Het heeft inderdaad met de oppervlakte te maken: Een blad dat twee keer zo dik is, weegt twee keer zoveel maar heeft maar ongeveer 1/1000 extra oppervlak en de aerodynamische vorm verandert eigenlijk niet. De zwaartekracht verdubbeld, maar de wrijvingskracht blijft ongeveer gelijk. Daarom zal het dus sneller vallen.
Dit reken je uit met de formule Fr/m = dV/dt.
De normaalkracht en het gewicht uitgeoefend op het voorwerp zijn even groot, maar ze zijn tegengesteld aan elkaar.
De Wet van Archimedes vat dat bondig samen door te zeggen "de grootte van de opwaartse (= naar boven gerichte) kracht op een voorwerp is gelijk aan de zwaartekracht van de hoeveelheid water die door het voorwerp wordt verplaatst."
Zwaartekracht en gravitatiekracht zijn hetzelfde. Fz=m*g gebruik je alleen op aarde. Fg=GMm/r^2 kun je ook gebruiken en geeft hetzelfde resultaat als je voor r de straal en voor M de massa van de aarde invult.
Wat is de formule voor zwaartekracht? De zwaartekracht meet de intensiteit van de aantrekkingskracht tussen twee massieve lichamen. Het kan worden berekend als F = (G * m1 * m2) / d^2 . Waarbij G de gravitatieconstante is, m1 en m2 de massa's van de lichamen zijn en d de afstand tussen hen is.
IndyCar-coureur Kenny Bräck (SWE) overleefde een fractie van een seconde vertraging van 214 g tijdens een crash met een snelheid van 220 mph (354 km/u) op ronde 188 van de Chevy 500 op Texas Motor Speedway, VS, op 12 oktober 2003. Dit blijkt uit gegevens die zijn geregistreerd in Bräcks ingebouwde "crash violence recording system".
Een schip zinkt bijvoorbeeld zover, tot het evenveel water heeft verdrongen, als het zelf weegt (opwaartse kracht). Daarom kun- nen schepen bijvoorbeeld gebouwd van staal, duizenden tonnen wegen en toch nog drijven. Het water, dat ze verdringen is net zo zwaar.
Hij vulde een vat tot de rand met water, deed het zilver erin en zag hoeveel water het zilver verdrong . Hij vulde het vat opnieuw en deed het goud erin. Het goud verdrong minder water dan het zilver. Hij deed toen de kroon erin en zag dat het meer water verdrong dan het goud en dus vermengd was met zilver.
Reacties. De spankracht is NIET gelijk (en tegengesteld aan) de zwaartekracht. De resultante van de spankrachten van beide touwen samen is dat wel.
De normaalkracht die op de doos werkt is gelijk aan en tegengesteld aan het gewicht van de doos. Wanneer de doos op een vlak oppervlak staat, is deze term gelijk aan de zwaartekracht .
Wat is de 3e wet van Newton? De 3e wet van Newton zegt dat als voorwerp A een kracht uitoefent op voorwerp B, dat voorwerp B een even grote maar tegengestelde kracht uitoefent op voorwerp A. Dit betekent dat krachten altijd in paren voorkomen. De 3e wet van Newton staat ook wel bekend als actie=reactie.
Reacties. En is de Fn gelijk aan Fn, zodra een object met massa bijvoorbeeld op een helling beweegt. Of zullen Fn en Fz alleen gelijk zijn als het voorwerp stilstaat. Maar stilstaan is toch de taak van Fz// en Fduw (bijv, kan ook Fspan) als deze gelijk zijn.
De waarde van de dynamische wrijvingscoëfficiënt is meestal afhankelijk van de snelheid waarmee de massa over de ondergrond schuift. Doorgaans neemt de wrijvingskracht (bij benadering evenredig) met de snelheid af: waarin: μd0 = dynamische wrijvingscoëfficiënt bij klein snelheidsverschil.
Wrijvingskracht is een contactkracht . Wrijving is de kracht die beweging tegenhoudt wanneer het oppervlak van een object in contact komt met het oppervlak van een ander object. Voorbeeld: Wrijvingskracht tussen twee stenen die tegen elkaar wrijven.
Dit betekent dat de langs de helling verrichte arbeid van de wrijvingskracht even groot is als de hoeveelheid warmte-energie die ontstaat. De formule voor arbeid is W =F·s. Er geldt dus Fwrijving·40 m = 1536,229 J. Hieruit volgt Fwrijving = 1536,229 / 40 = 38,4057 N.
Die 'archimedeskracht' is gelijk aan het gewicht van het water dat het voorwerp verplaatst. Als de dichtheid van het voorwerp groter is dan die van water (ongeveer 1 g/ml), zal de zwaartekracht groter zijn dan de archimedeskracht. Dan zinkt het voorwerp.
Archimedes sprong in een vlaag van vreugde direct uit bad en rende naakt door de straten terwijl hij riep: "Eureka!" - "Ik heb het gevonden!" De goudsmid bekende al snel en werd door de koning aangepakt . Archimedes ging verder met deze gedachtegang om tot het principe van drijfvermogen te komen.
Als een voorwerp in water zakt stijgt het water. En zo bedacht hij dat voorwerpen, die gemaakt zijn van hetzelfde materiaal en hetzelfde gewicht hebben, ook dezelfde hoeveelheid water verplaatsen. “Ik heb 't!”, riep hij. Maar dan in het Grieks: “Eureka!”.
IJs is erg bijzonder, omdat waterdeeltjes in het vaste ijs verder uit elkaar zitten dan in het vloeibare water. In een liter ijs zitten daardoor minder waterdeeltjes dan in een liter water. En dus weegt een liter ijs minder dan een liter water en drijft ijs op water.
Hoewel moderne schepen tegenwoordig ontzettend veilig zijn, zal elk schip zinken als het gat maar groot genoeg is. Een nog groter gevaar is echter een brand, aangezien het vuur zich snel aan boord van een schip kan verspreiden wat de evacuatie kan bemoeilijken.
Een schip met een groot gewicht verplaatst een groot volume (dus een groot gewicht) water. Daarom is de opwaartse kracht die op het schip werkt veel groter dan het gewicht van het schip zelf, waardoor het op water blijft drijven. Zo zinkt het schip niet in water.
Vroege experimenten lieten zien dat ongetrainde mensen een reeks versnellingen konden verdragen, afhankelijk van de blootstellingstijd. Dit varieerde van wel 20 g 0 voor minder dan 10 seconden, tot 10 g 0 voor 1 minuut en 6 g 0 voor 10 minuten voor zowel oogballen in als uit.
Een ongeoefend mens kan van 6g buiten bewustzijn raken als deze langere tijd aanhoudt. Er is speciale kleding die deze grens kan verhogen. Bijvoorbeeld piloten van de Red Bull Air Race kunnen (in hun pak) versnellingen van 14g aan. Zij houden wel een marge van 2g aan voor de veiligheid, dus ze gaan niet verder dan 12g.
De 9G-krachttest is een test voor gevechtspiloten om te zien of ze extreme druk op hun lichaam aankunnen .