Zo is extrinsieke motivatie ideaal voor motivatie op korte termijn, terwijl intrinsieke motivatie beter gediend is voor motivatie op lange termijn. Een voorbeeld van extrinsieke motivatie is gewicht kwijtraken omdat je er beter uit wilt zien voor andere mensen.
Als werknemer zorgt intrinsieke motivatie ervoor dat je met meer plezier naar je werk gaat en je je meer betrokken voelt bij de organisatie waarvoor je werkt. Als je werkgeluk ervaart, zal dit ook een positieve invloed hebben op het welzijn buiten je werk.
Bij extrinsieke motivatie zijn het vermijden van sancties of het streven naar een beloning belangrijkere drijfveren dan nieuwsgierigheid of interesse. Bij extrinsieke motivatie wil je iets bereiken als gevolg van externe factoren. Dus bijvoorbeeld omdat er een beloning in het vooruitzicht staat.
Volgens de zelfbeschikkingstheorie is extrinsieke motivatie de motivatie die ontstaat vanuit een externe bron, bijvoorbeeld het vooruitzicht op een beloning of een straf bij een bepaalde handeling. Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie vanuit de persoon zelf.
Deze intrinsieke motivatie wordt beïnvloed door drie factoren: Relatedness (een gevoel van sociale verbondenheid; het gevoel dat je met anderen omgaat die je kunt vertrouwen). Control (de mate van autonomie die je als lerende hebt; de afwezigheid van voortdurende controle).
Hoe herken je intrinsieke motivatie? Waaruit blijkt dat iemand gemotiveerd is? Als gedrag intrinsiek gemotiveerd is dan zie je dat gedrag herhaald wordt, zonder dat daar vanuit de omgeving iets voor nodig is. Je moet wel bereid zijn te observeren of het gedrag vanzelf tot stand komt.
De betekenis van extrinsieke motivatie is dat de motivatie van buitenaf komt. Een voorbeeld van extrinsieke motivatie is het ontvangen van een beloning voor je werk, bijvoorbeeld in de vorm van een salaris of een bepaalde status.
Intrinsieke doelen zijn gericht op opbrengsten die we inherent waarderen; extrinsieke doelen zijn doelen die gericht zijn op instrumentele opbrengsten. Het bereiken van intrinsieke doelen leidt direct tot de bevrediging van onze basisbehoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid.
Mensen die extrinsieke gemotiveerd zijn: Werken omdat iemand anders het wil en/of werken door iets dan buiten henzelf worden aangezet. De prikkels om iets te doen komen voornamelijk van buitenaf. Zijn minder betrokken bij wat ze doen en maken meer fouten.
Drijfveren als basis voor intrinsieke motivatie
Drijfveren zijn de basis voor iemands intrinsieke motivatie. Hoe meer jouw taken, jouw werkomgeving en de manier van samenwerken passen bij jouw drijfveren en behoeftes, hoe groter je gemotiveerdheid.
Motivatie is het geheel aan redenen waarom iemand zich tot bepaald gedrag kan zetten. Iemand is dus gemotiveerd als hij of zij redenen heeft om iets te gaan doen, of niet te doen.
Volgens de self-determination theory van bekende psychologen Edward Deci en Richard Ryan zijn er in elk geval drie universele menselijke behoeften waar je op in kan spelen om intrinsieke motivatie te stimuleren: competentie, autonomie en sociale betrokkenheid.
Beloningen kunnen intrinsiek en extrinsiek zijn. Een intrinsieke beloning kenmerkt zich door een gevoel van voldoening van binnenuit, omdat de persoon zelf plezier aan het gedrag beleeft. Extrinsieke beloning komt daarentegen van buitenaf. Hierbij levert de beloning voldoening, niet het gedrag zelf.
Een extrinsieke beloning wordt in geld uitgedrukt of kunnen in geld omgezet worden, zoals bonussen in contanten, aandeelopties en winstdelingen. Prestatiebeloning is meestal een vorm van extrinsieke beloning. Tegenover de extrinsieke beloning staat de intrinsieke beloning.
Bij een motivatiebrief gaat het vooral om de redenen waarom je die baan graag wilt hebben. Waarom wil jij die functie hebben? Waarom ben jij de geschikte kandidaat en waarom heb je voor dit bedrijf gekozen? Het gaat meer om wie jij bent, wat jij kunt en wat jij kunt bijdragen aan de organisatie.
Als je intrinsiek gemotiveerd bent, doe je iets omdat je het graag wilt, niet omdat je van buiten af wordt gemotiveerd dit te doen. Voor leraren is het van het grootste belang dat zij weten hoe leerlingen intrinsiek gemotiveerd kunnen worden.
Waarom jij af en toe (of heel vaak) geen motivatie hebt, hangt geheel af van wat je tegen jezelf zegt. Is jouw interne dialoog er één van een 'perfectionist' (“dit moet beter!”) dan klinkt de oplossing heel anders dan wanneer je jezelf te 'soft' toespreekt (“ik weet niet of dit je gaat lukken, hoor”).