Distels zijn uitstekend geschikt om te drogen, zodat je ook in de wintermaanden van de planten kunt genieten. Knip de bloemen af als ze in volle bloei staan, liefst met lange stengel, en bind ze met een stuk raffia samen. Hang ze ondersteboven in een droge luchtige ruimte op.
Voorkomen en bestrijden
Je kunt proberen de distels zelf, met de hand, aan te pakken. Doe dit door de distels herhaaldelijk dicht bij de grond te knippen. Wanneer je dit vaak genoeg doet, zullen de wortels van de distel uiteindelijk verdorren en zal de plant sterven.
Ze zijn ook nuttig want het zijn planten die nuttige insecten zoals bijen en vlinders aantrekken. Toch zijn sommige soorten een hardnekkig onkruid. De zaden verspreiden zich makkelijk en de plant kan hinder of schade aan gewassen veroorzaken. Daarom is het bij wet verplicht om schadelijke distels op te ruimen.
Het blad is eetbaar mits je de stekels afknipt, de stengels kun je geschild eten, rauw of gekookt, wortels van de plant in zijn eerste jaar kunnen rauw en gekookt verwerkt worden (gedroogd tot meel verwerken) en uit de zaden kan een waardevolle olie worden geperst.
En aan het rijmpje: 'Distels breken is distels kweken, distels maaien is distels zaaien, distels trekken is distels stekken'. Onuitroeibaar dus, zoals iedere boer weet. Zodra hij de grond waarop distels groeien ploegt, worden de wortels in stukken gesneden en groeit elk stukje wortel weer uit tot een nieuwe plant.
Distels zijn een eremedaille
De distel is een belangrijk symbool van de Schotse heraldiek geweest voor meer dan 500 jaar. Het staat ook voor een van de hoogste eerbetuigingen die het land aan een persoon kan geven.
De distel. Cirsium arvense oftewel akkerdistel – en in de volksmond gewoon 'distel' – is een hardnekkige onkruidplant die bijna iedereen wel eens tegenkomt in zijn tuin. Het onkruid herken je aan de smalle, kreukelige en stekelige bladeren, en een paarse bloem wanneer ze in bloei staan.
Distels zijn erg goed voor je paard en bevatten onder andere vitamine B1. Paarden eten ook graag net gemaaide brandnetels. Soms wachten ze nog even een paar uur, maar liever beginnen ze er meteen aan. Brandnetels bevatten diverse belangrijke voedingsstoffen, waaronder vitamine C, calcium, ijzer, zwavel en silicium.
Kogeldistels zijn uitstekende droogbloemen. Snij ze af voordat de bloemen opengaan. Laat ze dan ondersteboven drogen. kan tegen droogte.
Een tuin vol distels, paardenbloemen, zonnebloemen, klis en teunisbloemen is ideaal voor de putter. Die planten produceren de zaden waarvan de putter afhankelijk is. De grote kaardenbol is waarschijnlijk de beste putterlokker. De bladeren vormen rond de stengel een waterkommetje dat na regen lang gevuld blijft.
Snoeien kogeldistel
Na de eerste bloei in augustus de Kogeldistel in zijn geheel terugsnoeien. De plant kan dan opnieuw uitlopen medio september/oktober en zal opnieuw gaan bloeien. Na de tweede bloei de Kogeldistel wederom in zijn geheel terugsnoeien.
Niettemin moet in Vlaanderen op grond van artikel 43 en 44 van het federale KB van 19 november 1987 de bloei, de zaadvorming en het uitzaaien belet worden van vier soorten distels die voor de landbouw “schadelijk” worden geacht. Het gaat om Akkerdistel, Speerdistel, Kale Jonker en Kruldistel.
De akkerdistel is in zijn geheel eetbaar voor de mens mits je de stekels verwijdert.
Er zijn veel dieren die van de distels in het algemeen profiteren. Gegeten worden ze door o.a. ezels, geiten en soms door konijnen. De olierijke zaadnootjes dienen als voedsel voor de vinkachtigen en de mezen. De putters worden ook wel distelvinken genoemd.
Distels maai je best kort voor de bloei als de bloemkoppen nog gesloten zijn (eind juni – begin juli). Te vroeg maaien heeft geen zin zijn want dan vormt de plant nog een tweede keer bloemknoppen (augustus – september). Bovendien zijn de planten het zwakst voor en tijdens de bloei.
Tweejarige distel
De planten ontwikkelen in het eerste jaar enkel wortels en een bladrozet. In de zomer van het tweede jaar bloeien ze en vormen ze zaad onder de vorm van pluizen. De wind zal de zaden verspreiden. Daarna sterft de plant af.
De wetgeving voor distelbestrijding dateert uit 1887, een tijd waarin landbouwers de akkers nog met de blote handen bewerkten en bemesting met paardenmest een gangbare praktijk was. Contact met paardenmest gecombineerd met pijnlijke prikwondjes vormde een risico op besmetting met de dodelijke tetanusbacterie.
Een stukje wortel van amper 5 cm dat 30-50 cm onder de grond zit, kan reeds een levensvat- bare plant opleveren. De akkerdistel bloeit tussen juni en september en is tweehuizig (boven vrou- welijke, onder mannelijke bloeiwijze). De bestuiving gebeurt door insecten.
De artisjok is een distel van de composietenfamilie (Asteraceae).
Hang de bloemen ondersteboven op een droge plek. Verdeel eventueel de bloemen in losse groepjes, zodat iedere bloem goed kan drogen. Afhankelijk van het gewenste resultaat laat je het boeket drogen (gem. 3-4 weken).
De mariadistel is een statige plant, tot anderhalve meter hoog, met stevig, leerachtig groen-glanzend blad met een witte tekening. Het is een éénjarige plant, die dus elk jaar opnieuw moet gezaaid worden.
Distels en brandnetels zijn niet giftig voor de paarden. Zij hebben een reinigende werking en helpen bij het verliezen van de wintervacht van het paard.
In de overgang van winter naar lente verandert er veel voor je paard. Verandering van rantsoen, meer beweging, meer insecten en mogelijk allergische reacties en jeuk. Een kruid dat in deze periode van toegevoegde waarde kan zijn is mariadistel.