januari gemiddeld het hoogste aantal overlijdens (10%) kent; september gemiddeld het laagste aantal overlijdens (7%) kent.
Jaar na jaar sterven er wereldwijd meer mensen in de winter dan in welk ander seizoen dan ook. Onderzoekers buigen zich al decennialang over de mogelijke oorzaken daarvan. Sommige zijn inmiddels ontrafeld.
Lees meer. Gemiddeld is januari de dodelijkste maand van Amerika , volgens onze analyse van gegevens over 66,8 miljoen doden die teruggaan tot 1999, verzameld door de Centers for Disease Control and Prevention. Andere dodelijke maanden komen later in de winter — februari en maart — dan Schwede had geraden.
Ouderen overlijden het meest in de winter
Ieder jaar is het aantal sterfgevallen in de wintermaanden hoger dan in andere maanden, vooral bij 80-plussers. Omdat deze groep ouderen groeit, overlijden ook meer mensen, vooral in de winter. Ook is er in perioden van kou en griep vaak sprake van hogere sterfte.
De gemiddelde levensverwachting voor mannen in Nederland in de periode 2019-2022 is 79,9 jaar.Voor vrouwen is het gemiddelde 83,1 jaar in de periode 2019-2022.
Meestal sterven mensen rustig. In gemiddeld twee tot drie dagen nemen hun krachten af, worden ze suffer en slapen ze meer, tot de slaap overgaat in de dood. Maar helaas gaat het niet altijd zo. Patiënten met kanker bijvoorbeeld hebben vaak pijn.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
De meeste mensen sterven een niet-acute dood. Met andere woorden: we zien het overlijden aankomen. Zo'n 40% sterft een acute dood (zoals een hartstilstand of verkeersongeluk). We sterven daarnaast vooral aan de gevolgen van dementie en kanker.
De belangrijkste oorzaken van sterfte voor vrouwen waren dementie, COVID-19, beroerte en longkanker. Veel doodsoorzaken kennen sekseverschillen. Zo sterven verhoudingsgewijs meer mannen dan vrouwen als gevolg van mesothelioom en aandoeningen gerelateerd aan alcohol- en drugsgebruik.
In 2024 waren er in Nederland 172 049 sterfgevallen. Dat zijn er gemiddeld 3 246 per week. Doorgaans is de sterfte hoger in de wintermaanden dan in de rest van het jaar. Bij een griep- of hittegolf overlijden er doorgaans meer mensen dan gemiddeld.
Het grootste deel van de verkeersdoden in Nederland valt op gemeentelijke wegen (62% van het totaal aantal verkeersdoden), gevolgd door provinciale wegen (16% van het totaal) en wegen van het Rijk (10% van het totaal). De minste doden vallen op wegen van overige wegbeheerders zoals waterschappen (1% van het totaal).
Maar er zijn talloze andere factoren die de winter zo dodelijk maken. "Blootstelling aan extreme kou en wind, gebrek aan adequate verwarming, ouderen die alleen wonen en het gebruik van ruimteverwarmers, wat kan leiden tot brand en koolmonoxidevergiftiging, zijn allemaal zorgen die januari tot de dodelijkste maand van het jaar maken," aldus Glatter.
Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd de meest voorkomende doodsoorzaak, volgens de IHME Global Burden of Disease Study 2017 (IHME). De op één na grootste oorzaak is kanker.
Als mogelijke oorzaak wijzen de onderzoekers naar het toenemen van de stresslevels tijdens de feestdagen, minder aanwezigheid van zorgverleners en het uitstellen van een bezoek aan een arts. Ook besluiten vaak terminaal zieken de feestdagen thuis door te brengen en komen door mindere zorg te overlijden.
Niet al te feestelijk nieuws uit Zürich: de kans om dood te gaan op je verjaardag is bijna 14 procent hoger dan op een andere dag van het jaar. Wetenschappers van de universiteit van Zürich onderzochten de doodsoorzaak in combinatie met de dag van overlijden van ongeveer 2 miljoen mensen.
Landelijk overlijdt 33% van de mensen met een verwacht over- lijden thuis, 20% sterft in een ziekenhuis, 10% in een hospice, bijna-thuis-huis of de palliatieve unit van een instelling, 35% in een verpleeg- of verzorgingshuis, en 2% elders (figuur 7).
In 2020 was het met 1,5 miljoen slachtoffers wereldwijd, na COVID-19, de meest dodelijke besmettelijke ziekte. De afwezigheid van een effectief vaccin, goede tests om de juiste diagnose te stellen, goede testmiddelen en moderne behandelingen maakt tuberculose een lastige ziekte.
Symptomen van een hartaanval bij vrouwen
Bij vrouwen kondigt een hartaanval zich soms al weken van tevoren aan. Ze zijn extreem moe, slapen slecht en/of zijn kortademig. Later, vlak voor het hartinfarct, kunnen (ook) deze klachten ontstaan: Plotselinge duizeligheid of een gevoel van zwakte.
Levensverwachting voor mannen 80,3 en voor vrouwen 83,3
bij geboorte 80,3 jaar voor mannen en 83,3 jaar voor vrouwen. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd was 19,2 jaar voor mannen en 21,3 voor vrouwen.
De levensverwachting in goede ervaren gezondheid bij 65 jaar is dan ongeveer 14 jaar bij zowel mannen als vrouwen en de levensverwachting zonder beperkingen bij 65 jaar 17 jaar voor mannen en 15 jaar voor vrouwen. Het gaat hier om beperkingen in het uitvoeren van activiteiten op het gebied van zien, horen en bewegen.
Omdat het bloed zich meer en meer terugtrekt naar de borst- en buikholte, kunnen handen, armen, voeten, benen en neus koud aanvoelen. Op de benen kunnen paarsblauwe vlekken ontstaan. De gelaatskleur wordt grauw en bij de laatste ademtocht trekt de kleur helemaal uit het gezicht weg ('doods - bleek').
De top vijf van kankervormen met de grootste sterfte in 2023 zijn: Longkanker: 9.911. Dikkedarmkanker: 4.459. Hematologische kanker: 3.615.
Een bejaarde, soms ook senior, is iemand van gevorderde leeftijd. Voor deze levensfase wordt doorgaans de leeftijd van 70 tot 80 jaar aangehouden en is men ouder dan 80 jaar dan is men hoogbejaard.
De enige gegevens waarover we beschikken betreffen Amsterdammers in de late zeventiende en achttiende eeuw: toen was de levensverwachting bij geboorte gemiddeld ongeveer 28 tot 32 jaar.
De verwachting dat de individuen in onze geboortecohort op 80-jarige leeftijd en ouder nog in leven zouden zijn, lag voor mannen slechts tussen de 2,5 en 6% en voor vrouwen tussen de 8,5 en 9,2% (zie SCB, 2020).