Kan ik aangifte doen? U kan aangifte doen als sprake is van een strafbaar feit. Als een ouder een kind bewust onttrekt aan het gezag van de andere ouder, dan is dat een strafbaar feit volgens artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht. Om een melding of aangifte te doen kunt u bellen met 0900-8844.
Feitelijk is de enige mogelijkheid die je hebt om oudervervreemding aan te tonen, door een dossier op te bouwen van onwil of inactie van de andere ouder om het contact tussen je kind en jou te bevorderen.
Ouderverstoting is strafbaar
In het Burgerlijk wetboek – boek 1 – personen- en familierecht, staan de plichten van het ouderlijk gezag.
Wanneer een zaak voor de rechter komt waarbij oudervervreemding, ouderverstoting, ouderonthechting of ouderafwijzing wordt gesteld, dan laat de rechter meestal de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek doen.
o De hechtingsband tussen de coalitie-ouder en het kind kan te sterk zijn. o Er kan sprake zijn van parentificatie. Het Openbaar Ministerie beziet het niet naleven van de zorgregeling (als beide ouders gezag hebben) als ontrekking aan het wettelijk gezag. Dit is strafbaar.
Van ouderverstoting is sprake als een kind een ouder, waarmee het kind voorheen een goede relatie had niet meer wil zien. Ouderverstoting is onderdeel van het beëindigen van de relatie tussen ouders. Soms manifesteert ouderverstoting zich pas jaren na de feitelijke scheiding.
Gedragsproblemen: Kinderen die ouderverstoting ervaren, kunnen ook gedragsproblemen ontwikkelen, zoals agressie, impulsiviteit en problemen met autoriteit. Relatieproblemen: Kinderen die ouderverstoting ervaren, kunnen problemen hebben met het aangaan en onderhouden van relaties als volwassenen.
Ontheffing van een ouder uit de ouderlijke macht kan uitgesproken worden op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie. Een ontheffing kan zowel vrijwillig als gedwongen zijn. Bij vrijwillige ontheffing stemt de ouder in met de maatregel.
Einde ouderlijk gezag bij gevaar voor ontwikkeling kind
De raad onderzoekt of de ontwikkeling van uw kind in ernstig gevaar is. En of er geen andere mogelijkheden zijn om dat gevaar te stoppen. Is dat het geval, dan kan de raad de kinderrechter vragen om uw gezag over uw kind te stoppen.
Zoals hierboven genoemd mag een kind dus vanaf zijn 18e zelf beslissen waar hij of zij wil wonen. Tot die tijd bepalen zijn of haar ouders (of de rechter) waar hij of zij woont.
De raad adviseert berusting in de situatie om het kind (en de situatie) rust te geven. De raad adviseert het kind uit huis te plaatsen bij de verstoten ouder (of mogelijk eerst bij een derde, terwijl hulpverlening de band tussen het kind en de verstoten ouder tracht te herstellen).
Wat kunt u doen als uw ex de omgangsregeling niet nakomt en u de kinderen niet meekrijgt? In het geval u de kinderen niet meekrijgt en de omgangsregeling door uw ex niet wordt nagekomen, dan kunt u via de rechter proberen nakoming van de omgangsregeling af te dwingen.
Iedereen mag bij de politie aangifte doen van een strafbaar feit.Ook minderjarigen.
Ouderverstoting wordt ook wel oudervervreemding of Parental Alienation Syndrome (PAS) genoemd en wordt gezien als kindermishandeling. Een kind dat te maken krijgt met ouderverstoting kan hier vaak levenslang last van houden.
Accepteer de keuze van je kind, en zeg tegen je kind dat het goed is. Geef je kind het gevoel en de boodschap mee dat je van hem/haar houdt. Maak duidelijk dat je kind altijd welkom is bij je. Geef je kind het gevoel dat hij/zij bij jou terecht kan en altijd naar je toe mag komen.
Nee, u kunt niet zelf afstand doen van het gezag over uw kind. Het is wel mogelijk om het ouderlijk gezag aan te passen naar eenhoofdig gezag van de andere ouder. De andere ouder heeft dan alleen het gezag. U kunt dit samen met de andere ouder vragen bij de rechter.
Als de ouders of verzorgers met verplichte begeleiding op termijn waarschijnlijk wel weer zelfstandig voor de verzorging en opvoeding kunnen zorgen, kan de rechter de vraag krijgen een ondertoezichtstelling (OTS) uit te spreken.
Er kunnen goede redenen zijn voor de vader om co-ouderschap te weigeren. De vader heeft net zoveel recht als de moeder om het co-ouderschap te weigeren, omdat co-ouderschap geen wettelijke verplichting is. De vader hoeft niet bang te zijn dat hij zijn kind(eren) helemaal niet meer ziet als hij co-ouderschap weigert.
U kunt niet zelf een verzoek tot eenhoofdig gezag doen bij de rechtbank. Dat moet een advocaat voor u doen. Wordt het verzoek tot eenhoofdig gezag toegewezen? Dan geeft de rechtbank het gezag aan 1 van beide ouders.
Als een vader zijn kind (nog) niet heeft erkend, maar wel betrokken is bij de verzorging en opvoeding, kan hij aanspraak maken op bepaalde rechten, zoals het recht op contact met zijn kind. Er is in dat geval namelijk sprake van “family life”. Dit is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
De biologische moeder heeft door de geboorte van het kind automatisch het gezag. De vader of partner krijgt dit niet automatisch. Als vader of partner kunt u het kind erkennen. Door erkenning krijgt u meestal gezamenlijk ouderlijk gezag.
Afhankelijk van de complexiteit van de zaak neemt een aanvraag tot wijziging van het gezag in eenhoofdig gezag tussen de 5 en 10 uur in beslag. Dat betekent dat de totale kosten voor het wijzigen naar eenhoofdig gezag tussen de circa €800,- en €2000,- bedraagt.
Je kunt hiervoor terecht bij jeugdzorg, maar ook het inschakelen van een goede mediator met de juiste specialiteit kan helpen om de neuzen weer in dezelfde richting te krijgen. Gaat het om een ernstige vorm van ouderverstoting, dan is er geen contact meer tussen het kind en één van de ouders.
Een veelvoorkomende omgangsregeling is dat de kinderen gedurende een weekend om de veertien dagen bij de 'niet-inwonende' ouder verblijven. Vaak zijn de kinderen dan ook gedurende de helft van de schoolvakanties bij deze ouder en worden de feestdagen eerlijk verdeeld.
Wat als ons kind niet naar de andere ouder wil? Volgens de wet hebben beide ouders recht op omgang met hun kinderen. Elke ouder heeft een plicht om mee te werken aan de omgang met de andere ouder van je kind. Alleen als er zwaarwegende redenen zijn, kan een rechter de omgang van een ouder met het kind ontzeggen.