Een pacemaker is ongeveer 0,7 cm dik, 4,5 cm breed en 5 cm lang. De belangrijkste inhoud is de batterij en de chip. Het geheel weegt ongeveer 30 gram.
Het plaatsen van een pacemaker is een redelijk eenvoudige ingreep, die 1,5 tot 2 uur duurt. Bij een speciale pacemaker (CRT) duurt de ingreep iets langer. De pacemaker wordt vaak linksboven onder de huid geplaatst. Je krijgt meestal een plaatselijke verdoving en bent bij kennis.
Een pacemaker wordt geïmplanteerd bij patiënten met bradycardie waarbij het ritme dreigt te traag te worden om voldoende bloed rond te pompen naar het lichaam. Het is een klein schijfvormig metalen toestelletje van ongeveer 5cm x 4cm x 0.5cm.
Een biventriculaire pacemaker heeft drie draden: één elektrodedraad in de rechterkamer, één draad in de rechterboezem en één draad bij de linkerkamer.
De levensduur van de pacemaker is gemiddeld 10 jaar.
Een pacemaker dient kleine stroomstootjes toe, en die volstaan niet wanneer de drager ervan effectief een hartstilstand krijgt.
De risico's die verbonden zijn aan de implantatie van een traditioneel pacemakersysteem, zijn onder andere infectie op de operatieplek en/of allergische reactie op materialen van het systeem, het niet-afgeven van therapie wanneer dat nodig is, of het ontvangen van extra therapie wanneer dat niet nodig is.
u mag geen lichamelijke inspanningen doen waarbij u uw arm die aan de kant waar de pacemaker zit, veel moet gebruiken. De andere arm en uw benen mag u wel gebruiken. rustig fietsen mag na 2 weken.
De pacemaker wordt onder het sleutelbeen geïmplanteerd. Hiervoor zal de cardioloog onder de huid ruimte creëren, de zogenaamde 'pocket' waarin de pacemaker past. Ondanks de verdoving kan dit soms wat pijnlijk zijn.
Verzorging van de wond
Er kan een bloeduitstorting ontstaan. Deze verdwijnt vanzelf na een aantal dagen tot een week. De wond is gehecht met hechtingen die vanzelf oplossen en de huid is gelijmd. U mag de dag na de ingreep douchen.
Pijn en aanhoudende klachten
De eerste drie maanden kan de pocket nog pijnlijk blijven. De plaats van de pacemaker kan beurs aanvoelen. De huid kan pijnlijk zijn. De pacemaker kan in uitzonderlijke gevallen door de zeer dunne huid omhoog komen.
Ook het op hol slaan van de pacemaker door interne of externe factoren is uitgesloten bij de huidige systemen. Alleen het extern plaatsen van een magneet door de pacemakertechnicus kan de pacemaker kortdurend in een sneller ritme brengen, waardoor betere controle van de instellingen kan worden gewaarborgd.
De meeste pacemakers gaan tegenwoordig 7 tot 12 jaar mee. Dit is o.a. afhankelijk van hoe vaak de pacemaker invalt om uw hartritme te ondersteunen. Als de batterij leeg aan het raken is wordt dat altijd ruim op tijd bij de controles gezien.
In rust ligt de hartslag van een volwassene meestal tussen de 60 en 100. Een lagere hartslag is niet altijd erg. Soms is je hartslag van nature lager of past het lichaam zich aan omdat je veel sport. De medische term voor een lage hartslag is bradycardie.
Het gebruik onder normale omstandigheden is veilig. Men kan zonder enige beperking een pc en alle mogelijke randapparatuur gebruiken. Relaxstoelen kan je gebruiken zolang er zich geen grote magneten in bevinden. Een pacemaker of ICD kan zonder meer tegen de warmte van een (infrarood) sauna.
Pacemakers daarentegen hebben niet de mogelijkheid om shocks af te geven. Een functionerende pacemaker zal het overlijdensproces dan ook niet verstoren. Toch wordt in de praktijk soms gedacht aan het deactiveren van een pacemaker. Dit kan andere, zeer uiteenlopende en niet altijd goed te voorspellen, gevolgen hebben.
Ook als u weinig verschil merkt, zorgt de pacemaker er toch voor dat de hartkamers beter samenwerken. U kunt direct na de implantatie verbetering merken, maar ook pas na enkele maanden. Voelt u verbetering? Bouw dan uw spierconditie rustig op, vermijd piekbelastingen en wissel activiteit en rust af.
U mag weer autorijden na ongeveer 14 dagen. Voor personenauto's (rijbewijzen van groep 1) is het niet nodig om bij het CBR te melden dat u een pacemaker heeft.
De pacemakers of ICD's die tegenwoordig geïmplanteerd worden, zijn inderdaad dermate geavanceerd, dat u zich in normale situaties geen zorgen hoeft te maken. Er zijn enkele bijzondere situaties: Sommige bestralingen (bij kanker) kunnen het apparaat beschadigen.
De implantatie van de pacemaker gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. De pacemaker wordt meestal geplaatst onder het sleutelbeen en de elektrodedraden worden via een bloedvat naar het hart geleid. Na de ingreep blijf je nog een of twee dagen in het ziekenhuis.
bij een hartfalenpacemaker
Bij het maken van de ruimte onder de huid voor de pacemaker, kan een bloedvaatje geraakt worden waardoor een bloeduitstorting ontstaat. Deze verdwijnt meestal na enkele dagen. Als dit al gebeurt, is het meestal direct na de ingreep.
Uw pacemaker of inwendige defibrillator (ICD) werkt op een batterij die een bepaalde tijd mee kan. De levensduur van de batterij hangt af van hoe vaak het apparaat moet ingrijpen om stoornissen in uw hartritme op te vangen.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.