Sommige mensen hebben tijdens hun eerste aanval het gevoel dood te gaan. In een mildere vorm hebben mensen het gevoel er niet helemaal bij te zijn. Vaak zeggen patiënten zich bewust te zijn van de mensen om hen heen, maar niet met hen te kunnen praten.
Bij een dissociatieve stoornis lukt het iemand een bepaalde tijd niet om gebruik te maken van het bewustzijn met alle gedachten, gevoelens en herinneringen. Iemand staat als het ware los van zichzelf. Dissociatie betekent letterlijk 'uiteenvallen'.
Het voelt alsof u soms 'losraakt van uzelf of van de omgeving'. Dit heet dissociatie. Alles om u heen lijkt bijvoorbeeld vreemd of wazig. Of het voelt alsof uw lichaam niet van uzelf is.
Kenmerkend voor alle dissociatieve stoornissen is dat de (emotionele) verbinding met een ander vaak erg wisselend is en/of soms afwezig. En dat er vaak sprake is van traumatische ervaringen, waardoor iemand zich vaak angstig, verward, boos of gevoelloos voelt.
In het kort: Dissociatie is een beschermingsmechanisme dat je in staat stelt om nare ervaringen en de herinneringen daaraan te ontlopen. Bij dissociatie zijn bepaalde functies in de hersenen verstoord, zoals het bewustzijn, geheugen of de waarneming van de omgeving.
Dissociatie en derealisatie lijken wel wat op elkaar. Een belangrijk verschil is dat derealisatie veel meer een gevolg is van vermoeidheid en dat dissociatie ineens kan gebeuren als je iets meemaakt wat je herinnert aan eerdere erg nare ervaringen.
De ervaring van 'bevriezen' of 'verdoven' wordt wel beschreven als een zich fysiek, mentaal en emotioneel verlamd voelen door een bepaalde consternatie. De bevriezing zorgt dat je niet de enormiteit hoeft te voelen van wat er met je gebeurt. In die zin ligt het dus dicht bij dissociatie.
Het gevoel 'los te raken van uzelf of van uw omgeving' heet dissociatie. Dingen die u dan bijvoorbeeld merkt: De tijd lijkt veel sneller of langzamer te gaan dan normaal. U vergeet (belangrijke) dingen die u heeft meegemaakt.
Dissociatieve fugue
Een patiënt kan op de vlucht slaan, soms naar een heel andere regio, of een andere identiteit aannemen. Vaak is een verbaasde gelaatsuitdrukking een symptoom. Het vluchtgedrag wordt meestal veroorzaakt door een trauma of stress.
Een dissociatieve identiteitsstoornis kan niet worden verholpen met medicatie. Echter, omdat DIS vaak samengaat met andere aandoeningen, zoals angst of depressie, kan de arts ervoor kiezen om de symptomen van deze aandoeningen te verlichten met medicijnen.
In alle gevallen geldt: probeer zelf rustig te blijven, laat iemand niet alleen, benoem wat je doet en praat op een duidelijke maar vriendelijke toon. Het is ook fijn als je zelf iets van dissociatie weet. Begrijpen wat er met iemand gebeurt, en dit misschien ook uit kunnen leggen, geeft rust.
Bij mensen met een eerste psychotische episode is nog geen onderzoek gedaan naar dissociatie. Benieuwd hoe dit zit? Dissociatie is een (tijdelijke) verstoring van de integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit, cognities of perceptie. Uit eerdere studies blijkt dat dissociatie vaak voorkomt bij mensen met psychose.
Psychotherapie, medicijnen en EMDR kunnen helpen. Een dissociatieve stoornis kan overgaan. Of u kunt leren er beter mee om te gaan.
Dissociatie en paranoïde ideeën
De 'dissociatie' is een angstige ervaring omdat je niet meer weet wat er gebeurt. Mensen met borderline kunnen ook paranoïde ideeën hebben en bijvoorbeeld denken dat ze worden achtervolgd.
Je kunt depersonalisatie zien als een verdedigingsmechanisme van het brein bij overprikkeling of langdurige stress. Het komt vaker voor bij mensen die in hun jeugd traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt. Ook bij mensen die drugs gebruiken, een middel dat het brein vermoeit. En bij paniek kan het ook voorkomen.
Jaarlijks krijgen ongeveer 4000 mensen in Nederland de diagnose Dissociatieve identiteitsstoornis. Dissociatieve stoornissen worden vaker bij vrouwen dan bij mannen gediagnosticeerd, maar dissociatieve symptomen komen in de bevolking evenveel voor bij mannen als vrouwen.
Bij de meeste mensen is het een gevolg van vermoeidheid en overbelasting. Het komt bijvoorbeeld door slaaptekort. Maar ook alcohol en drugs vormen een belasting voor lichaam en geest, waardoor je eerder dit soort vreemde ervaringen kunt krijgen. Ook bij de eerste tekenen van griep en verkoudheid komen ze geregeld voor.
Als je last hebt van derealisatie heb je het gevoel dat de wereld om je heen niet echt is. Het voelt alsof je in een droom bent en prikkels komen niet binnen. Derealisatie en depersonalisatie noemen we ook wel dissociatie. Dit is het moment wanneer je je een beetje los voelt van jezelf.
Dissociatie is op zich geen erfelijke aandoening. Bij de manier waarop kinderen leren omgaan met angst spelen ervaringen een belangrijke rol. Ervaringen wat een kind meemaakt, hoe een kind geleerd wordt om om te gaan met angst en hoe een kind ziet dat anderen in de omgeving omgaan met angsten.
Bij derealisatie of depersonalisatie is er sprake van een verstoring in het bewustzijn, waarbij iemand zichzelf of zijn omgeving als onwerkelijk en vreemd ervaart. Dit duiden we met een meer algemene term aan als dissociatie, wat betekent dat je op afstand komt te staan van je bewustzijn.
Symptomen van depersonalisatie en derealisatie
Gevoel van vervreemding, onwerkelijkheid en onechtheid (van de omgeving of zichzelf). Angst om gek te worden, uit elkaar te vallen, dat er iets mis is in de hersenen. Paniekaanvallen door angstige en negatieve gedachten. De omgeving voelt niet vertrouwd (bij derealisatie).
DIS ontstaat onder andere als gevolg van vroegkinderlijk trauma (Reinders & Veldman, 2021). Als een kind DIS heeft, lijkt het of er meerdere persoonlijkheden zijn. Die persoonlijkheden hebben een eigen waarneming, denken op hun eigen manier over de omgeving en zichzelf.
Zenuwachtig gevoel zonder reden
Meestal is de reden achter een onrustig, opgejaagd of zenuwachtig gevoel makkelijk te herleiden. Je hebt bijvoorbeeld net een drukke of stressvolle periode achter de rug. In dit geval gaat dit onrustige of zenuwachtige gevoel vanzelf weer over.