een ambtelijke titel is. De formele titulatuur die daarbij hoort, is Hooggeleerde heer/mevrouw/(vrouwe) (zonder achternaam).
Persoonlijk. Een getrouwde vrouw of een weduwe wordt aangesproken met Mrs (Mrs Jennifer Whitley). Ongetrouwde vrouwen kun je aanspreken met Miss (Miss Jennifer Whitley). Weet je niet of iemand getrouwd is, dan is Mrs de veiligste keus voor vrouwen boven de 60 jaar.
Een titel is de benaming waarop mensen op grond van hun (adellijke) afkomst, behaalde graad of benoeming recht hebben, bijvoorbeeld baron/barones, doctorandus/doctoranda, professor.
Als je de naam van de ontvanger kent, gebruik je die ook in de aanhef. Bij geachte past de achternaam het best: Geachte heer Winkel, Geachte mevrouw Amrani. Bij een informele aanhef past een voornaam beter: Beste Tim, Dag Soumaya. Sommigen combineren voor- en achternaam: Geachte Tim Winkel, Beste Soumaya Amrani.
Het is tegenwoordig gebruikelijk om de aanduiding mevrouw te gebruiken in de adressering en de aanhef van een brief of e-mail voor volwassenen die als vrouw aangeschreven willen worden. De aanduiding mevrouw kan ook vervangen worden door de voornaam of de voorletter(s) van de geadresseerde.
Het eerste lidwoord of voorzetsel van de achternaam krijgt een hoofdletter als er geen voornaam, voorletter(s) of deel van de achternaam aan voorafgaan: meneer Op de Beek, mevrouw Van Dijk enzovoort.
In Nederland worden deze woorden klein geschreven wanneer de voornaam of de voorletters voorafgaan: de heer Jan van den Berg en mevrouw M. de Vries, maar met een hoofdletter als voornaam of voorletters ontbreken: de heer Van den Berg en mevrouw De Vries.
Hoe vermeld je academische of hbo-titels op je cv? Voeg je Nederlandse titel of internationale graad toe aan je naam. Dat is de enige juiste manier om een titel te gebruiken. Een Nederlandse titel komt voor je naam, een internationale graad komt achter je naam.
Een pakkende titel geeft kort en krachtig de inhoud van je scriptie weer. Je geeft informatie over het onderwerp door kernwoorden te gebruiken en probeert de lezer enthousiast te maken voor je tekst. De titel komt bovenaan je titelpagina te staan.
De traditionele titels staan voor de naam (na eventuele aanspreekvormen als mevrouw, de heer of professor) in de volgorde dr., mr., ir., drs., ing., bc. Ze worden van elkaar gescheiden door een spatie. Bij het behalen van de doctorstitel vervalt een eventuele doctorandustitel.
Een titel is in het algemeen een naam, predicaat of kwalificatie. Het woord kan onder andere verwijzen naar: bij publicaties. de naam van een publicatie of artistiek werk (boek, plaat, film enz.):
Wat isMaster of Arts
Master of Arts is een mastertitel. Deze ontvang je nadat je een universitaire master in de geesteswetenschappen hebt afgerond. Dit zijn bijvoorbeeld taalopleidingen, geschiedenis, kunstwetenschappen, filosofie en archeologie.
Meneer is een aanspreektitel en predicaat voor een volwassen persoon van het mannelijk geslacht. Het is een vereenvoudigde schrijfwijze van mijnheer. Het meervoud van meneer of mijnheer is mijne heren. In de derde persoon komt ook de heer voor.
Klassieke academische titels schrijf je in principe met een kleine letter: 'Aanwezig was drs. Jan de Vries'. Op visitekaartjes krijgen die titels meestal een beginhoofdletter, omdat ze aan het begin van de regel staan.
In het algemeen wordt de hoogst behaalde titel het eerst vermeld. Als je geen geaccrediteerde opleiding hebt gevolgd, heb je uiteraard ook geen daarbij behorende titel. Het is niet verboden om een andere titel te voeren, maar deze is in formele zin betekenisloos.
Ken je de ontvanger helemaal niet of is er sprake van een formele situatie, dan gebruik je bij voorkeur 'Geachte'. Ken je de ontvanger of gaat het om een informele situatie, dan gebruik je 'Beste'. Ken je iemand heel goed, dan mag je ook 'Hallo', 'Hi', 'Hoi', 'Dag' of 'Goede…' gebruiken.
Wat is de afkorting voor de heer en mevrouw? De afkorting voor de heer en mevrouw is “dhr. en mevr.” of “dhr. en mw.”, maar het wordt aangeraden om deze afkortingen voluit te schrijven.
Voorbeelden: meneer, mevrouw, de heer, drs., professor, dominee, etc. Schrijf dan het tussenvoegsel met een hoofdletter: de heer De Groot. Verkorte tussenvoegsels (die met een apostrof, zoals 't Hart) schrijf je te allen tijde met een kleine letter.
Tussenvoegsels als van, de en der krijgen geen hoofdletters als er een ander deel van de naam – de voornaam, voorletters, naam van de partner – voor staat. Juist zijn dus: Nynke van der Sluis, mr. N.C. van der Sluis, mevrouw Jongsma-van der Sluis.
De voor- en achternaam van personen schrijf je met hoofdletters. Als de achternaam begint met een tussenvoegsel, krijgt dat tussenvoegsel ook een hoofdletter als het vooraan staat: De Vries, Van der Laan.
In Nederland schrijft men tussenvoegsels met een kleine letter als de voornaam, voorletters, andere achternaam (partner) of adellijke titel ervoor staan. Zo is het Pieter van der Meulen, P. van der Meulen en de heer P. van der Meulen en baron van Voorst tot Voorst.