De voornaamste klacht is dat voedsel blijft hangen in de slokdarm. We noemen dit ook wel passageklachten. Door de ophoping van voedsel in de slokdarm zakt na een tijdje vocht ook niet goed meer. Slikken wordt hierdoor steeds moeilijker.
Ook kan voedsel blijven vastzitten in de slokdarm. Klachten bij eosinofiele oesofagitis zijn: problemen met het doorslikken van voedsel (dysfagie). het gevoel dat het eten niet goed zakt (passageklachten).
Er kunnen zich problemen voordoen met het sluitspiertje dat tussen de slokdarm en de maag zit. Op deze manier kan de maag niet goed ontspannen. Voedsel kan niet goed door de slokdarm heen worden gevoerd. De klachten dat eten blijft hangen in de slokdarm worden ook wel passageklachten genoemd.
Klachten die ontstaan door een ontstoken slokdarm zijn bijvoorbeeld: Brandend maagzuur. Het opboeren van eten of drinken. Hierbij kan er zuur eten of drinken uit uw maag omhoog komen, wat pijnlijk kan zijn of een branderig gevoel kan geven in de keel.
Symptomen van slokdarmkanker treden vaak pas op als de tumor er al een tijd zit. Mogelijke klachten bij slokdarmkanker zijn: moeite met slikken, het eten blijft steken of wil niet goed zakken door de slokdarm, pijn achter het borstbeen tijdens het eten, gewichtsverlies, vermoeidheid en duizeligheid door bloedarmoede.
Een pijnlijk of vol gevoel achter het borstbeen
Een tumor in de slokdarm kan een pijnlijk of drukkend gevoel geven achter het borstbeen. Ook kan het soms pijnlijk zijn als voedsel langs de tumor naar beneden zakt.
blijvende pijn of een vol gevoel achter het borstbeen of in de bovenbuik. vaak de hik hebben.
Slokdarmkanker betekent dat er een kwaadaardige tumor in de slokdarm groeit. Symptomen zijn onder meer het gevoel dat eten niet goed zakt en pijn achter het borstbeen. De vooruitzichten zijn erg afhankelijk van het stadium waarin slokdarmkanker wordt ontdekt.
Als er zich in de keel teveel slijm ophoopt, kan dit klachten geven. Een gevoel van overmatig slijm in de keel komt erg vaak voor. Vaak zit dit gevoel ter hoogte van het strottenhoofd, waarbij iemand ook de neiging kan hebben om vaker te slikken of te schrapen. Ook kunnen er klachten zijn van een brokgevoel in de keel.
Slokdarmkanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De gemiddelde leeftijd waarop de ziekte wordt ontdekt is 66 jaar.
Een andere naam voor vernauwing is stenose. Een slokdarmvernauwing kan moeilijkheden veroorzaken bij het doorslikken van vooral vast voedsel. Ook kan voedsel vanwege de vernauwing teruglopen naar de keelholte. In ernstige gevallen kan de slokdarm zelfs zodanig vernauwd raken dat er sprake is van afsluiting.
Veel vaker geeft moeite met slikken klachten als hoesten, kokhalzen en brandend maagzuur. Een gevoel dat er iets vastzit in de keel of slokdarm. Als het vaker gebeurt kan dit leiden tot uitdroging, verminderde eetlust en gewichtsverlies met alle gevolgen van dien.
Slokdarmspasmen veroorzaken met name pijn in de buurt van het borstbeen. Deze pijn kan ook uitstralen naar de schouderbladen, armen en de keel. Bij hevige spasmen of krampen kun je last hebben van een benauwd en verkrampt gevoel. Tijdens de aanval zakt voedsel soms niet goed doordat de doorgang kleiner is.
Merken dat het voedsel niet wil zakken
Je kunt het gevoel hebben dat het eten niet wil zakken en blijft steken achter het borstbeen; dat het niet wil passeren. Dit heet 'passageklachten'. Deze klachten kunnen voorkomen bij een tumor die bij de maagingang ligt.
Meestal bestaat de behandeling uit chemoradiatie (een combinatie van bestraling en chemotherapie) en daarna een operatie. Soms bestaat een curatieve behandeling ook uit alleen bestraling en chemotherapie. Er wordt dan niet geopereerd.
Bij mensen met uitgezaaide slokdarmkanker gaat de situatie vaak snel achteruit. Van de 100 patiënten met slokdarmkanker in stadium IV zijn er na 1 jaar nog 20 in leven.Na 3 jaar leven er van de 100 patiënten met slokdarmkanker in stadium IV minder dan 5.
Goedaardige tumoren van de slokdarm zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit. Behandeling is alleen nodig wanneer er klachten zijn of wanneer er kans bestaat dat er in de goedaardige tumor kanker zal ontstaan.
In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 2.650 mensen slokdarmkanker. Slokdarmkanker is moeilijk te genezen. Wel is de 5-jaarsoverleving in 30 jaar tijd gestegen van 7 naar 25% Dat was niet gelukt zonder onderzoek. Artsen onderzoeken - met steun van donateurs van KWF - hoe ze slokdarmkanker beter kunnen behandelen.
Slokdarmkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor. Per jaar krijgen ruim 2.500 mensen in Nederland te horen dat ze de ziekte hebben. De meeste van hen zijn ouder dan 55 jaar. Mannen krijgen vaker slokdarmkanker dan vrouwen.
Er overlijden 6 Nederlanders per dag aan deze ziekte. Slokdarmkanker wordt meestal vastgesteld bij mensen van 60 jaar en ouder. Omdat slokdarmkanker vaak pas laat wordt ontdekt, is 5 jaar na de diagnose ongeveer 24% van de patiënten nog in leven.
Leeftijd en geslacht. Boven de 50 jaar neemt de kans op slokdarmkanker toe. Slokdarmkanker komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
Om te kijken of het slokdarmkanker is, krijg je een kijkonderzoek van de slokdarm (gastroscopie). Tijdens de gastroscopie bekijkt de arts de binnenkant van de slokdarm. Zo is te zien of er afwijkingen zijn aan de slokdarm. Ook kan de arts tijdens de gastroscopie een beetje weefsel uit de slokdarm halen.
Hierdoor is een curatieve behandeling (gericht op genezing) vaak niet meer mogelijk. Van de patiënten die wel een curatieve behandeling kunnen ondergaan, is na 5 jaar ongeveer 50% nog in leven. Van de patiënten die geen curatieve behandeling meer kunnen krijgen, is na 5 jaar ongeveer 10% nog in leven.