Ook al is juist, bijvoorbeeld in: 'Ook al ben ik nog zo moe, ik dek 's avonds altijd alvast de ontbijttafel. ' Ook al vormt weliswaar een vast geheel, maar wordt los geschreven. Op zichzelf zouden de woorden kunnen samensmelten; als twee woorden samen een vaste combinatie vormen, gebeurt dat wel vaker.
Alweer wordt in alle betekenissen als één woord geschreven.
Alweer komt het meest voor in de betekenis 'opnieuw, nogmaals'. Zij is daar alweer met nieuwe vragen.
Voegwoorden kunnen nevenschikkend en onderschikkend zijn. Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Nevenschikkend zijn bijvoorbeeld en, maar, of, dan (wel), dus en want.
Voorbeelden van onderschikkende voegwoorden zijn dat (zoals in Ik zag dat de trein vertraging had), of (zoals in Ik weet niet of de trein vertraging heeft), terwijl, om, omdat, doordat, zodat, zodra, als, toen, hoewel, tenzij, voor zover.
We gebruiken al voor een lidwoord of een ander voornaamwoord. Bijvoorbeeld:al je geld, al die mensen, al die tijd. Net als alle gebruiken we het voor zelfstandig naamwoorden in het meervoud en voor ontelbare zelfstandig naamwoorden zonder meervoud. Hij heeft al die maanden voor haar gezorgd.
Ook al is dus vergelijkbaar met hoewel, maar gedraagt zich anders. Vergelijk: Hoewel hij de details niet begrijpt, kan hij het plan toch goed verkopen. Ook al begrijpt hij de details niet, hij kan het plan toch goed verkopen.
Je hebt gezocht op het woord: ALVAST. al·vast (bijwoord) 1nu al, voorlopig: ik ga alvast, kom jij zo ook?
Antwoord. Zowel opdat als zodat is correct in deze zin. Opdat drukt een doel uit en zodat kan zowel een doel als een gevolg uitdrukken. Opdat is een vrij formeel woord; zodat is voor de meeste taalgebruikers gewoner.
Daarom geeft een reden aan; daardoor wijst op een oorzaak. In de praktijk echter wordt daarom voor zowel redenen als oorzaken gebruikt.
Een bijzin (ook wel afhankelijke of ondergeschikte zin) is een zin die een zinsdeel kan zijn in een zin of een onderdeel van een zinsdeel. Een algemeen kenmerk van bijzinnen is dat ze een woordvolgorde hebben waarbij de persoonsvorm achteraan staat.
[9] voegwoorden , bijv. als, alvorens, hoewel, nadat, of ; [10] tussenwerpsels , bijv. bah, hè, foei, ach, o .
Voegwoorden zijn en, maar, want, dat, omdat etc. Het zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden. Als je twee of meer gelijkwaardige zinnen met elkaar wilt verbinden, gebruik je een nevenschikkend voegwoord (en, maar, want).
Toelichting. Het woord alweer kan op verschillende manieren gebruikt worden: het kan 'weer, nogmaals, opnieuw' betekenen (zin 1 en 2), het kan aanduiden dat iets snel gegaan is (zin 3), en het komt voor in de combinatie ook alweer (variant: ook weer), waarmee een onzekerheid wordt uitgedrukt (zin 4).
Beide spellingen zijn mogelijk. Zo ver wordt in twee woorden geschreven als er een afstand in ruimte of tijd mee wordt uitgedrukt. De afstand kan ook minder letterlijk zijn, vaak wordt zo ver dan als twee woorden geschreven, maar aaneenschrijven is ook correct.
Nee, weeral is geen standaardtaal. In de standaardtaal gebruiken we alweer, weer of opnieuw.
Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.
– Na het voegwoord “dus” staat het gevolg van de zin die voor het voegwoord “dus” staat. – Het onderwerp (=wie) en de persoonsvorm (=het vervoegde werkwoord, wat doet “wie”) staan beide na elkaar, direct achter het voegwoord “dus”. Voorbeeld: Ik moet thuis nog veel dingen doen, dus ik ga nu snel naar huis.
In zinnen met omdat staat het werkwoord achteraan: – Jij doet een jas aan, omdat de winter koud is. In zinnen met daarom komt er na daarom een inversie/omdraaiing: De winter is koud, daarom doe jij een jas aan.
[formeel] ondanks het vermelde.
Omdat is een voegwoord waarmee je aangeeft dat iets de oorzaak of reden is dat iets anders gebeurt. Opdat is ook een voegwoord, maar hiermee geef je aan dat iets met een bepaald doel gebeurt.
De regel luidt nu: gebruik omdat voor reden (eerste voorbeeldzin) én wanneer geen speciaal onderscheid vereist is tussen reden en oorzaak (tweede zin). Gebruik doordat voor oorzaak (derde voorbeeldzin).
Bij voorbaat (met een t op het einde) is goed. Bij voorbaat betekent 'van tevoren', 'nog voordat iets gebeurd of gedaan is'. Voorbaat is een oud woord voor 'voordeel', of eigenlijk: 'vooraf verkregen voordeel'. Voor- betekent hier 'vooraf' en baat is een oud woord voor voordeel.
alvast bedankt. vooraf bedanken voor iets wat iemand anders voor je gaat doen.