Voordat je de druif gaat verplaatsen moet je eerst grondig snoeien. Zorg dat de hoofdtak tussen de 50 en 70 cm is. De druivenstruik wortelt diep dus graaf de plant voorzichtig en zo ruim mogelijk uit. Wanneer de plant op zijn nieuwe plek wordt gezet is het niet nodig extra bij te mesten.
Een druif verplaatsen
Een druif kun je verplaatsen in het najaar als de plant in rust is.
Wijnstokken zijn tolerant ten opzichte van de bodem. De belangrijkste factoren zijn een hoge doorlaatbaarheid en diepte. De wortels van de wijnstokken kunnen met de jaren tot 15 meter in de grond doordringen. Daarom mogen er geen beperkingen zijn door ondoordringbare gesteentelagen in de ondergrond.
Druiven groeien in elke goed ontwaterende tuingrond, met voldoende humeus materiaal. Ze hebben een hekel aan natte voeten, zware klei of echt zure grond. Het beste groeien ze op een kalkrijke, kleiachtige grond, of een humushoudende zandgrond.
Een druivelaar verplanten doe je zo
Allereerst moet je de takken enorm bijsnoeien. Zo moet de druivelaar ongeveer 30 centimeter groot zijn. Vervolgens graaf je rondom de stam een gat, want je wil zoveel mogelijk van de wortels meenemen tijdens het verplanten.
Druivenplant planten
De planten afstand tussen druiven moet ongeveer 2,5 meter zijn. De druivenplant kun je het beste in het voorjaar of laat in het najaar planten. Druiven moeten in humusrijke grond staan. Maak de kluit eerst goed nat voordat je de plant in de grond stopt.
Snoeit en krent u niet, dan is de kans groot dat de vruchten klein blijven. Als u een druif in de tuin hebt, zullen de trosjes in juni al goed te zien zijn en zullen de druiven snel opzwellen. Meestal zijn de jonge scheuten in deze periode ook flink aan het groeien.
Hoeveel druiven je mag planten per meter hangt af van de hoogte van de druivenplant. Druivenplanten tot 100 centimeter hoog mogen er 2 tot 3 per strekkende meter geplant worden. Dit is om de 35 – 50 centimeter. Druivelaars van meer dan 100 centimeter hoog kun je het beste maar 1 per meter plaatsen.
De beste plek voor een druif is in elk geval op een zo zonnige mogelijke plek. Denk dus aan een muur op het zuiden. Plaats de druiven in goed vruchtbare grond. De plant kan het beste geplant worden in het voorjaar of laat in het najaar.
Standplaats van de druif
Zet de druif op een warme en zonnige plek, want dat vindt hij heerlijk! De druif moet je ergens langs leiden, dus kies een strategische plek uit, zoals een muur, pergola of schutting.
Nadat je in de winter of het voorjaar de druif hebt geplant, kun je de druif snoeien tot op drie ogen/knoppen boven de grond. Rond mei zal de plant gaan uitlopen. Het best is om de bovenste scheut te laten doorgroeien en de overige scheuten weg te halen.
Tussen de twintig en veertig jaar levert de druivenstruik de lekkerste druiven. Na zijn 40e levensjaar neemt de kwaliteit van de druiven af. De druivenstruik kan tot wel 100 jaar oud worden mits goed verzorgd.
Ze wortelen diep (ze hebben wortelpennen) en bij het uitgraven kunnen de wortels beschadigd raken. Probeer zoveel mogelijk van de wortelstok heel te houden. Vaak zijn druiven, net als rozen, geënt op een wortelstok.
De druif is geschikt voor op het terras of in de volle grond. De druif kan zowel in volle zon als in halfschaduw staan. Voor de kwaliteit van de druiven is het beter om de druif in de zon te planten. Daarnaast is het belangrijk dat de druif geplaatst wordt in goede kalkrijke grond.
Per vierkante meter kan je ongeveer 0 tot 1 druif planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 0 tot 1 druif planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Voor de lengte van de scheuten adviseren wij 1 meter links en 1 meter rechts van de plant. Dit komt neer op een plantafstand tussen de druiven van 2 meter. Het basisstructuur van je druif is nu klaar. Je kunt daarna in de winter telkens alle nieuw gegroeide scheuten wegsnoeien tot op 2 ogen van deze basisstructuur.
Een druif kun je het beste twee keer per jaar snoeien: in de zomer (inkorten van de lange scheuten) en in de winter. Wacht bij de wintersnoeibeurt tot al het blad is gevallen, meestal is dat rond begin december. Als het blad eraf is, kun je de structuur van de plant goed zien.
Het stekken van een druif is een leuke en makkelijke manier om een nieuwe druivenstruik te kweken. Kies voor een gezonde moederplant en volg de stappen goed op. Zorg ervoor dat de stek voldoende licht krijgt, de aarde vochtig blijft en je houdt de stek goed in de gaten.
Denk aan druivenrassen als chardonnay, pinot gris, riesling, dornfelder en pinot noir. Deze rassen zijn vooral geschikt voor warmere, zonnige regio's en kom je daarom vooral tegen in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland.
Welke meststof voor druiven? DCM Meststof Druiven is een perfecte meststof voor druiven. Bovendien bevat ze nuttige micro-organismen die het bodemleven activeren en zorgen voor een betere opname van de voedingselementen, een groter worteloppervlak en daarmee een optimale plantengroei.
Druiven houden van een kalkrijke grond. Deze voeding is uniek doordat er kalk in de korrels is verwerkt. Daarnaast hebben druiven behoefte aan veel kali. Kali zorgt voor stevige planten en een goede weerstand tegen ziektes, schimmels en vorst, ook dit is aan deze meststof toegevoegd.
Om lekkere en zoete druiven te oogsten, is het van belang om niet te veel druiventrossen tot ontwikkeling te laten komen. Door niet te veel trossen uit te laten groeien, gaat er meer energie naar de overgebleven trosjes. Dat betekent dus dat je een aantal trossen gaat verwijderen.
- Te natte en/of te koude grond in het voorjaar. - Verzwakte plant door onvoldoende voedingsstoffen of door een aantasting van de pokkenmijt. - Slechte standplaats. Een noorden en westenmuur zijn voor de meeste druivenrassen niet bruikbaar.
Met een druivelaar pluk je bovendien in de herfst trosjes druiven boven je hoofd. Span horizontale kabels of monteer een metalen rooster, plant aan beide zijden een klimplant en laat ze naar elkaar toegroeien. Heb je maar een klein terras, dan is één plant voldoende.
Hoe moet je een druivenplant verzorgen? In het voorjaar kun je druivenstruiken organische mest geven én na de zomersnoei wat mest en een handje kalk. Een druivenstruik droogt niet heel snel uit, maar in de zomermaanden moet de plant af en toe wel extra water krijgen.