dat u minimaal 1-2 keer per week moet katheteriseren, om ervoor te zorgen dat het littekenweefsel niet meer terugkomt. Als u nog wel kunt plassen, maar niet meer volledig, dan hangt het af van de hoeveelheid urine die u per keer achterhoudt. Dit kan van 1-4 keer per dag zijn.
Het inbrengen van de katheter kan gevoelig of pijnlijk zijn. Ook kan het zijn dat u direct na het inbrengen van de katheter het gevoel heeft dat u moet plassen. Dat kan enkele dagen duren, maar geeft niet. De urine vloeit vanzelf weg via de katheter.
De normale blaasinhoud bij volwassenen varieert van 200 tot 500 ml. Als uw blaas vol is, krijgt u aandrang om te gaan plassen. Het is normaal om overdag 5 tot 7 keer te plassen en 's nachts 0 tot 1 keer.
De katheter kan de blaaswand irriteren. Hierdoor kan er wat bloedverlies optreden. Dit is niet erg en gaat vaak weer over na voldoende drinken. Wanneer u bloed in de urine blijft houden, neem dan contact op met de polikliniek Urologie.
Met een verblijfskatheter kunt u gewoon douchen. U hoeft niet bang te zijn dat de katheter er tijdens het wassen uit valt. Het is belangrijk dat u uw handen wast, voor en na het loskoppelen of het vervangen van de opvangzak.
In de meeste gevallen kunt u gewoon uw leven blijven leiden met een verblijfskatheter. Toch kunnen er soms probleempjes ontstaan. Vaak kunt u die met een kleine handeling zelf oplossen. Daarom is het handig om te weten hoe u dat doet.
Er wordt aangeraden om 1,5 tot 2 liter water per dag te drinken. Bij deze vochtinname gaat een volwassene gemiddeld 5 tot 8 keer per 24 uur naar het toilet. Plast u 8 keer of minder op een dag? Dan wordt dat gezien als een normale plasfrequentie.
Je blaas kan knappen als je je plas te lang ophoudt
Het te lang ophouden van je plas is echter niet goed. Eén keer lang je plas ophouden is niet erg, maar als je het regelmatig doet kan het gevaarlijk zien. De blaas kan daardoor namelijk te veel uittrekken en zijn knijpkracht verliezen.
Elizabethziekenhuis in Tilburg, voegt daar nog aan toe: "Vier uur ophouden zou moeten kunnen, maar niet als je al moet plassen, dus als er al plas in je blaas zit. Zeker als je 50 jaar of ouder bent, dan wordt je blaas kleiner." Sowieso is het belangrijk je blaas niet te ver op te rekken, waarschuwt Wijsma.