Betelgeuze, de opvallende ster met oranje gloed in het sterrenbeeld Orion, is een zogenoemde rode superreus. Aan het einde van het leven van zo'n ster volgt een supernova. Oftewel een enorme explosie, die zelfs vanaf de aarde met het blote oog waarneembaar kan zijn. Het staat vast dat Betelgeuze gaat ontploffen.
In het vakblad PNAS beschrijft een groep astronomen hoe een zware ster zich ontpopte tot een apocalyptisch monster dat uiteindelijk zo'n 75 procent van het leven op aarde de kop zou kosten. Dat gebeurde toen de ster, op zo'n 65 lichtjaar afstand van hier, stierf in een supernova-explosie.
Een supernova (meervoud: supernovae of supernova's) is het verschijnsel waarbij een ster op spectaculaire wijze explodeert. De uitbarsting is herkenbaar aan de enorme hoeveelheid licht die hierbij wordt uitgestraald. De ster vlamt op met de lichtkracht van honderden miljoenen tot meer dan een miljard zonnen.
Hoe zal die explosie eruitzien? Als Betelgeuse ontploft, krijgen we een prachtig spektakel te zien op aarde dat mogelijk tot enkele dagen kan duren. De supernova wordt zo helder dat hij zelfs overdag te zien zal zijn. Het licht wordt wellicht zelfs helderder dan dat van de Maan.
Licht reist met een zeer hoge snelheid van ca. 300.000 kilometer per seconde, maar zelfs de dichtstbijzijnde ster staat al zo ver weg dat het licht er ruim vier jaar over doet om ons te bereiken. We zien die ster dus zoals hij er ruim vier jaar geleden uitzag.
Als een lichtstraal door die trillende lucht gaat, wordt het licht ietwat gebroken. Het resultaat is een fonkelende ster. Het licht van een ster die laag boven de horizon staat, moet een langere weg door de dampkring afleggen. Daarom zullen die sterren meer flikkeren.
De kleur van een ster verwijst naar zijn oppervlaktetemperatuur. Een rode ster is relatief koel met een oppervlaktetemperatuur van minder dan 3.000 graden Celsius. Onze zon is een gele ster: op het oppervlak heerst een temperatuur van meer dan 6.000 graden. En blauwe sterren zijn de heetste, 10.000 graden en meer.
Extreem zeldzaam
De ster van Kepler ontplofte waarschijnlijk op zo'n 20.000 lichtjaren van de aarde. Een supernova op 'slechts' honderden lichtjaren van onze planeet zou volgens sterrenkundige De Koter daarom "extreem zeldzaam" zijn.
Sirius. De helderste ster aan de hemel is dan weer niet noodzakelijk de ster die van zichzelf het felst straalt. Sirius is voor een groot deel zo helder doordat hij tot de meest nabije sterren behoort. De op een na helderste ster Canopus oogt iets zwakker dan Sirius, maar staat wel ruim 35 keer zo ver weg.
De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond. Sirius is vooral in de wintermaanden goed zichtbaar. Hij staat linksonder het opvallende wintersterrenbeeld Orion.
Als het helder is kan je ze goed zien als glinsterende puntjes in het donker, maar we zien maar één van die sterren alleen overdag. Dat is de zon. Heel groot en heel dichtbij. Toch is de zon maar een klein sterretje vergeleken met de andere sterren in het heelal.
Niemand heeft ooit een ster zien sterven, maar waarschijnlijk doven ze langzaam uit. De grootste sterren sterven heel plotseling. Tegen het einde van hun leven zwellen ze op tot rode superreuzen, waarna ze uiteindelijk zichzelf opblazen in een enorme supernova-uitbarsting.
Soms schiet er een enorme lichtflits door de Melkweg. De oorzaak is een geweldige explosie. Bij deze 'supernova' sterft een superreus: een echte zwaargewicht onder de sterren, veel groter dan de zon.
Sirius (alpha Canis Majoris) is de helderste ster van de nachtelijke sterrenhemel. Met een schijnbare helderheid van −1,46 is hij bijna dubbel zo helder als Canopus, de helderste ster na hem. Omdat Sirius de helderste ster is van het sterrenbeeld Grote Hond (Canis Major) staat hij ook bekend als de Hondsster.
Een ster is een bolvormig hemellichaam bestaande uit lichtgevend plasma met daarin voornamelijk (ongeveer 72% van de massa) waterstof en daarnaast ongeveer 26% helium. In sterren is de druk en temperatuur van de inwendige gasconcentratie zo hoog dat er kernfusiereacties plaatsvinden.
Soms in verbluffende patronen, als een soort astronomisch siervuurwerk. Een supernova kan op een afstand van miljarden lichtjaren zichtbaar zijn: het licht overbrugt een groot deel van het zichtbare universum.
De Poolster is de voorste ster van het pannetje van de Kleine Beer. De Kleine Beer kun je vinden door vanaf de buitenste sterren van het pannetje van de Grote Beer een lijn te trekken. Verleng deze lijn vijf keer en je komt bij de Poolster uit. Zo kun je dus de Poolster vinden en dus ook het noorden.
De Poolster is weliswaar gemakkelijk met het blote oog zichtbaar, maar er zijn tientallen sterren die een grotere schijnbare helderheid hebben. De ster met de grootste schijnbare helderheid (afgezien van de zon!) is Sirius, de hoofdster in het sterrenbeeld Grote Hond.
Wat heb ik hier allemaal voor nodig? Vallende sterren en meteoren zijn inderdaad dezelfde verschijnselen; die meestal zwakke lichtflitsjes die je soms (vaak in zwermen) gedurende een fractie van een seconde tot een paar seconden lang aan de hemel kunt zien.
Het is moeilijk voor te stellen hoe koud het op planeet Pluto is. Het is er heel koud, héél erg koud: 203 graden onder nul. De nieuwe temperatuur is gemeten door onderzoekers uit Amerika. Op de planeet is het een heel stuk frisser dan gedacht.
Mocht de mens ooit op Mars willen staan dan zal een afstand van zo'n 60 miljoen kilometer afgelegd moeten worden. Op dit moment wordt verwacht dat een vlucht naar Mars ongeveer acht maanden zou duren. Dit duurt niet veel langer dan een sonde erover doet om op Mars te komen.
Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
Wel 100 keer groter dan de aarde. Door de felheid waarmee de zon schijnt, zien we overdag de andere sterren niet.
Op een ster kan er geen leven ontstaan, maar het leven op een planeet heeft wel de ster waarrond de planeet draait hard nodig. De ster zorgt namelijk voor licht, of meer algemeen, voor de energie die dat leven nodig heeft. De sterren "dienen" dus om dat leven mogelijk te maken en in stand te houden.
Sterren met een temperatuur van rond de 5000K hebben een oranje-achtige gloed, die naar geel verloopt voor hetere sterren. Rond 6000K zijn de sterren geel/wit van kleur. Sterren heter dan dat, rond 8000K, zijn wit. Hele hete sterren, met een oppervlaktetemperatuur van 10.000K of meer, zijn blauw-wit van kleur.