Bij het ik-perspectief wordt onderscheid gemaakt tussen de vertellend ik en het belevend ik. De vertellend ik gaat in op gebeurtenissen die achter de rug zijn, terwijl het belevende ik die gebeurtenissen meemaakt. Het belevende ik speelt bijna altijd een rol in het verhaal, vaak is het zelfs de hoofdpersoon.
Optie 3: Personaal perspectief
Deze vertelvorm lijkt het meest op een film: je ziet het personage, maar ziet de wereld niet vanuit zijn ogen. Net als bij het ik-perspectief kun je bij deze vertelvorm alleen de gedachten van je hoofdpersoon weten, de rest van de personages zie je enkel van buitenaf.
Als alwetende verteller vertel je het verhaal vanuit perspectief van allerlei personen, dus je vertelt ook van alles wat die ene persoon niet weet / niet weten kan - want je vertelt vanuit een alwetende positie.
Meer soorten vertelperspectieven
Zo kennen we het auctoriaal perspectief, ook wel de alwetende verteller genoemd, het personaal perspectief en het meervoudige perspectief.
De ik-verteller is in staat mededelingen te doen over heden en verleden: omdat hij zijn eigen geschiedenis kent, kan hij zowel over zijn ervaringen in het verleden als over zijn latere ervaringen vertellen wanneer dat hem te pas komt. Het belevend-ik geeft alleen weer wat hem nu, op het moment van vertellen, beweegt.
Ik-perspectief
De vertellend ik gaat in op gebeurtenissen die achter de rug zijn, terwijl het belevende ik die gebeurtenissen meemaakt. Het belevende ik speelt bijna altijd een rol in het verhaal, vaak is het zelfs de hoofdpersoon.
Een drie punt perspectief heeft 3 verdwijnpunten.Je kijkt bijvoorbeeld van boven naar beneden, dit noem je ook wel een vogelperspectief. Vogels vliegen hoog en kijken naar beneden. Dan is er ook nog het kikker perspectief en dan kijk je van beneden naar boven.
Ik-verteller
Er zijn twee soorten ik-vertellers: vertellend ik: deze verteller vertelt over de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het verleden. Hij kijkt als het ware terug op de gebeurtenissen. Deze ik-figuur doet wel mee aan het verhaal en is dus anders dan de auctoriale verteller.
Derde persoon, personaal
Een verhaal geschreven in de derde persoon herken je aan het gebruik van 'hij' en 'zij'. Het verhaal wordt niet verteld door je hoofdpersonage zelf, maar door een verteller die zich als het ware buiten je verhaal bevindt.
Vertelvorm waarin het perspectief (point of view, focalisatie) ligt bij één of meer personages van de tekst over wie in de derde persoon wordt verteld. Bij de personale vertelvorm lijkt de verteller volledig afwezig te zijn.
Het is de tijd die in het verhaal is verstreken. In de zin: Vier jaar later kocht Jaap een nieuwe fiets is de vertelde tijd vier jaar, maar de verteltijd één zin. De begrippen verteltijd en vertelde tijd werden in 1946 geïntroduceerd door Günther Müller.
Het perspectief laat één kant zien terwijl dingen meerdere kanten hebben. Meerdere, liefst diverse, perspectieven geven een completer beeld en vullen elkaar zodoende aan. Ze zijn dus essentieel om geen zaken over het hoofd te zien.
Normaal Perspectief - NP
Je kijkt elkaar meestal recht in de ogen aan. Denk hierbij wel altijd aan de 3/4 regel!
Verhalen in de ik-vorm limiteren de visie op de wereld, omdat je minder gemakkelijk van perspectief kunt wisselen en je gedwongen bent om te luisteren naar de hoofdpersoon. Kan je je niet vinden in de 'stem' van het hoofdpersoon, dan kan je net zo goed het boek wegleggen, want dan ga je je het hele boek lang irriteren.
Perspectief De meeste hoofdstukken zijn geschreven vanuit een personaal perspectief.
Vertelvorm waarin het perspectief ligt bij meer dan één personage dat als verteller optreedt, zodat we nu eens de gebeurtenissen volgen vanuit het gezichtspunt van de één, dan weer vanuit dat van de ander.
Vertelwijze waarbij het perspectief zo overheersend bij één van de personages van een tekst ligt, dat de lezer gevangen blijft in diens visie op de gebeurtenissen en pas achteraf of geleidelijk tijdens het lezen tot de conclusie komt dat hij daardoor misleid wordt.
Onder lijnperspectief worden de verhoudingen verstaan waarop driedimensionale objecten in een plat vlak, zoals een tekening of een schilderij, zijn afgebeeld als gezien vanuit het standpunt van een waarnemer.
De horizon ligt ook nog eens altijd precies op je ooghoogte. Als je zit is je ooghoogte en dus ook de horizon lager dan wanneer je op een ladder staat.
1-puntsperspectief
Bij 1 puntsperspectief is er steeds 1 verdwijnpunt. Dit verdwijnpunt ligt op de horizon. Alle lijnen die van je aflopen gaan naar dit punt op de horizon. Alle lijnen die evenwijdig aan je ogen lopen blijven zo.
Perspectief tekenen met 2 punten - twee punt perspectief
Tweepuntsperspectief is een perspectief die je kunt waarnemen wanneer je iets vanuit een hoek ziet. Bijvoorbeeld, wanneer je in een ruimte naar de hoek toekijkt dan neem je deze ruimte waar in tweepuntsperspectief.
Bij het perspectief met twee punten, ook wel het hoekperspectief genoemd, liggen er twee verdwijnpunten op de horizonlijn. Meestal wordt dit gebruikt wanneer de kijker de hoek van een voorwerp ziet. Deze hoek deelt het beeld doormidden. De denkbeeldige lijnen aan elke kant lopen door naar een eigen verdwijnpunt.