In het basisonderwijs wordt gesproken over vroege en late leerlingen. Een kind is een vroege leerling als hij is geboren tussen oktober en december.Word je kind geboren tussen januari en maart, dan is hij een late leerling. Alles daartussen zijn de reguliere leerlingen.
Wie bepaalt of mijn kind blijft zitten of overgaat naar de volgende groep of klas? De school beslist of uw kind overgaat naar de volgende groep of klas. Hier bestaan geen wettelijke regels voor. In de schoolgids staat hoe de school omgaat met overgaan en zittenblijven.
'Er wordt vaak beweerd dat kinderen die langer kleuteren later in hun basisschooltijd niet nog een keer kunnen blijven zitten. Dat is niet zo. Kinderen mogen uiterlijk tot en met het schooljaar waarin zij veertien jaar worden naar de basisschool.
Tot 1985 moest een kleuter voor 1 oktober 6 worden, om door te stromen naar groep 3. Maar inmiddels is het al meer dan 30 jaar zo dat ook kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari zijn geboren overgaan naar groep 3. Er is geen harde grens meer.
Ontwikkelingsachterstand. Volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet lopen kinderen die te vroeg doorstromen naar groep 3 het risico een ontwikkelingsachterstand op te lopen. Dit komt doordat zij biologisch gezien nog niet klaar zijn om zich bezig te houden met taal en rekenen.
Een kind is een vroege leerling als hij is geboren tussen oktober en december. Word je kind geboren tussen januari en maart, dan is hij een late leerling. Alles daartussen zijn de reguliere leerlingen.
Groep 1 is officieel het eerste leerjaar van de basisschool. Vaak worden dit de jongste kleuters genoemd. Dit zijn over het algemeen kinderen van 4 en 5 jaar. In uitzonderingssituaties mag een kind dat 3 jaar en 7 maanden oud is al naar groep 1 (of groep 0).
eerste klas: voor kinderen van 6-7 jaar (komt overeen met groep 3 van de basisschool) tweede klas: 7-8 jaar (groep 4) derde klas: 8-9 jaar (groep 5) vierde klas: 9-10 jaar (groep 6)
Vanaf 4 jaar mogen kinderen naar de basisschool, vanaf 5 jaar zijn ze verplicht. Niet alleen voor kinderen een grote overstap.
Kinderen tussen 5 en 16 jaar: leerplicht
De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Maar zij vallen dan nog niet onder de leerplicht. De leerplicht begint op de 1e dag van de nieuwe maand nadat het kind 5 is geworden.
Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen. Hij vindt het erg leuk om te rennen, te springen en te klimmen.
Een keertje zittenblijven is in Nederland vrij normaal: bijna de helft van de leerlingen blijft een keer zitten op de basisschool of op de middelbare school. Maar een jaar doubleren op de basisschool is volgens wetenschappelijk onderzoek zelden zinvol.
Uit onderzoek naar zittenblijven blijkt dat dit in veruit de meeste gevallen geen positieve invloed heeft op de schoolloopbaan en de motivatie van leerlingen. Het aantal zittenblijvers in Nederland blijft echter hoog. Zittenblijven heeft vaak een negatief effect op zowel de motivatie en daarmee prestatie.
Zittenblijven komt vooral voor in de eerste jaren van de basisschool. In groep 1 en 2 wordt zittenblijven ook wel 'verlengd kleuteren' genoemd. In het voortgezet onderwijs is zittenblijven de laatste jaren toegenomen tot bijna 6 procent in 2019.
Als uw kind 5 jaar is, moet uw kind ingeschreven zijn op een school. Uw kind is dan leerplichtig. Soms kunt u vrijstelling aanvragen. Dit moet u vóór 1 juli doen, bij de leerplichtambtenaar.
Sinds 1 september 2020 zijn kinderen 13 schooljaren lang leerplichtig (van 5 jaar tot 18 jaar). Voor de 5-jarige kinderen is er leerplicht van 290 halve dagen. Een gemiddeld schooljaar telt tussen de 320 en 330 halve dagen.
In de eerste vier jaar zit je kind ten minste 3520 uur op school, groep 5 tot en met 8 tellen samen minstens 3760; de resterende 240 uur mogen scholen naar eigen inzicht verdelen over de onderbouw en bovenbouw.
Zittenblijven in groep 2 heet ook wel kleuterverlenging. Ouders kunnen via de MR invloed uitoefenen op het beleid rondom zittenblijven. De school is verplicht om ouders tussentijds op de hoogte te stellen van de vorderingen van hun kind.
Helaas is dit vaak geheimtaal voor: “Wij willen dat hij mee kan komen bij het voetballen”. Het komt echter ook voor dat ouders, verontrust door de aandacht in de media voor pesterijen op school, hun zoon een jaar langer laten kleuteren omdat zij bang zijn dat hij gepest zal worden door grotere kinderen.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Tot 1986 was het helder: werd je kind vóór 1 oktober zes jaar, dan ging hij door naar groep 3. Nu is er geen harde grens meer. De leerkracht moet bij alle kinderen zelf inschatten of ze klaar zijn voor groep 3.
Redenen voor een verlengd kleuterjaar zijn bijvoorbeeld: Nog niet toe zijn aan de cognitieve eisen van groep 3. Een zwakke werkhouding: het kind speelt nog erg graag. De motorische, emotionele en sociale vaardigheden van het kind zijn nog onvoldoende 'gerijpt' (Bouwman, 2016)