In Nederland leven drie verschillende soorten herten: reeën, damherten en edelherten. Reeën zijn de kleinste herten in Nederland en edelherten de grootste. Een mannetjeshert wordt gewoon een hert genoemd.Alleen bij reeën noem je het mannetje een bok en een vrouwtje een geit.
Verschil tussen edelhert, damhert en ree
Edelherten zijn sowieso de grootste van de drie, met een schofthoogte van zo'n 140 cm, tegenover 110 cm voor een damhert en 90 cm voor een ree. De vrouwtjesherten, hindes bij edel- en damherten en geiten bij de reeën, hebben geen gewei en worden daarom ook wel kaalwild genoemd.
Ree: Ree behoort tot het meest edele wild met het zuiverste en sappigste vlees. Het vlees is fijn vezelig en heeft een superfijne smaak. Verwar een ree niet met een hert. Reeën worden gemiddeld 70 tot 100 cm groot, herten worden minstens twee keer zo groot.
Je herkent een edelhert aan:
rosse zomervacht of dikkere grijsbruine wintervacht. korte staart (12-15cm)geelbruine spiegel op het achterwerk. mannelijke herten hebben een kop-romplengte van 180 à 210 cm, een schouderhoogte van 105 à 125 cm en gewicht van 95 tot 160 kg.
Kenmerken van de ree
Een ree is evenhoevig, onder beide middelste twee tenen zit een hoefje. Verder krijgt het mannetje, de reebok, ieder jaar tussen oktober en januari een gewei. Het gewei is rond de 25 centimeter lang en bestaat meestal uit twee tot drie vertakkingen. Het vrouwtje wordt een reegeit genoemd.
Na twee maanden eet een kalf ook gras en na 6-10 weken is de zoogtijd voorbij. Het kalf blijft 1 jaar bij de moeder en is na veertien maanden geslachtsrijp. Het ree wordt maximaal twintig jaar oud, maar meestal slechts zeven tot acht jaar. Vrouwtjes worden iets ouder dan mannetjes.
Natuurlijke vijanden
De belangrijkste vijand van de ree is de Euraziatische lynx. Ook de wolf, de bruine beer en honden jagen op reeën. Jonge kalfjes vallen weleens ten prooi aan arenden, vossen, wilde katten of wilde zwijnen. Vooral in de eerste weken na de geboorte zijn de kalveren gevoelig.
De grootste kans om herten, zwijnen en ander wild te zien, is in de vroege ochtend of op de late avond. Dieren gaan rond de schemer namelijk op zoek naar voedsel. Op die tijdstippen zijn ze daarom vaak te zien op open plekken, meestal aan de bosrand.
Doordat herten veel lopen, is het vlees goed doorbloed. Hertenvlees is daardoor donkerrood van kleur en smaakt intenser dan ree. Het heeft een houtachtige smaak. Sommige mensen omschrijven hertenvlees als rundvlees met een lichte wildsmaak.
Weetjes en feiten over het vliegend hert
De mannetjes hebben enorme kaken, maar ze kunnen er niet mee bijten. De kaken van het vrouwtje zijn normaal ontwikkeld en net als bij veel kevers behoorlijk sterk. Als zij zich moet verdedigen, kan ze venijnig bijten.
Het malse vlees van de reebout, waar normaal de biefstuk uitgesneden wordt, laat zich gemakkelijk bereiden en is heerlijk om rood of rose te eten. Een van de meest natuurlijke stukjes vlees dus, want het ree op je bord is afkomstig van de Veluwe en heeft het Keurmerk Echt Wild.
Door de grote vrijheid en natuurlijke, gevarieerde voeding is het vlees erg sappig en mals. Je kunt hert en ree vergelijken met rundvlees, maar dan malser en voller van smaak. Kijkende naar de macro's zijn hert en ree vergelijkbaar met rund. Deze soorten bevatten 23 gram eiwit per 100 gram en slechts 2,4 gram vet.
Hertenbiefstuk en hertenrack
En het is licht verteerbaar. De meeste delen van het hert kun je rosé eten.
Zij dragen geen gewei maar hoorns. Dit zijn blijvende uitsteeksels aan de kop van beide geslachten van dieren. Een mannetje bij de hertenfamilie heet hert of bok (ree), een vrouwtje hinde of geit (ree).
Het damhert ruit twee keer per jaar, een keer in mei of juni en een tweede keer in september of oktober. De vacht is meestal bezaaid met witte vlekjes, deze zijn in de winter minder opvallend. Bepaalde kleurpatronen, bijvoorbeeld geheel witte dieren, hebben geen vlekken.
De kop van een edelhert is uitgerust met een spitse donkere snuit, grote donkere ogen en een prachtig gewei. Dit laatste geldt echter wel alleen voor de mannetjes. De vrouwtjes hebben geen gewei. Edelherten zijn flinke dieren!
Dit resulteert in heerlijk mals vlees met een delicate smaak: de reebout, ook wel ree achterbout genoemd! Door velen wordt ree beschouwd als het lekkerste wild. De smaak komt het best tot zijn recht als de bereiding zo natuurlijk mogelijk is. Ree wordt niet zomaar het meest malse vlees uit de natuur genoemd.
Als je een hert gaat kopen, informeer dan of de verdoving voor het transport is inbegrepen bij de prijs. Een axishert kost ongeveer 1200 euro.Een bruin edelhert koop je vanaf 200 euro, witte dieren kosten 500 tot 1000 euro.Een bruin sikahert koop je vanaf 75 euro.
Maar na een poosje goed ziek zijn gaat het vanzelf weer over. Op dit moment is er maar van concreet geval bekend dat het eten van rauw hertenvlees tot een besmetting met hepatitis E kan leiden. Dit was in Japan waar enkele jagers delen van een geschoten hert rauw hebben gegeten.
Planten met de grootste kans zijn: tulpen, rozen, Muscari, geraniums, Ilex, pronkbonen, frambozen, Camellia en Rhododendron. Als Britse tuineigenaren hertenschade willen voorkomen, kunnen ze volgens de RHS dus bepaalde planten beter vervangen door andere soorten die herten juist niet graag lusten.
Reeën zijn de kleinste herten in Nederland en edelherten de grootste. Een mannetjeshert wordt gewoon een hert genoemd. Alleen bij reeën noem je het mannetje een bok en een vrouwtje een geit. Het vrouwtje heet bij damherten en edelherten een hinde.
Herten en olifanten rusten graag staand, maar kunnen zelfs staand slapen. Ze kunnen de spieren in de benen blokkeren zodat ze niet omvallen. Alleen is dit een fase van lichte slaap.
Zijn prachtige bruinachtige vacht is dan ook de ideale schutkleur om niet op te vallen tussen de bomen. Zelfs als je weet dat er een ree in de buurt is, zul je hem zeer moeilijk zien. De ree slaapt in het beschutte bos in een kuil in de grond. Zo'n kuil wordt, net zoals bij bijvoorbeeld de haas, een leger genoemd.
Het ree eet voornamelijk plantaardig voedsel. Hij eet vooral bladeren, twijgen en scheuten van struiken en bomen. Ook vruchten (bramen, bessen), kruiden, grassen en landbouwgewassen (bieten, granen en krop gewassen) eet hij graag.