Wij registreren alleen nog akten waarvan registratie wettelijk is vereist voor de geldigheid van de rechtshandeling. Dat geldt voor akten: die een pandrecht vestigen op een roerende zaak, op een recht aan toonder, of op het vruchtgebruik van een zo'n zaak.
In praktijk gaat het meestal over overeenkomsten in verband met onroerende goederen, maar ook onderhandse aktes tot oprichting van vennootschappen, onderlinge overeenkomsten, of verklaringen dienen geregistreerd te worden.
Onderhandse akte
Volgens artikel 156, lid 3 van het Wetboek van Rv zijn onderhandse akten alle akten die niet authentieke akten zijn. Het gaat in feite om die gevallen waarin een verklaring of overeenkomst zonder de aanwezigheid van een notaris is opgesteld. Iedereen kan dus zo'n akte opstellen.
Bij de verhuur van een onroerend goed wordt er een huurcontract afgesloten tussen een eigenaar en een huurder. Het is verplicht om het huurcontract te laten registreren. Laat uw contract ofwel online via MyRent (externe link), ofwel per post registreren.
Het huurcontract moet worden geregistreerd in het kantoor Rechtszekerheid (het vroegere registratiekantoor) dat bevoegd is voor de plaats waar het verhuurde goed zich bevindt. U ontvangt een ontvangstbevestiging van uw aanvraag.
Een akte is een ander woord voor een schriftelijke verklaring van een overeenkomst. Er zijn meerdere soorten aktes, maar dit betreft een akte die door een notaris opgesteld is.
Waarom moet een huurcontract geregistreerd worden? Het registreren van een huurcontract verleent het huurcontract een 'vaste datum'. Dat wil zeggen dat niemand die datum nog kan betwisten en dat het contract 'bindend' is 'voor derde partijen'. Dat is belangrijk voor zowel de huurder en de verhuurder.
Als de plaatsbeschrijving niet omstandig is, dan is zij niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en wordt er meteen vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst.
wettelijke termijn van vier maanden kunt u uw handelshuur nog registreren. U betaalt dan wel een kleine boete. Wil uw verhuurder het pand verkopen, dan kunt u door registratie vermijden dat u eruit wordt gezet.
Via MyMinFin kan een huurder nagaan of het contract geregistreerd is. (Meld u aan met uw e-ID of via Itsme. Klik op 'Mijn huurcontracten raadplegen' in de rubriek 'Mijn woning en mijn onroerende goederen'). En ook bij het registratiekantoor (tegenwoordig ook 'dienst rechtszekerheid' gedoopt) kan hij dit navragen.
Wij registreren alleen nog akten waarvan registratie wettelijk is vereist voor de geldigheid van de rechtshandeling. Dat geldt voor akten: die een pandrecht vestigen op een roerende zaak, op een recht aan toonder, of op het vruchtgebruik van een zo'n zaak.
Bij een onderhandse akte hebben alle partijen gelijke rechten en heeft er niemand een eerste voorrecht. Bij een notariële akte is dat anders, dat verschaft elke partij een executoriale titel, hetgeen inhoudt dat elke partij nakoming kan afdwingen. Soms is een notariële akte wettelijk voorgeschreven.
Voor het ontstaan van een stil pandrecht op roerende zaken en pandrecht op vorderingen is, ter voorkoming van antedateren, registratie bij de Belastingdienst vereist. Zonder registratie ontstaat er dus geen pandrecht. Ook kan je niet met terugwerkende kracht een pandakte registeren of vestigen.
Wat is een contract of overeenkomst? Een contract is een schriftelijke of mondelinge afspraak tussen 2 of meerdere partijen. Heeft u een contract gesloten, dan moet u een bepaalde prestatie leveren of heeft u recht op een prestatie. Een ander woord voor een contract is een overeenkomst.
Er zijn verschillende voorwaarden voor een rechtsgeldige overeenkomst. Zo moet er een aanbod zijn gedaan die voldoende bepaalbaar is en moet dit aanbod zijn aanvaard. Alle partijen moeten de wil hebben om de overeenkomst aan te gaan volgens de besproken inhoud en voorwaarden. Deze wil moet ook zijn verklaard.
De registratie van een huurovereenkomst heeft als doel het huurcontract een “vaste datum” te geven zodat niemand de datum nog kan betwisten en het huurcontract ook tegenstelbaar wordt aan derde partijen die de gevolgen van het contract zullen moeten respecteren.
Wie moet er de registratierechten voor het huurcontract betalen? De verplichting tot registratie en betaling van de hiermee samengaande rechten ligt zowel bij de verhuurder als bij de huurder. In geval van een boete voor een laattijdige registratie zal deze ook door beide partijen moeten worden gedragen.
Het registratierecht bedraagt in principe 0,2% van het totaalbedrag van de huurprijs en de vaste kosten ten laste van de huurder voor de duur van het huurcontract. Het registratierecht kan echter nooit lager zijn dan 50 euro.
Mondeling of schriftelijk huurcontract
Een huurcontract hoeft niet op papier te staan. Afspraken met uw verhuurder kunt u ook in een gesprek maken. Die afspraken zijn wel moeilijker te bewijzen. U legt ze daarom beter vast op papier.
Een uittredende plaatsbeschrijving is in principe niet verplicht, maar indien één van de partijen hierom verzoekt, dient ze wel opgemaakt te worden (art. 39, §2 Vlaams Woninghuurdecreet).
De registratie is gratis. Na deze termijn betaalt de eigenaar een administratieve boete als hij een aanvraag doet om het huurcontract te registreren. Als het huurcontract niet geregistreerd werd, kan de huurder het op elk moment stopzetten, zonder opzeg of schadevergoeding.
Om een verkoop wettelijk te bezegelen is er een notariële akte nodig. Koper en verkoper kunnen dezelfde notaris nemen of elk hun eigen notaris inschakelen. In dat laatste geval delen de twee notarissen het ereloon. De koper moet hiervoor dus geen hogere kosten betalen.
Verplichte registratie en termijnen
U of de notaris voldoet aan de registratieverplichting door binnen een strikte termijn de akte ter registratie aan te bieden aan het bevoegde kantoor Rechtszekerheid ((opent in nieuw venster)).
De termijn om een notariële akte ter registratie aan te bieden bedraagt 15 dagen. Behalve in geval van een openbare verkoop van een onroerend goed, voor processen-verbaal van het ontbreken van hoger bod of van definitieve toewijs; in dat geval bedraagt de termijn 2 maanden.