En dat maakt het plus-of-min-verhaal soms verwarrend. Dan blijft de vraag: heb je nou een leesbril plus of min nodig? Een bril met min-sterkte is een bril voor veraf: voor mensen met bijziendheid. Een bril met plus-sterkte is een bril voor dichtbij: voor mensen met verziendheid.
Verziend is plus (sterkte) en bijziend is min (sterkte). Als je verziend bent, heb je dus baat bij een plus-bril of plus-contactlenzen. Dit noemen we ook wel plus-sterkte.
Verziend is plus en bijziend is min. Dit betekent dat iemand die verziend is geholpen kan worden met een plus-bril of plus-contactlenzen. Ook kan een laserbehandeling of operatie het zicht bij verziendheid verbeteren.
De positieve (plus) glazen zorgen ervoor dat het brandpunt naar voren wordt verplaatst zodat het beeld weer op het netvlies terecht komt. Dit zijn sferische glazen met een gelijke breking in alle meridianen (richtingen).
Met een bifocale bril kan men scherp zien op afstand en voor dichtbij (op 1 afstand). Met een multifocale bril kan men de tussenliggende afstanden ook scherp zien (men kijkt echter door een smal strookje glas).
Ogen kunnen in de loop van tijd veranderen. Dat kan komen door vervorming van de ooglens of van het oog. Verandering van ogen is vrij normaal, eens in de 2-3 jaar. Vaak veranderen de ogen in de leeftijd rond 40 - 45 jaar naar meer + sterkte (minder min of meer plus).
Bij bijziendheid is het beeld op korte afstand wel scherp, maar zie je in de verte niet goed. Voor bijziendheid heb je een bril of contactlenzen met een min-sterkte nodig. Sommige mensen zien zowel van veraf als dichtbij niet scherp. Voor hen bieden multifocale glazen een perfecte oplossing!
Bij verziendheid is dit getal positief (plus). Hypermetrope mensen met een geringe sterkte van bijvoorbeeld +1 kunnen in de verte nog redelijk scherp zien zonder correctie (verziend).
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
Als u verziend bent, wordt het licht dat uw pupillen binnenkomt niet goed op uw netvlies gericht. Dat kan gebeuren omdat uw oog korter is dan normaal, waardoor de beelden ietwat op de achterkant van het netvlies gericht worden. Daardoor lijkt de krant in uw handen wazig, terwijl alles op afstand normaal lijkt.
Wat is oogsterkte? Een oog heeft een nabijheidspunt en een vertepunt. Het nabijheidspunt is de dichtstbijzijnde afstand die je zonder moeite scherp kunt zien. Normaal ligt dit punt bij een mens rond de 30 cm van het oog.
Bij een verziend persoon valt het beeld achter het netvlies. Wat zich op een afstand bevindt, is heel scherp, maar voorwerpen dichtbij zijn niet duidelijk te zien. Regelmatig hoofdpijn hebben of moeite hebben om een boek te lezen, kunnen signalen van verziendheid zijn.
Bijziendheid kan leiden tot pijnlijke ogen, hoofdpijn en vermoeidheid. Bij verziendheid is dit net andersom: onscherp van dichtbij en scherp in de verte. Hierbij hoort nog een ander symptoom, dit kan hoofdpijn zijn.
'Heb je een leesbril nodig, dan is er inderdaad een maximale sterkte van +3 dioptrie. Dioptrie betekent: de lichtbrekende kracht van een lens. De afstand van het oog tot datgene wat je leest is ongeveer 30 cm. Voor die afstand is de dioptrie nooit hoger dan +3.
Om erachter te komen welke sterkte je hebt, moet je een oogmeting laten doen. Een oogmeting kan je laten uitvoeren door een opticien bij je in de buurt. Wanneer je dat al eens hebt gedaan kan het zijn dat je een brilrecept hebt meegekregen waar je je sterkte en alle andere gegevens voor je bril op kunt vinden.
Slechtziendheid betekent dat iemand minder dan 30 procent ziet of een gezichtsveld heeft dat kleiner is dan 30 graden. Een normaal gezichtsveld is 140 graden. De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
We noemen iemand blind als zijn gezichtsscherpte kleiner dan of gelijk aan 1/20 (één twintigste) is, zelfs met een bril of lenzen. Dit betekent dat als iemand met twee goede ogen een stoel al op twintig meter afstand ziet, iemand met heel slechte ogen dezelfde stoel pas op één meter afstand of minder kan zien.
Het goede nieuws voor alle brildragers is: door het dragen van een bril gaan de ogen niet verder achteruit. Veeleer is het tegengestelde het geval: als je ondanks een oogafwijking geen bril draagt of brillenglazen met de verkeerde sterkte hebt, kan bijziendheid (myopie) verslechteren.
Om te mogen rijden moet de gezichtsscherpte van uw beste oog minimaal 0,8 zijn. En van uw slechtste oog moet de gezichtsscherpte minimaal 0,1 zijn. Als u met 1 oog minder gaat zien dan 0,1 en u al een groot rijbewijs heeft, dan mag u tot 3 maanden niet rijden. U kunt dan het beste naar uw oogarts voor advies.
Het ene beeld is iets groter dan het andere beeld. Deze 2 beelden kunnen niet meer door de hersenen tot 1 beeld samengesmolten worden. Dit verschil in beeldgrootte wordt aniseikonie genoemd.